INTERNATIONALE POLITIEK

Zonder ‘duurzame communicatie’ redden we het niet

Image

« Handbook of Communication for Development and Social Change »

O.m. via Uitpers deed Jan Servaes begin 2023 samen met Muhammad Jameel Yusha’u een oproep om van ‘communicatie voor iedereen’ een 18de ‘SDG’ te maken. Een 18de ‘sustainable development goal’, een 18de duurzame doelen-doelstelling naast de 17de andere doelen die de Verenigde Naties zich gesteld hebben zoals daar zijn: het uitroeien van de honger, het beteugelen van de klimaatontsporing en onderwijs voor iedereen.

Waarom dan ook niet kwaliteitsvolle communicatie en media voor iedereen als een SDG hanteren ? Want daarzonder zal er weinig van de andere 17 doelen in huis komen.
Aan de hand van de COVID-19-pandemie illustreerden de auteurs hoe de wereld tegenwoordig calamiteiten kan “overleven voornamelijk op de beschikbare communicatie-infrastructuur.” https://www.uitpers.be/communicatie-voor-iedereen-een-18de-sdg-is-dringend-nodig/
Nu leven we sinds de pandemie van eind 2019, de toenemende klimaatontsporingen met in 2021 ook zware overstromingen in eigen land en de oorlog om Oekraïne sinds begin 2022, op een sneller dan ooit veranderende ‘Planet of the Humans’.

De volgende decennia worden cruciaal voor het voortbestaan niet alleen van ontelbaar veel planten- en diersoorten maar ook voor de mens zelf. Als we nu met ‘de moed der wanhoop’ nog willen proberen te redden wat er te redden valt, dan zal er meer dan ooit verstandig moeten gecommuniceerd worden tussen alle betrokken partijen zoals daar zijn: wetenschap, politiek, bedrijfsleven, burgers/consumenten …

Doelgericht gecommuniceerd met het oog op duurzame ontwikkeling en sociale veranderingen. Net op dat vlak heeft Jan Servaes, bij de lezers van Uitpers vooral bekend als auteur van bijdragen over zijn tweede thuisland Thailand en het zwaar beproefde buurland Myanmar, een groot deel van zijn academische loopbaan gewerkt.
Jan Servaes die op haast elk continent les gaf – Antarctica uitgezonderd – heeft vooral in het Engels gepubliceerd en dat resulteerde in 2020 in het standaard-“Handbook of Communication for Development and Social Change”, uitgegeven bij Springer in Singapore.
Overlopen we zo meteen de inhoud van dat tweedelige handboek om ons een beeld te vormen van wat er zoal kan begrepen worden onder de brede noemer ‘communicatie voor ontwikkeling en sociale veranderingen’. Vervolgens stellen we in een tweede bijdrage Jan Servaes kort voor waarna we hem via een interview naar zijn belangrijkste inzichten bevragen.
Jan-Pieter Everaerts

Het ‘Handboek voor ontwikkeling en sociale verandering’ bestaat uit 2 lijvige volumes. Samen goed voor 1506 pagina’s (en meer dan 3,2 kilo) ! Die werden niet alleen door Servaes zelf geschreven want hij was de ‘editor’ van het handboek. De man die de driedelige introductie schreef – over onder andere de gebruikte termen en definities – alsook een aantal bijdragen voor de in totaal 12 ‘clusters’ (hoofdstukken) om tot slot, vanaf pagina 1471, een aantal conclusies te trekken.

Bij al het werk om de artikels van een honderdtal bijdrage-schrijvers en -schrijfsters te bekomen en verwerkt te krijgen, werd Servaes bijgestaan door 2 ‘associate editors’: de Nederlandse sociale antropoloog Rico Lie en de Thaise sociologe Patchanee Malikhao die net als echtgenoot Jan Servaes wereldwijd werkzaam was op het vlak van communicatie voor sociale verandering, met daarbij veel aandacht voor gezondheidscommunicatie. Nog zo’n domein waarop communicatie vaak het verschil maakt tussen leven en dood. Denk aan het feit dat veel hoger opgeleiden niet alleen zo’n 5 à 6 jaar langer leven dan laaggeschoolde mensen, maar gemiddeld ook een paar decennia langer gezond weten te blijven.

