Het is bijna idyllisch, die middag in februari 1980. De verzamelde internationale pers zit in Salisbury, zoals Harare toen nog heette, in de tuin van voormalig guerrillaleider, Robert Mugabe, te luisteren naar zijn eerste verklaring als grote overwinnaar van de parlementsverkiezingen. Zijn partij, Zanu-PF, heeft een verpletterende zege behaald, tot afgrijzen van de blanke Rhodesiërs, van wie de ongecontesteerde leider, Ian Smith, zich in 1965 eenzijdig onafhankelijk verklaard heeft.
Dat net Mugabe het pleit moet halen, de communistische terrorist, die zeven jaar terug naar de wapens gegrepen heeft om Smith’s minderheidsregime te vuur en te zwaar te bekampen! Er zijn doden gevallen en de overgang naar een verkozen bestel is met bloed, zweet en tranen gepaard gegaan. Zo idyllisch is die periode dus ook weer niet geweest.
Maar het is nu zeker. Mugabe leidt Zimbabwe-Rhodesië, zoals het dan nog heet, de volgende jaren als eerste minster. Dat het op weg is naar een voorspoedige toekomst, leidt geen twijfel. De landbouwproductie, voornamelijk maïs en tabak, is overweldigend hoog, het land kan met sprekend gemak zijn bevolking voeden én goed verdienen aan de uitvoer van de overschotten. Het heeft alles om tot een regionale grootmacht uit te groeien.
Achtentwintig jaar later is de idylle in een nachtmerrie veranderd. Zimbabwanen lijden honger. Vlak voor kerstmis maken mensenrechtendeskundigen van de VN bekend dat de kleine helft van de bevolking, 5,5 miljoen mensen, afhankelijk is van voedselhulp. Sommigen mengen de bescheiden portie die hen rest met koemest, signaleert de hulporganisatie Caritas! Ruim vijftienhonderd zijn er gestorven van cholera, al ontkent Mugabe dat er sprake is van een epidemie.
Probeer het je niet voor te stellen: de inflatie is tot 231 miljoen procent opgelopen! Als je binnenkort geld wisselt, wegen ze de briefjes. Dat heeft Bolivia in de vroege jaren tachtig Zimbabwe voorgedaan. Een week voor kerstmis heeft de centrale bank een biljet van 10 miljard Zim $ uitgegeven, dat op dat moment op de zwarte markt 20 US $ waard is. Maar je hebt alle belang erbij om bij het ochtendkrieken je brood te kopen, want als je wacht tot de avond valt, kom je zo goed als zeker enkele miljarden tekort.
Wie er politiek niet in de pas loopt, loopt kans op een arrestatie en verdwijnt soms stiekem voor eeuwig. De voorbije weken zijn ruim dertig mensenrechtenactivisten en opposanten opgesloten. Een uitspraak van het Hooggerechtshof op kerstdag om negen onder hen, onder wie een baby, naar een ziekenhuis over te brengen (om de gevolgen van hun foltering te laten onderzoeken?) heeft de overheid naast zich neergelegd. Vier miljoen Zimbabwanen hebben met hun voeten gestemd en hun heil in het buitenland gezocht, het merendeel in buurland Zuid-Afrika. Ook in de schoot van Zanu-PF stinkt het. Half december is luchtmaarschalk, Perence Shiri, sinds jaren een compagnon de route van Mugabe, slachtoffer van een aanslag, waarbij hij twee schotwonden in de arm oploopt. Is dit hetzelfde land als wat ik in 1980 doorkruist heb ?
De neergaande spiraal
Natuurlijk zijn er in de loop der jaren waarschuwingen te noteren geweest. De meedogenloze repressie in Matabeleland in 1983 en 1984 is daarvan een voorbeeld. Het Zimbabwaanse leger maakt er 20.000 dodelijke slachtoffers. De leiding van de operatie is in handen van …, jawel, Perence Shiri. Maar Comrade Bob komt ermee weg. Hij is immers onaantastbaar vanwege zijn victorieuze strijd tegen het Britse kolonialisme en zijn onverzettelijkheid in de strijd tegen de apartheid.
Mugabe maakt van de landbouwhervorming een permanent strijdpunt. De onteigening van grond, bij de onafhankelijkheid integraal in handen van blanke grootgrondbezitters, en de verdeling ervan onder landloze boeren is een onderdeel van het akkoord dat het pad voor de verkiezingen geëffend heeft. Maar het geld dat Groot-Brittannië in een fonds zou storten, is grotendeels uitgebleven.
Vanaf de onafhankelijkheid bespeelt Mugabe telkens weer, bij elke verkiezing, dat thema, gebruikt hij de onvoltooide onteigening eerst als een argument, later als een voorwendsel en excuus, en ten slotte als een wapen om zijn politieke macht te consolideren. Als hij in 2000, nadat Zanu-PF de parlementsverkiezingen met de hakken over de sloot gewonnen heeft, de herverdeling in ijltempo laat escaleren, verstoort hij de voedselproductie zo drastisch dat hij de ondergang van Zimbabwe bespoedigt.
