Bij zijn afscheid als voorzitter van het EU Militair Comité hield de Zweedse generaal Hakan Syren een pleidooi voor het opdrijven van de militaire samenwerking binnen de EU. De daling van de middelen voor defensie wil men in Brussel opvangen door ‘pooling and sharing’ (samen leggen en delen). “Maar dit model moet in 2013 absoluut naar een hoger niveau worden getild”, meent de generaal. Er moet volgens hem ook op korte termijn een samenwerking komen op vlak van een EU oorlogsschool, onderhoud van materieel en militaire manoeuvres.
In dit kader kennen we bijvoorbeeld al verschillende jaren de samenwerking tussen de Belgische en Nederlandse marine waarin een werkverdeling is afgesproken voor het onderhoud van de oorlogsboten: Belgische fregatten in Den Helder, Nederlandse mijnenvegers in Zeebrugge. Beide landen hebben plannen om een gezamenlijke Quick Reaction Force van de luchtmacht te installeren. De Belgische Defensieminister, Pieter De Crem, had met zijn vorige Nederlandse ambtsgenoot afgesproken om in datzelfde kader de vervanging van de F-16 jachtvliegtuigen samen te bekijken. Nederland was al langer toegetreden tot de groep landen die meewerken aan de ontwikkeling van de Joint Strike Fighter als opvolger voor de F-16, maar een parlementsmotie van net voor de zomer riep de regering op om uit dit project te stappen. In de regeringsverklaring van de nieuwe Nederlandse regering staat nu dat het kabinet eind 2013 een beslissing zal nemen over de vervanging van de F16 en daarmee over de toekomst van de JSF. De Nederlandse Algemene Rekenkamer stelt ook een onderzoek in naar de informatievoorziening over de JSF. Hoog tijd dus dat een uitgebreid publiek debat in België hierover op gang wordt getrokken, zo niet dreigen we in een sluipende besluitvorming meegezogen te worden.
Indien de EU lidstaten hun militaire middelen niet samen leggen dreigt Europa een marginale macht te worden op het wereldtoneel, aldus generaal Syren. “De budgetten dalen, en we staan voor nieuwe verantwoordelijkheden, kijk maar naar Libië; de wereld is aan het veranderen”, voegde hij eraan toe. Inderdaad in de periode voor het uitbreken van de crisis haalden de 27 lidstaten van de Unie een gezamenlijk militair budget van jaarlijks 289 miljard dollar. Voor 2011 is dat 281, een daling van 2,76% . De Zweedse generaal stelt in zijn analyse dat het zwaartepunt van het wereldgebeuren verschuift van Europa naar het Verre Oosten. Een reden te meer, meent hij, om ervoor te zorgen dat we niet gemarginaliseerd geraken.
De laatste tweeënhalf jaar zaten er 15 projecten in het Europese ‘pooling pact’. Maar generaal Syren vroeg zich openlijk af of we in de EU 12 producenten van gepantserde voertuigen nodig hebben. “Hoe gezond is het dat we vier verschillende types gevechtsvliegtuigen aankopen? Hebben we daartoe nog het geld?”
De gezamenlijk EU-operaties in Somalië en Oeganda zijn in zijn ogen een succes. Hij pleit voor een gedetailleerde voorbereiding voor de aangekondigde missie naar Mali, waar de EU eraan denkt om 200 militaire experts te sturen voor opleiding van het reguliere leger, en 200 soldaten die voor de veiligheid van de voornoemde experts in zullen staan. De EU wil er het nationale leger bijstaan om het Toeareg gebied in het noorden van het land opnieuw onder controle te krijgen. Brussel vreest openlijk dat deze Azawad-regio een basis wordt voor islamitisch terrorisme naar Afghaans model.
Hakan Syren wordt aan het hoofd van het EU Militair Comité opgevolgd door de Franse generaal Patrick de Rousier. De nieuwe voorzitter is van plan om een militair Erasmus initiatief te promoten waarbij militairen uitwisselingsprogramma’s tussen verschillende landen volgen. Tijdens het Frans EU voorzitterschap was Sarkozy pleitbezorger van dergelijk initiatief. Generaal de Rousier zal ook inzetten op meer solidariteit tussen de verschillende legers via gezamenlijke manoeuvres. Het Militair Comité van de Europese Unie is het hoogste militaire orgaan in de Europese Raad en heeft de leiding over de militaire operaties van de EU. Het werkt samen met het Politiek en Veiligheidscomité dat onder de verantwoordelijkheid van de Raad beslast is met de politieke controle en de strategische sturing van crisisoperaties. Vervolgens is er de nog de Militaire Staf die de militaire deskundigheid inbrengt.
Georges Spriet