Centrale vraag

In zijn inleiding schreef Jan Servaes dat de centrale vraag van het handboek als volgt luidt: “Is there a right communication strategy ?” Waarna hij stelt dat ondanks alle diversiteit/verscheidenheid het onderzoeksveld van communicatie voor ontwikkeling en sociale verandering, gekenmerkt wordt door enkele onderliggende gedeelde waarden en uitgangspunten.
Het Handboek vertrekt daarom van een aantal premisses en aannames zoals het centraal stellen van cultuur vanuit het perspectief van de gebruikers, een interpretatieve, participerende aanpak en een voorkeur voor transdisciplinair werk waardoor verschillende wetenschappelijke disciplines hun bijdrage kunnen leveren. Gekozen wordt ook voor het situeren van onderzoeksmethoden in een theoretisch kader. Ook wordt er gestreefd naar een open houding ten opzichte van zowel formele als informele vormen van intercultureel onderwijs, training en onderzoek.
Daarop formuleert Jan Servaes een definitie van ‘communicatie voor ontwikkeling en sociale verandering’ die – vertaald naar het Nederlands – als volgt gaat:
“Communicatie voor ontwikkeling en sociale verandering is het ter beschikking stellen van kennis gericht op het creëren van een consensus voor actie die rekening houdt met de belangen, de noden en de capaciteiten van alle betrokkenen. Het is dus een sociaal proces, met als ultieme doelstelling een duurzame ontwikkeling/verandering op diverse niveaus van de samenleving.
Media en ICT’s zijn belangrijke instrumenten in het bereiken van sociale verandering maar hun gebruik is geen doelstelling op zichzelf. Interpersoonlijke communicatie alsook traditionele en groepscommunicatie en ‘sociale media’ hebben een fundamentele rol te vervullen.”

Om heel het domein van ‘Communicatie voor ontwikkeling en sociale verandering’ – verder een enkele keer afgekort tot COSV – aan bod te laten komen, groepeerde Jan Servaes de inbreng van ruim 100 bijdrageleveranciers in 11 ‘clusters’ of hoofdstukken.

Een eerste cluster leert ons meer over het ontstaan van COSV als onderzoeksveld, zowel vanuit theoretisch alsook politiek/economisch perspectief. Zo wordt bv. ingegaan op de inspanningen van de Wereldvoedselorganisatie FAO voor plattelandsontwikkeling en op de impact van de ‘Pax Americana’.
Hoofdstuk 2 – maar met de introductie als deel 1 meegerekend, deel 3 in het boek – brengt een “normatieve cluster van concepten” zoals duurzaamheid, participatie, sociale inclusie. Met daarbij bijdragen over ‘Digitaal Burgerschap’, nieuwe vormen van leiderschap en het ‘ont-westersen’ van alternatieve mediastudies in Zuid-Amerika.
Concepten zoals globalisering, gender, culturele diversiteit en de SDG’s vormen dan weer een belangrijke context voor ontwikkelingscommunicatie. Hier komt onder andere het benutten van digitale media door vrouwen aan bod, alsook de ‘ontwikkelings-val’ zoals de Nederlander Cees J. Hamelink die wist op te merken. Na bijdragen over Azië, Zuid-Amerika en Zuid-Afrika volgt er o.a. ook een interessante van Kefa Hamidi over ontwikkelingscommunicatie als hulpmiddel voor ‘post-conflict societies’.

Cluster 4 belicht een aantal strategische en methodologische concepten zoals ‘sociale marketing’ en ‘kennis-management’.
Vervolgens krijgen we een cluster van concepten die verband houden met methoden, technieken en instrumenten zoals ‘mondelinge geschiedenis’ en digitale ‘storytelling’.
Hoofdstuk 6 stelt scherp op de klimaatverandering en duurzame ontwikkeling o.a. via jongerenprojecten op Indonesië en innovatieve educatie in Kenia.
Informatie- en communicatietechnologieën (ICT’s) komen aan bod in hoofdstuk 7, onder andere via een studie van online activisme in Centraal-Azië en het nut van ICT’s voor onderwijs op het platteland.

Gezondheidscommunicatie staat centraal in cluster 8, onder andere via aandacht voor de gezondheid van moeders in Afrika en het weerwerk tegen seksuele agressie in Bangladesh.
Diverse vormen van participatieve communicatie, waarbij niet alleen ‘top down’ maar vooral ‘buttom up’ – van onderuit, van de samenleving uit – gecommuniceerd wordt, krijgen we besproken in hoofdstuk 9.

