Na de naam van Mahsa Amini gaat ook die van Mohsen Shekari de geschiedenis in. Beide zijn vermoord in de aanloop naar de teloorgang van het theocratisch regime, genaamd Islamitische Republiek Iran. Wat stichter ayatollah Khomeini “de vlag van de revolutie’ noemde, de hoofddoek voor vrouwen, is door een revolutionaire wind afgewaaid. Zelfs ayatollahs gaan twijfelen over het voortbestaan van deze theocratie.
“Vijand van God”
Mahsa Amini is half september vermoord omdat ze die “vlag van de revolutie” niet droeg zoals het volgens de religieuze politie hoorde. Mohsen Shekari, 23, is opgehangen nadat hij was ter dood veroordeeld voor “vijandschap tegen God”.
De dag van zijn executie zei president Ebrahim Raisi aan de universiteit van Teheran dat “eerlijke kritiek” op de regering, aanvaardbaar is. Maar tegelijk bewees deze man, een van de architecten van de massa-executies van 1988 toen hij duizenden tegenstanders de dood indreef, dat het regime nog altijd even wreed is. Tijdens zijn toespreek klopte de politie lustig op studenten in de buurt.
Amini en Shekari zijn twee van de ca 450 tot nog toe doden onder de massa’s die hun afkeer van het verplicht dragen van het “vaandel van de revolutie” en van het regime op straat brachten. Na bijna drie maanden repressie, weet het regime niet goed meer op welk been dansen. Met het verlammen van de diverse hervormingsgezinde presidenten – onder wie Mohamad Khatami (1997-2005) en Hassan Rohani (2013-2021) en het uitschakelen van gematigden bij de verkiezingen vorig jaar, is het regime herleid tot de onbuigzamen, geleid door ayatollah Khamenei en president Raisi.
Twijfels
De twijfels binnen het regime komen echter meer en meer naar buiten. Heeft de openbare aanklager vorige week vóór zijn beurt gesproken toen hij een beetje terloops meedeelde dat de religieuze politie was “ontbonden door degenen die ze hebben opgericht”? Die was opgericht onder het bewind van de ultra Ahmadinejad (2005-2013), maar het gebod om een hijab te dragen, was wel al door Khomeini zelf in 1979 uitgevaardigd. Of was dat een manoeuvre om de lont eruit te halen? Weinig waarschijnlijk, want het regime spreekt niet langer met één stem naarmate de revolte aanhoudt.
Het lijkt er meer op dat de religieuze politie als zondebok wordt weggestuurd. Zonder veel tamtam, men laat ze gewoon niet meer in uniform op straat komen, zodat ze de “oproerkraaiers” niet kan provocere. Er worden andere methodes uitgetest om “de vlag van de revolutie” op te dringen. Gerichter gaan schieten op manifestanten, gericht op het gezicht en op de genitaliën, of alleszins dat gerucht verspreiden. Zoals het gerucht dat er superslimme camera’s worden opgesteld die onmiddellijk een boodschap, met boete, kunnen sturen naar al degenen die net als Shekari “vijandschap tot God” betonen.
Achterhoede
Het mag niet baten. Ook Raisi kan er niet naast kijken dat massa’s vrouwen nu buiten komen zonder die vermaledijde hijab. De harde achterhoede probeert het toch nog via zijpoortjes. Banken die ongesluierde vrouwen bedienen, riskeren te worden gesloten. Ambtenaren in overheidsdienst, of chauffeurs van bussen worden bedreigd met ontslag. Enzo verder. Maar het gewijzigde straatbeeld, fiere vrouwen zonder sluier, spreekt boekdelen. De achterhoede levert achterhoedegevechten.
Sommige leiders vinden dat men misschien het regime kan redden met “hervormingsgezinden” zoals vroeger lukte? Een van de kopstukken van de Revolutionaire Wachten suggereerde een beroep te doen op ex-president Khatami. Tijdens diens regeerperiode (1997-2005) was er een sfeer van verdraagzaamheid, die met de president erop, Ahmadinejad, volledig werd afgebroken.
Maar hoe geloofwaardig is zoiets in de ogen van de massa’s die kogels en arrestaties trotseerden om hun afkeer van het regime te kunnen uiten. Het gaat al lang niet meer om de hijab, maar om het einde van deze Islamitische Republiek.
Lange doodstrijd?
Maar Khameznei en co hebben altijd gewaarschuwd, en ze geloven dat zelf ook, dat concessies tot de val van de Islamitische Republiek leiden. Ze hebben het zelf meegemaakt in hun strijd tegen het bewind van de sjah, dat ook al zo repressief was met zijn gehate geheime politie Savak. Elke toegeving die de sjah deed, moedigde de opposities aan verder te gaan. Tot geen enkele toegeving nog kon helpen en de sjah vluchtte.
Het zou dus nog een lange zware doodstrijd kunnen worden van een groep die vecht voor de overleving. Mohsen Shekari zal niet het laatste slachtoffer van die doodstrijd zijn.
Internationale solidariteit is nu zeker belangrijk het kan een verschil maken. En op dat vlak schiet de buitenwereld absoluut tekort.