Voor vele waarnemers is Zuid-Afrika het voorbeeld van een succesvolle overgang naar de democratie. Ze staan in bewondering voor wat gezien wordt als de transformatie van het Zuid-Afrikaanse politieke en sociale systeem en voor de ogenschijnlijke consensus tussen zwarten en blanken. Dat is wat bekend staat als het Zuid-Afrikaanse mirakel.
Maar Zuid-Afrika zit op een “kregbus”, een kruitvat. Armoede, werkloosheid, aids treffen de zwarte bevolking hard omdat de beloofde herverdeling van de rijkdom en grond niet op de agenda van het IMF en de Wereldbank staat. Ook de erfenissen van het apartheidsverleden wegen nog steeds zwaar door.
Het mirakelverhaal gaat als volgt: begin februari 1990 hief de laatste president van het apartheidsregime, F.W. de Klerk de ban op de bevrijdingsbewegingen op, waarvan het African National Congres (ANC) het meest gekende was. Hij liet de ANC-leider Nelson Mandela vrij en begon schoorvoetend onderhandelingen voor een nieuw politiek systeem. Op 27 april 1994 trokken miljoenen Zuid Afrikanen voor de eerste maal naar de stembus die verrassend genoeg zonder geweld verliep.
De resultaten gaven het ANC een comfortabele meerderheid. De eerste twee jaren van democratie werd geleid door een Regering van Nationale Eenheid. Twee jaar later werd een nieuwe grondwet gestemd die één van de meest liberale in de wereld is: recht op abortus, huwelijken tussen partners van hetzelfde geslacht zijn toegelaten, de staat heeft een verantwoordelijkheid tegenover de armen, alsook een aantal instellingen die over de democratische grondwet moeten waken, zoals een mensenrechtencommissie en een commissie voor gendergelijkheid. En in één van de meest pijnlijke en zelfkritische episodes in de geschiedenis van de post-apartheid, spraken mensenrechtenschenders en hun slachtoffers openlijk over hun daden en ervaringen voor de Waarheidscommissie. De gepleegde gruwelijkheden werden in het openbaar gebracht zoals nog nooit voordien na een conflict of oorlog gebeurde.
Nadat de Nationale Partij van F.W. de Klerk de Regering van Nationale Eenheid had verlaten op het ogenblik dat de nieuwe grondwet van kracht werd, bleef de aura van de Waarheidscommissie overeind omdat er grote verwachtingen waren in gesteld. Vooral de ANC-regering en president Nelson Mandela werkten hard om een klimaat van verzoening tot stand te brengen. Na één ambtstermijn trad Mandela af en de huidige president Thabo Mbeki kwam aan de macht. Mbeki charmeerde zowel de blanke als de zwarte economische elite en nam maatregelen om de isolatie van Zuid Afrika te doorbreken. De twee volgende verkiezingen verliepen zonder incidenten en talrijke civiele organisaties en instellingen keken als waakhonden toe om de democratische gang van zaken in de regeringsinstellingen te vrijwaren.
Erfenissen uit het verleden.
De mythe is aantrekkelijk maar heeft de neiging om sommige erfenissen uit het apartheidsverleden van Zuid-Afrika te verdoezelen. Volgens COSATU, de vakbond verbonden aan het ANC, staat Zuid-Afrika momenteel als derde op de wereldranglijst (na Brazilië en Guatemala) van staten waar de mensenrechten worden geschonden. De meeste peilingen schatten de armoede bij 45 tot 55% van de bevolking. Werkloosheid omvat ongeveer 40% van de actieve bevolking. 60% van de Zuid-Afrikanen zijn arm.