Hoofdstuk 10 brengt een handvol regionale studies uit Afrika, Europa en de ASEAN-landen.
‘Cluster’ 11 rondt het werk af met een reeks ‘specifieke geval-studies’ over educatief amusement op Afrikaanse radiozenders, participatorische communicatie in het Afghanistan van voor de herovering van de macht door de Taliban, de Egyptische media en protest in Zuid-Afrika.

“Dit boek toont hoe communicatie essentieel is op alle niveaus van de samenleving” besluit Jan Servaes zijn inleiding. “Het is bedoeld om lezers de processen te helpen begrijpen die ten grondslag liggen aan attitudeveranderingen en besluitvormingen. Het werk gebruikt krachtige modellen en methoden om de processen te verklaren die leiden tot duurzame ontwikkeling en sociale verandering.”
Bijna 1500 pagina’s later komt Jan Servaes in zijn finaal besluit – zal het verbazen ? – tot de bevinding dat communicatie voor ontwikkeling en sociale verandering van wezenlijk belang is om de grote problemen van onze tijd aan te pakken. Maar hij kan dat inzicht nu staven met tal van studies en praktische ervaringen. Die tonen alle aan hoe communicatie en informatie cruciaal zijn in processen waarbij mensen bewust gemaakt worden van en deel nemen aan het aanpakken van de complexe problemen van onze tijd. Nieuwe creatieve technieken en methodes bewijzen daarbij hun nut. Vruchtbaar is vaak ook de grensoverschrijdende samenwerking en de sociale dialoog tussen communicatieprofessionals, politici, de civiele maatschappij en lokale bevolkingen. Om veerkrachtige samenlevingen te bekomen die bv. ook hun demografische uitdagingen aanpakken, moet niet alleen op de klassieke media ingezet worden maar dienen alle communicatieprocessen in de samenleving op hun nut gewikt, gewogen en versterkt te worden.
Zo kan je het zowat samenvatten, waarna Jan Servaes in zijn eindconclusie nog dieper ingaat op enkele specifieke werkterreinen: vooreerst de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de VN, de rechten van kinderen, de emancipatie van vrouwen en het verminderen van de wereldwijde economische, sociale en andere ongelijkheden. De meeste zorg dient bij dat alles uit te gaan naar het ‘Globale Zuiden’ waar zich gelukkig wel de positieve ontwikkeling doorzet van meer zuid-zuid-relaties.
Digitale uitdagingen
Eindigen doet Jan Servaes met vragen te stellen bij de ontwikkeling van digitale rechten en de digitale coöperatie, de almacht van firma’s zoals Facebook en Google en de uitdagingen die gepaard gaan met de opkomst van de zogenaamde ‘artificiële intelligentie’. Niet alleen overheden moeten in dit alles de handschoen opnemen. Ook samenlevingen moeten zich weren.
Het laatste woord laat Jan Servaes aan Philip Lee, ‘general secretary’ van de WACC (‘World Association for Christian Communication):
“To counter and control the digital transformation of societies requires an equally transformative movement of people.”

Persoonlijke evaluatie

Het ‘Handbook of Communication for Development and Social Change’ is niet alleen door zijn lijvige 1506 pagina’s geen lectuur om even op een paar mooie zomeravonden te verslinden. Het werk is vaak theoretisch van aard en hanteert heel wat niet alledaags woordgebruik. In het Engels. Enkele willekeurig er uit geplukte tussentitels illustreren dit: “A Wilsonian Informal Empire”, “Mainstreaming of Devcom in Civil Service”, “E-rate Program”, “IoT using ICT Devices”, “WLL Usage in Pakistan” …Een aantal thema’s zijn ook specifiek van lokaal of regionaal belang zoals de bijdrage over ‘community radio’ in Ethiopië en die over ‘online’ activisme in de dictatoriale staten van Centraal-Azië. Wat niet wegneemt dat je door dat soort bijdragen in te kijken, een ruimer beeld krijgt van wat er wereldwijd zoal ‘bougeert’ op communicatief en mediavlak. Zoals in India met het ‘Digital India project’. Of hoe men bv. in West-Afrika de luchtvervuiling probeert te verminderen. Of hoe een ‘Bronnenboek over dementie’ de mensen kan helpen die zorg dragen voor demente bejaarden.

