“La pensée unique” strekt zich in onze gewesten uit tot vele domeinen. Ook die van de mode. Twee uitstappen kort na elkaar gaven me daarover stof tot nadenken. Milaan in oktober. Dé stad van de modehuizen, de grote defilés van Dolce Gabbana, Prada, Armani en zoveel andere grote namen.
Nagenoeg elke winkel in Via Montenapolene biedt hetzelfde beeld: in het zwart gestoken veiligheidsagenten (bij voorkeur ook zwarten), in het zwart uitgedoste verkopers en verkoopsters. In de rekken: zwart afgewisseld met wat grijs. In de rest van de binnenstad: hetzelfde beeld, dat men natuurlijk ook op straat terugvindt: zwart en beetje grijs. Uniformen. Een vestimentaire “pensée unique “, meestal met bijpassende gelaatsuitdrukking. Het is een trend die al enkele generaties de toon aangeeft.
November, India. Het contrast kan niet groter zijn. Een orgie van kleurige sari’s, van dorp tot stad. Alle kleuren in alle tinten. Winkels en straten vol diversiteit. Alleen zwart en grijs zijn zeldzaam. Geen modebaronnen die een kleur opdringen.
Het zegt iets over de armoede van onze westerse vormgeving en over de trend naar uniformisering. Waarom ondergaan zoveel mensen al generaties lang die tirannie van zwart en grijs, vooral in sombere tijden?
(Uitpers nr. 127, 12de jg., januari 2011)