Vroeger flirtte het ANC nog met een politiek van herverdeling van grond en rijkdom. Maar twee jaar na de overgang moest de regering onder druk van de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds en onder de bedreiging van kapitaalvlucht zich richten naar een æGrowth, Employment and Redistribution (GEAR) politiek, een neoliberaal macro-economisch plan dat een open economie promoot met een minimale controle op uitwisseling en met buitenlandse investering en privatisering als motors voor groei. De beloofde buitenlandse investering was minder dan verwacht. Volgens Patrick Bond(1), een progressieve politieke economist, heeft Zuid Afrika sinds 1994 meer jobs verloren dan enig ander land dat niet in oorlog of economische depressie vertoefde. De landhervorming gaat slechts zeer traag vooruit, ongeveer drie miljoen mensen zijn dakloos. Achttien miljoen mensen hebben geen sanitaire voorzieningen en de privatisering betekende dat nog miljoenen mensen meer risico lopen op de afsluiting van hun watervoorziening die ze niet kunnen betalen. Centraal in de mythe van het “nieuwe Zuid Afrika” is de bewering dat het land een niet-gewelddadige overgang naar democratie heeft gemaakt. Dat is niet geheel onjuist: Zuid Afrika had evengoed in een burgeroorlog kunnen terechtkomen. En toch is de overgang niet volledig zonder geweld gebeurd en dan vooral niet zonder criminaliteit. Sinds het einde van de apartheid was het geweld in Zuid Afrika te vergelijken met het geweld van een land dat in het midden van een burgeroorlog verkeert. Volgens David Cohen(2) wijzen de officiële criminaliteitscijfers op een epidemie van misdaden. Sinds 1994 zijn de cijfers voor diefstal met 169% gestegen, inbraak met 33% en diefstal van autoÆs met 30%. Wapens zijn overal aanwezig(3). En alsof dat nog niet genoeg was, Zuid Afrika wordt op een ongemeen gruwelijke wijze getroffen door Aids.
Landhervorming
Onder de apartheid hadden de blanken 87% van de landbouwgrond in hun bezit. De Land Act verdreef met brutaal politiegeweld 75% van de bevolking tezamen op 13% van de beschikbare grond in Zuid Afrika. De rest was voor de Blanken. In de nieuwe grondwet zijn nu garanties ingebouwd inzake landeigendom. Er werden ook voorzieningen getroffen voor een agressieve landhervorming. Maar de realiteit is anders. In de periode 1995-1999 behandelde de Commissie voor Landhervorming slechts 41 van de 69 900 dossiers(4). Meer en meer werd de regering geconfronteerd met honderdduizenden landloze zwarte boeren die een stuk grond bezetten en er een onderkomen op bouwden. De regering vreesde Zimbabwaanse toestanden en trad hardhandig op tegen de illegale grondbezetters. Maar ondanks dat de Commissie haar werktempo opdreef waren in 2001 nog steeds maar 12 314 dossiers voor landhervorming behandeld, dat is slechts één op de vijf dossiers wat in de realiteit betekende dat minder dan 2% van de landbouwgrond van de blanken naar zwarte landloze boeren was over gegaan.
Waar wil het “nieuwe Zuid Afrika” met zijn landbouwpolitiek naar toe? De debatten over landhervorming zien hier ook een confrontatie tussen verschillende polen. Er zijn er die geloven dat de landhervorming moet geconcentreerd zijn rond herverdeling van eigendom (of landrechten) over vruchtbare landbouwgrond ten voordele van de arme landloze zwarte boeren. Anderen verzetten zich tegen uitgebreide herverdeling en willen de hervorming centreren op maatregelen om de landbouwproductiviteit te doen stijgen en/of een nieuwe klasse van (zwarte) Afrikaanse commerciële boeren te creëren. De landhervorming in Zuid Afrika is daarbij niet alleen een economisch probleem maar moet tevens een sociaal onrecht uit het verleden wegwerken, wat de kwestie uiterst dringend maakt. Doordat de grondverdeling geen vooruitgang maakt blijft de migratie van het platteland naar de steden doorgaan met alle gevolgen van dien voor de behuizing, criminaliteit en jobs.