Zomer 2020 begon ik aan het handboek en sindsdien neem ik het werk regelmatig eens uit de kast, er in grasduinend tot ik op iets val waar ik op dat moment iets over bijleren wil. Niet meteen een wetenschappelijke aanpak. Maar wel nuttig om bv. na de dagelijkse deprimerende lectuur over al de gewapende conflicten in de wereld, de bijdrage van Kefa Hamidi te kunnen lezen over hoe communicatie helpen kan nadat conflicten wel beëindigd maar vaak nog helemaal niet verwerkt raakten.

Ook de 18 pagina’s lange bijdrage van Emily Polk moet hier vermeld worden: “Communicating Climate Change: where did we go wrong, how can we do better ?” Tiens, dient die niet eens voor De Groene Belg samenvattend vertaald te worden ?
En dan kunnen we misschien ook de essentie putten uit de bijdrage van Tamara Plush, Richard Weker en Swan Ti met als titel: “Youth voices from the frontlines: facilitating meaningful youth voice participation on climate, disasters and environment in Indones

Gezondheid

Na de ‘cluster’ over klimaat, is het die over gezondheid, die me het meest aansprak, met daarbij eerst een basisartikel van Patchanee Malikhao over gezondheid voor allen door betere gezondheidscommunicatie. Met de schrijfster had ik het er al eens over hoe zwak en ondermaats, medisch geschoolde mensen vaak communiceren. Dat blijft een zwak punt in de opleidingen net zoals het aspect voeding waarover toekomstige dokters ook vandaag de dag nog, nauwelijks iets leren. In de bijdrage van Malikhao komen onder andere aan bod: de Wereldgezondheidsdienst WHO, de veranderende kijk op wat gezondheid is en hoe het aspect duurzaamheid steeds relevanter werd, de communicatiestrategieën die kunnen aangewend worden om mensen gezonder te leren leven door hen meer greep op hun leven te geven, de manier waarop inentingscampagnes gecommuniceerd worden en hoe mensen die over gezondheid communiceren, een soort van duizendpoten moeten zijn. Want niet alleen moeten ze de media kennen en goed kunnen communiceren, ze moeten bv. ook vertrouwd zijn met milieuwetenschappen en kerninzichten uit de sociologie over hoe samenlevingen functioneren.

Inzake dat laatste zijn er overigens niet alleen verschillen tussen westerse en niet-westerse samenlevingen, maar duiken er ook uiteenlopende visies op tussen Noord-Amerikanen en Europeanen inzake onze “sustainable health in the digital age.” Drie vrouwen schreven daar een bijdrage over: Isabell Koinig, Sandra Diehl en Franzisca Weder.
Tamelijk veel – ik schat een vierde – van de bijdragen aan ‘Het Handboek’ werden overigens door twee of meer auteurs geschreven. En die auteurs werden echt wereldwijd gevonden, wat inhoudt dat Servaes, Lie en Malikhao over een bijzonder uitgebreid contactennetwerk beschikken. Het mobiliseren van ruim honderd sociale wetenschappers, journalisten en andere deskundigen wereldwijd maakt dit werk werkelijk uniek.

Referentie: Servaes Jan (editor), « Handbook of Communication for Development and Social Change », Springer Nature Singapore 2020, ISBN 978-981-15-2013-6 ; 1506 pagina’s, geïllustreerd, met ’83 figures and 60 tables’, plus Index. https://link.springer.com/referencework/10.1007/978-981-10-7035-8

Print Friendly, PDF & Email

Laatste bijdrages

Geruisloos naar een nucleair Armageddon?

Terwijl het nucleair ontwapeningsregime op apegapen ligt, werken kernwapenmachten in sneltempo aan de modernisering en sinds kort ook aan de uitbreiding van hun nucleaire arsenalen. In een context van…

Print Friendly, PDF & Email

Macron rekent op Le Pens zegen voor Barnier

De Franse president Emmanuel Macron kan maar niet toegeven dat hij met zijn gok van 9 juni, de plotselinge ontbinding van de Assemblee, verloren heeft. Er is voor Frankrijk…

Print Friendly, PDF & Email

Emiraten op jacht in Afrika

In verscheidene oorlogen in Afrika duiken de jongste jaren meer en meer de Verenigde Arabische Emiraten op. De emirs en sjeiks uit de Emiraten hebben er strategische belangen, zoals…

Print Friendly, PDF & Email
For ever tegendraadse journalist

You May Also Like

×