Volgens Karen McGregor(5) heeft de regering weinig opties en zit ze gevangen tussen landloze dakloze zwarte boeren die dringend een stuk grond nodig hebben en haar engagement dat volgens de grondwet voor een ordentelijke en wettelijke landhervorming moet zorgen. Een optie, volgens de grondwet, is de verdeling van staatsgrond, maar de regering schat dat slechts 5% van de van de 25,5 miljoen hectaren staatsgrond voor landbouw geschikt zijn. De onteigening van privé-grond die de blanke minderheid zich tijdens de apartheid onrechtmatig heeft toegeëigend en waarmee ze fortuinen heeft verworven en nog altijd doet, is in het kader van het “nieuwe Zuid Afrika” niet denkbaar. Kapitaalvlucht en de terugloop van buitenlandse investeringen zouden het neoliberale imago schaden. De aankoop van gronden bij blanken die willen verkopen, gebeuren aan marktprijzen en zal de grondspeculatie doen toenemen. Daarvoor heeft de regering trouwens geen geld. Zolang de grondverdeling niet eerlijk is opgelost zal deze gruwelijke ongelijkheid het “nieuwe Zuid Afrika” blijven belagen.
Behuizing
In mei laatsleden waren er massaprotesten in de arme wijken rond Kaapstad, Durban en Vrijstaat alsook in de administratieve hoofdstad Pretoria. Reeds vanaf begin mei kwamen de bewoners van de krottenwijken rond Kaapstad op straat. De actievoerders eisten bewoonbare huizen met sanitaire voorzieningen en een einde aan de afsluitingen van elektriciteit en water. In andere wijken rond Kaapstad bezetten duizenden actievoerders braakliggend land, zetten barricades op, staken autobanden in brand en marcheerden in de straten. In Khayelitsha, enkele kilometers buiten Kaapstad(6), leegden de manifestanten hun nachtemmers op de drukke autostrades om hun boosheid over het gebrek aan sanitair te uiten. De politie gebruikte rubberen kogels en traangas om de demonstranten uit elkaar te verdrijven. Ongeveer 30 mensen werden aangehouden en zeven werden ernstig gewond. De “Sunday Times” van Johannesburg berichtte op 29 mei dat de protesten deden denken aan de onrust van de jaren Æ80 onder het apartheidsregime.
De protesten zijn een uitloop van reeds eerdere manifestaties in het afgelopen jaar. Op 5 juli 2004 marcheerden drieduizend manifestanten in Diepsloot, een stad ten Noordwesten van Johannesburg. Ze eisten dat de gemeenteraadsleden zouden ontslagen worden omdat hun dienstbetoon beneden alle peil was. Twee maand later werd de 17-jarige student, Teboho Mkhonza doodgeschoten door de politie die het vuur opende op de manifestanten buiten Harrismith in Vrijstaat. De ANC-regering sprak van ægeheime krachtenÆ die de democratie wilden destabiliseren. De Geheime Diensten werden voor een onderzoek ingeschakeld en beschuldigde dertien demonstranten die deelnamen aan de protesten in Harrismith vorig jaar van aanzet tot opruiing, een aanklacht waar vijftien jaar gevangenisschap opstaat.
Toen het ANC in april 1994 aan de macht kwam beloofde het twee miljoen huizen te bouwen gedurende de eerst komende vijf jaar. Maar na elf jaar zijn er nog maar 1.6 miljoen huizen afgeleverd en de bevolking nam ondertussen toe. Het tekort aan behuizing is vooral rond Kaapstad schrijnend tengevolge van een recente grootschalige urbanisatie. Volgens de krant Business Day (Johannesburg) wordt het tekort aan huizen op 320 000 geschat met ongeveer 206 000 mensen op de wachtlijst die vooral in Kaapstad geconcentreerd zijn. Een groeiend aantal mensen wonen in informele behuizing zoals hutten en tenten. Van 1996 tot 2001 groeide het aantal met 31%, van 1.05 miljoen tot 1.38 miljoen. Een half miljoen mensen leven in krotten in achtertuinen. Hun aantal steeg in dezelfde periode met 14%. Er zijn nog steeds 7.5 miljoen mensen die wachten op een bewoonbaar onderkomen. Door de bevolkingstoename groeit het aantal elk jaar met 204 000.
Nieuwe verzetsbewegingen
De plotse opkomst van kleine lokale verzetsgroepen van arbeiders en armen toont dat er een oppositie groeit die meer en meer een politieke vorm aanneemt maar die tot nu toe geen duidelijk perspectief of programma heeft. Woonwijken waar zich nu het verzet organiseert hebben een veelzijdige problematiek, in tegenstelling tot de bedrijven waar alles gefocust is rond werk en productie. In de woonwijken leven de mensen, worden kinderen grootgebracht, wordt er gevierd en gekookt – maar is er ook criminaliteit, drugs, alcohol, prostitutie en isolatie. De spontane protesten van de armen verbreden de beperkte definitie van racisme die de regering hanteert. Ze klagen de politiek aan die de armen arm houdt: schulden, landloosheid, privatisering en werkloosheid, bezetting.
Vanaf 2000 stijgt in Zuid-Afrika het aantal actiegroepen. Een van die nieuwe sociale bewegingen die de voorrol opneemt in het verzet is het Anti-Privatisation Forum (APF), een koepelorganisatie voor lokale actiegroepen die vooral in de Gauteng provincie (waarin Johannesburg en Pretoria liggen) actief zijn. Voor hen zijn basisvoorzieningen, zoals water, fundamentele mensenrechten en geen privilege. Tezamen met andere sociale bewegingen en in mindere mate de vakbonden mobiliseerde en organiseerde het AFP de arme wijken en de arbeiders tegen het proces van privatisering. Informatiecampagnes en juridische initiatieven gingen tezamen met regelmatige massa-acties om de bevolking bewust te maken van hun rechten op vrije basisvoorzieningen (water, energie, onderwijs en woning). In 2003 werd de Coalition Against Water Privatisation (CAWP) opgericht, een samenwerking tussen sociale bewegingen en progressieve ngoÆs om het tij van de privatisering te keren. Volgens Naomi Klein(7) zijn de leiders van vandaag de doe-het-zelvers die de elektriciteit van hun buur weer aansluiten, 70-jarige grootmoeders en grootvaders die de smalle trap in hun appartementsgebouw blokkeren zodat de politie geen bewoners kan uitwijzen, bewoners van Kaapstad die hun buren terug naar huis brengen nadat de politie hen had buiten gezet. Ganse wijken protesteren wanneer nieuwe elektriciteitstellers van de privé-maatschappijen worden geïnstalleerd. Met de steun van APF en CAWP hebben wijkbewoners een campagne gelanceerd: Operation Vulamanzi (“water voor iedereen” ). Waterverbruikmeters van de privé-maatschappijen worden onschadelijk gemaakt, waterpijpen worden omgeleid.
Zulke bewegingen zullen zeker de druk ondervinden van internationale financiële markten, van multinationale watervoorzieningsbedrijven tot de WTO toe, “maar” zegt Naomi Klein(8), “dat gevecht is al bezig in de traphuizen, keukens en op de straathoeken van arme wijken. Het verzet plant de zaadjes voor een alternatief(9). De strijd voor basisrechten in Soweto, Zimbabwe of Bolivië is er een van bewustwording en wordt gedragen door een globaal netwerk van geëngageerde buurtnetwerken en voor de armen van Zuid Afrika zijn die netwerken heel dichtbij en hoopgevend”. Volgens Dale T. McKinley(10) zijn ze de fundering waarop de meerderheid van de Zuid Afrikanen hun eisen voor politieke en structurele veranderingen en voor de distributie van water en andere basisvoorzieningen in de townships zullen kunnen verder zetten
Water
Zuid-Afrika is het enige land in de wereld waar het recht op water in de grondwet wordt gegarandeerd maar toch werd in 2000 de watervoorziening van 10 miljoen inwoners van de townships rond Johannesburg en Durban afgesneden. Ten gevolge van de afsluiting werden meer dan 120 000 mensen in Kwazulu-Natal met cholera besmet nadat water en sanitair werden afgesloten omdat de bewoners niet konden betalen. Meer dan 300 mensen kwamen hier bij om. In Zuid-Afrika is water de kern van elke discussie in een land waar de bevolking vier maal sneller groeit dan de watervoorziening en waar vrouwen elke dag collectief 16 keer water halen heen en terug voor hun familie. De toegang tot water is een politiek probleem. 600 000 Blanke boeren verbruiken 60% van de watervoorziening voor irrigatie terwijl 15 miljoen zwarten geen toegang tot watervoorziening hebben.
Ten gevolge van het neoliberaal advies van de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds en verschillende Westerse regeringen (en zwaar lobbyen door multinationals zoals Suez en Biwater) verminderde de regering de subsidies en tegemoetkomingen aan de lokale regioÆs en gemeentes en ondersteunde ze de ontwikkeling van een private watervoorziening. Basisvoorzieningen werden gecommercialiseerd en geprivatiseerd en werden niet langer meer door de staat geleverd. Lokale besturen gingen een “partnership” aan met de watermultinationals(11). Het onmiddellijke resultaat was een massieve stijging van de waterprijzen met vernietigende gevolgen voor het merendeel van de Zuid-Afrikanen.
Onder de apartheid betaalden de townships rond Eastern Cape Town Beaufort R10,60 voor alle diensten. Onder de privatisering (Suez) tussen 1994-1996 stegen de prijzen met 600% tot R60 per maand. Daarbij kwam nog een 100% stijging van de kosten voor de aansluiting op het verdeelnet voor water. Gelijkaardige toestanden deden zich in andere townships voor. In Noth-Eastern Cape, Nelspruit, waar de werkloosheid 40% bedraagt en het gemiddelde inkomen van een zwart gezin ongeveer R1,2000 bedraagt stegen, de waterprijzen met 60%.
Deze prijzen werden nog verder verhoogd door de bijkomende duizelingwekkende kosten voor de installatie van het Lesotho Highlands Water Project, gefinancierd door de Wereldbank. Dit project bestond uit dammen om de watervoorziening voor Johannesburg te verzekeren met als gevolg dat de waterprijzen in Johannesburg met 55% stegen. Het recht op water, een basisbehoefte werd gedegradeerd tot een marktproduct, een privilege dat alleen zij zich kunnen veroorloven die kapitaalkrachtig zijn. Ondanks stevige oppositie van de vakbonden van de Zuid Afrikaanse gemeentearbeiders ging de regering door met de privatisering. Niet lang nadat Suez de watervoorziening van Johannesburg had overgenomen brak er cholera in het naburige township Alexandra uit. Duizenden families werden door cholera getroffen. Zowel in Kwazulu-Natal als in Alexandra werd de ziekte de kop ingedrukt nadat onder druk van de lokale actiegroepen de nationale regering zich verplicht zag op te treden.
Aids
In 2000 waren Aids en ziekten tengevolge van Aids verantwoordelijk voor 40% van de doodsoorzaken bij volwassenen. Ongeveer 5 miljoen van de totale 45 miljoen Zuid Afrikaanse burgers zijn HIV-positief. Onderzoekers zeggen dat indien er geen dringend aidsprogramma komt er tegen 2010 ongeveer 4 tot 7 miljoen Zuid-Afrikanen aan de ziekte zullen sterven. Een jaar na de verkiezingen zegden de Aids-activisten en de oppositie dat de Zuid-Afrikaanse regering zijn beloftes niet nakwam. Gedurende verschillende jaren weigerde de regering anti-retrovirale geneesmiddelen ter beschikking te stellen aan HIV-positieve Zuid-Afrikanen. Sinds november 2003 wijzigde het beleid maar de opsporing en behandeling is volgens critici inefficiënt en er is een gebrek aan politieke wil. Ongeveer 40 000 HIV- positieven (in plaats van de geplande 100 000) worden nu behandeld met retrovirale geneesmiddelen. Vooral in landelijke gemeentes zijn er onvoldoende gezondheidswerkers en laboratoria om de HIV positieven op te sporen en te behandelen.
In Zuid Afrika woedt er ook een hevig debat over het nut van de retrovirale behandeling. Enige maanden geleden verschenen er paginagrote advertenties in Zuid-Afrikaanse bladen over het nut van de vitaminepreparaten in de behandeling van Aids. De Mathias Rath Foundation waarschuwt voor de neveneffecten van de retrovirale behandeling en prijst multi-vitaminepreparaten aan om de ziekte te stoppen. De regering en het ministerie voor gezondheid stelt de vitaminepreparaten ter beschikking aan 150 000 mensen besmet met het HIV-virus. Onlangs verkondigde de Minister van Gezondheid dat het eten van look en bieten de ziekte zou voorkomen en genezen. De mensen krijgen tegenstrijdige informatie en zijn verward. Velen stoppen met de retrovirale behandeling en de gevolgen laten zich vooral voelen in de arme townships in Guguletu in de nabijheid van Kaapstad waar één op de zeven mensen HIV-positief is. “De actie van de regering is gevaarlijke en zeer schadelijk”, zegt Zackie Achmat, voorzitter van de Treatment Action Campaign (TAC) die gedurende jaren bij de regering lobbyde voor de verstrekking van retrovirale geneesmiddelen. De oppositie roept de regering op duidelijke standpunt in te nemen omtrent de retrovirale – en de vitaminebehandeling. In een gezamenlijk standpunt hebben de Wereldgezondheidsorganisatie, Unicef en UNAids duidelijk afstand genomen van de vitaminepreparaten voor de behandeling van Aids.
Apartheid en de waarheidscommissie: de onafgewerkte revolutie
Zuid-Afrikaanse bedrijven en multinationals gaven hand en spandienst aan het apartheidssysteem. “Bedrijfsleiders waren adviseurs voor militairen en verschillende onder hen hadden hoge militaire posities in de rangen van de reservisten van de commando-eenheden. Het hoofd van de beurs van Zuid-Afrika was een brigadier en banken en computerbedrijven waren rechtstreeks betrokken in de donkere activiteiten van de doodseskaders van het apartheidsregime. Bedrijfsleiders waren ook rechtstreeks betrokken in systematische racistische discriminerende praktijken. In de mijnindustrie waren de lonen van de blanken tienmaal hoger dan deze van de zwarten. De blanke werknemers kregen meer voordelen voor behuizing”. Volgens de Zuid-Afrikaanse journalist Terry Bell(12), auteur van Unfinished Business, waren de magere rantsoenen en de schandelijke lonen niet door de wet opgelegd maar eenvoudigweg een uitwas van racisme en de zucht naar steeds grotere winsten. Zoals er ook geen enkele wet voorschreef dat bedrijfsleiders verplichtte zwarte mannen van elke leeftijd naakt op een rij te stellen om ze te inspecteren alsof ze op een slavenmarkt te koop stonden. Dank zij de grondige studie van documenten en bronnen over het gedrag van Zuid-Afrikaanse bedrijfsleiders tijdens de apartheid bracht de eerste publicatie van zijn boek in 2001 een serie van wettelijke aanklachten tegen de destijds collaborerende banken en bedrijven op gang
In zijn boek beschrijft de auteur de werkzaamheden van de Afrikaner Broederbond, het geheime bastion van de rechtse blanke minderheid waar elke apartheidspresident, eerste minister, religieuze leider, leerkracht, beroepsmilitair en politieofficier toe behoorde. Vanaf de jaren Æ60 stond de broederbond achter de doodseskaders van het apartheidsregime. Het nam ook deel aan pogingen om de zwarte bevolking psychologisch te manipuleren en het ondersteunde het onderzoek en de productie van chemische en biologische wapens. De leden van de doodseskaders hadden dodelijke spierrelaxantia ter beschiking om gevangenen en terroristen te doden alvorens hun lichaam in zee te werpen alsook experimenten om stoffen te fabriceren die de zwarte bevolking steriel zou maken. De bewijzen van de gruwelijke praktijken van de veiligheidspolitie en hun handlangers in het Transkei thuisland dat het apartheidsregime tot een etnisch gebaseerde model satellietstaat wou maken werden voor de verkiezingen van 1994 opgegraven. De meest bloedige periode van de apartheid, zegt Terry Bell, waren de jaren Æ80 toen de toenmalige president P.W. Botha en zijn generaals een “Totale Strategie” ontworpen, een plan dat elke stad, elk dorp en elk gehucht controleerde door middel van een volledig geïntegreerd veiligheidsnet.
Bell is ervan overtuigd dat de Waarheidscommissie het minst geschikt forum was om de erfenissen van de apartheid recht te zetten. De broederbond, de veiligheidspolitie en hun handlangers, de Inkatha Vrijheidspartijleider Mangosuthu Buthelezi, werden nooit door de waarheidcommissie aangeklaagd. De commissie werd van in het begin gedomineerd door blanke Engelssprekende liberalen die geen notie hadden van de materiële basis van de apartheid. Voor hen was apartheid een zonde, in de religieuze betekenis- een vorm van æslechte discriminatieÆ eerder dan een systeem van ras en klasse uitbuiting, aldus de auteur.
Eenheid was het wachtwoord, verzoening het thema. “Het is dan niet te verwonderen”, zegt Bell, “dat blanken de aanklacht leidden en velen onder hen kwamen plots te voorschijn als de herauten van een niet-racistische toekomst. Er was een algemene consensus dat te veel waarheid een gevaarlijke wending zou kunnen nemen. Soms kwamen er verschrikkelijke waarheden aan het licht maar omdat de criminelen van de apartheid geen straf ondergingen of omdat er geen compensatie voor de slachtoffers werd voorzien was, verzoening slechts praat voor de vaak”.
Zakenlui kwamen er gemakkelijk vanaf. Machtige figuren binnen de Nationale Partij, zoals F.W. de Klerk deden het niet slechter. De auteur Bell herinnert er aan dat in oktober 1993, toen de Klerk op het punt stond naar Zweden te vertrekken om zijn Nobelprijs voor de Vrede tezamen met Mandela in ontvangst te nemen, hij persoonlijk de opdracht gaf tot een raid van een doodeskader in Transkei waar leden van de gewapende vleugel van het Pan Afrikaans Congres (Pan African Congres, PAC) zich zouden ophouden. Het doodeskader viel een privéhuis in de hoofdstad van Transkei, Umtata, binnen. Vijf schoolkinderen voor de televisie in slaap gevallen, werden gedood. Enkele uren later verklaarde de Klerk zich akkoord met de raid omdat de slachtoffers “terroristen” waren. Hij verspreidde fotoÆs met de gedode lichamen. De media en blank Zuid-Afrika smeerden het verhaal breed uit. Ntsebeza(13) was één van de advocaten van de familie van de kinderen. Het juridische team werkte hard om de valse beschuldigingen te ontzenuwen. Maar het algemene klimaat in Zuid Afrika was er toen één van voorbereiding voor democratische, niet racistische verkiezingen, vrede en verzoening waren de dominante themaÆs zodat de buitenlandse pers de moorden over het hoofd zagen.
In de opinie van Bell, laat het tekort van Zuid Afrika om deze en andere erfenissen van het apartheidsregime aan te klagen en uit te roeien, het land berooid en gebrekkig achter. Corruptie en haarden van racisme blijven diep in de bevolking achter. Belangrijke figuren van het apartheidsregime hebben nog steeds connecties met het leger, de politie, de geheime diensten en de openbare diensten en sommigen onder hen zijn nog steeds trouw aan de ideologie van de blanke suprematie. Honderden mensen waarvan velen nu op belangrijke maatschappelijke posities en die zich zelf niet hebben aangegeven voor feiten van verraad en misbruik tijdens de apartheid zijn het doelwit van afpersing en manipulatie. De auteur gelooft dat ze hun verantwoordelijkheid tegenover de slachtoffers moeten opnemen en financiële compensatie betalen.
Apartheid was een totalitair systeem waar zowel de staat, de economische wereld, de kerk en de veiligheidspolitie samenspanden om zowel het privé als het politieke leven van zijn burgers onder controle te houden. Apartheid garandeerde volledige tewerkstelling voor de blanken, terwijl een reservepool van zwarte verarmde arbeiders in stand werd gehouden. De apartheid bepaalde waar mensen moesten leven, welk werk ze wel en niet mochten uitvoeren, met wie ze omgang mochten hebben in het dagelijks leven, zelfs seksuele omgang. Terwijl het politiek en militair repressieapparaat werd ontmanteld werd de dynamiek die ze in andere sectoren van de maatschappij op gang bracht niet systematisch uitgeroeid. Ondanks de catharsis hield de Waarheidscommissie zich enkel bezig met de excessen van de apartheid eerder dan met de diepere verankeringen binnen in de maatschappij zelf, terwijl ze ondertussen de illusie naar buiten toe hoog hield dat de “normaliteit” was teruggekeerd en dat “normale marktmechanismen” het leed zou herstellen. Eigenlijk is het einde van de apartheid pas begonnen.
(Uitpers, nr. 66, 6de jg., juli-augustus 2005)
21 juni 2005
Bronnen
The Nation, The World Guide 2005/2006, indymedia, BBC-news, www.numsa.org.za, www.alternet.org, www.wsws.org, www.earthlife-ct.org.za, www.aidc.org.za, www.corpwatch.org, www.tac.org.za, www.oxfam.org.uk,
Voetnoten
(1) Patrick Bond van de universiteit van Witwatersrand leverde naast anderen heel wat onderzoeks- en veldwerk voor het boek “We Are the Poors” van Ashwin Desai . zie ook voetnoot 3
(2) People Who Have Stolen From Me. Rough Justice in the New south Africa. David Cohen. St. MartinÆs, 2004
(3) In Zuid Arika wordt om de 18 uur een vrouw doodgeschoten door een vroegere of huidige partner. Amnesty International, Oxfam en IANSA
(4) Land Grab. Karen McGregor, Newsweek, 16 juli 2001
(5) Zie voetnoot 4
(6) Zie ook artikel: Overweldigend Zuid Afrika van Jennie Vanlerberghe
(7) The New Apartheid. Book Review : We Are the Poors. Ashwin Desai. The Nation, 16/12/2002
(8) Zie voetnoot 7
(9) Zie verder voetnoot 11
(10) Reclaiming Public Water. Achievements , Struggles and Visions from Around the World. Transnational Institute (TNI) & Corporate Europe Observatory (CEO).Mittelmeijer, Amsterdam 2005. www.corporateeurope.org, www.tni.org
(11) Te midden van de aandacht die in jaren Æ90 werd besteed aan de samenwerking tussen openbaar besturen en privé-bedrijven voor de watervoorziening (public-private partnership (PPPs) werd er heel weinig aandacht geschonken aan de samenwerking tussen openbare besturen en openbare bedrijven ( public-public partnerships PUPs) als een leefbaar alternatief. In Harrismith (Vrijstaat) werd een samenwerking tot stand gebracht tussen het openbaar bestuur en Rand Water, een provinciale watermaatschappij die reeds meer dan 100 jaar water levert aan tien miljoen Zuid Afrikanen. Voor meer zie Smith, L. and Fakir, E. 2003. The struggle to deliver water services to the indigent: A case study on the public-public partnership in Harrismith with Rand water. Centre for Policy Studies. Research report. www.cps.org.za
(12) Unfinished Business: South Africa, Apartheid and truth. Terry Bell, with Dumisa Ntsebeza. Verso.
(13) Werkte met Terry Bell samen aan het boek Unfinished Business.