Nog altijd gaan Mugabe’s stoottroepen, de war veterans, op een niets ontziende manier te werk tegen blanke Zimbabwanen, van wie ze de grond in beslag willen nemen. Mike Campbell, 75, en Angela, zijn vrouw van 66, zijn volgens het relaas van hun dochter als volgt behandeld : “They put burning sticks in my mother’s mouth. They beat my father on the back and on the feet, and with a shambok, an animal hide”. De aanval op hun boerderij in Chegutu, ten westen van Harare, gaat van start precies op het ogenblik dat de verkiezingscommissie bekend maakt dat Mugabe de 27e juni de tweede ronde van de presidentsverkiezingen gewonnen heeft.
Een schurkenstaat maakt zijn scheldnaam waar
Geleidelijk aan raakt Mugabe’s regime gemilitariseerd, met militairen en leden van het veiligheidsapparaat op sleutelposten, en is het tot een puur machtsapparaat afgegleden. Politieke en economische macht vallen almaar meer samen. In oktober 2002 schrijft een deskundigenpanel van de Verenigde Naties, in een rapport over de plundering van Congo’s grondstoffen behartenswaardige dingen over de Zimbabwaanse leiders, die Congo in zijn oorlog tegen de rebellen in het oosten ter hulp gesneld zijn. In het document staat er te lezen dat een netwerk van Congolese en Zimbabwaanse politici, militairen en handelaren de voorbije drie jaar voor vijf miljard € eigendommen van Congolese staatsmijnen in handen van particuliere ondernemingen gespeeld heeft, zonder dat de staatskas daarvan een Congolese frank gezien heeft. Een van de toplui, die de experts met de vinger wijzen voor het opzetten van dat frauduleuze circuit, is … Perence Shiri. Een mogelijke verklaring voor de aanslag op zijn persoon enkele weken geleden is dat Shiri in aanvaring gekomen is met racketeers, die in het oosten van Zimbabwe een netwerk van illegale diamantontginning en –smokkel controleren.
Bij de parlementsverkiezingen van de 29e maart 2008 verliest Zanu-PF, ondanks de intimidatie en de manipulatie, voor de eerste keer in 28 jaar haar meerderheid in het parlement, een historische nederlaag van jewelste. Mugabe blijft bij de presidentsverkiezingen op 43,2% steken, ruim vier procent minder dan Morgan Tsvangirai, de kandidaat van MDC, Movement for a Democratic Change. Er is een tweede ronde nodig. Tsvangirai trekt zich vanwege het aanhoudende geweld en de intimidatie terug uit de race. Mugabe klokt af op 85,5%, een pseudo-overwinning, waarvan alleen hij gelooft dat hij ze echt behaald heeft. Vote for me or die, luidt de verkiezingsaffiche op een cartoon, bekeken door een sceptische Mugabe, die zich hardop afvraagt of de slogan echt zo subtiel hoeft te zijn.
Onder zware druk bindt Mugabe in. Op de 11de september ondertekent hij een overeenkomst voor machtsdeling met Tsvangirai, die het premierschap in zijn schoot geworpen krijgt. Maar de besprekingen om het akkoord concreet in te vullen zitten op een dood spoor. Sinds weken wacht Tsvangirai bang af in het buurland Botswana. Een begrijpelijke vluchtreactie, dat wel. Ooit, toen hij nog vakbondsleider was, hebben ze hem uit het raam van de tiende verdieping willen gooien en in 2007 hebben ze hem bij zijn aanhouding een schedelbreuk geklopt. Je zou je voor minder gedeisd houden. Het resultaat ? “I will never surrender Zimbabwe, Zimbabwe is mine”, kan Mugabe onlangs met pathos verklaren.
De moeizame zoektocht naar een oplossing
De uitwegen om uit de crisis te raken, zijn niet dik gezaaid. Het lijstje van internationale coryfeeën, die erop aandringen dat Mugabe opstapt, is indrukwekkend. Als voorzitter van de EU vraagt de Franse president Sarkozy hem om een stap opzij te zetten. De feitelijke Europese Minister van Buitenlandse Zaken, Solana, vindt dat het tijd is om zoveel druk op de ketel te zetten dat Mugabe aftreedt. De Britse premier, Gordon Brown, wil hem vanwege de internationale noodtoestand die hij tot stand gebracht heeft – er is nu ook cholera in Zuid-Afrika e.a. buurlanden – uit zijn macht ontzet zien. De Amerikaanse Minister van Buitenlandse Zaken, Condoleezza Rice, vindt ook dat hij weg moet. Voormalig secretaris-generaal van de Uno, Kofi Annan, verklaart zich bitter ontgoocheld. De gewezen Amerikaanse president, Jimmy Carter, treedt hem bij. Die andere Nobelprijswinnaar, de Zuid-Afrikaanse aartsbisschop, Desmond Tutu, vindt dat de internationale gemeenschap desnoods met geweld moet dreigen om Mugabe af te zetten, acht vervolging door het Internationale Strafhof indenkbaar en is beschaamd over de weinig doortastende houding van de regering van zijn land. Maar zelfs ANC-voorzitter, Jacob Zuma, roept nu tot kordate actie tegen Zimbabwe op en ook Kenia’s premier, Odinga, wil dat het Internationale Strafhof Mugabe aanklaagt.
Maar laten we eerlijk zijn : hoe zwaar wegen die wereldleiders hun woorden en wat is hun impact op Mugabe? Iedereen beseft dat een militaire interventie, zoals in Irak en Afghanistan, of een door de Veiligheidsraad gedragen operatie, zoals in Darfur of Congo, uitgesloten zijn. Mugabe heeft machtige vrienden, op en buiten het Afrikaanse continent.
Een identieke redenering valt er te maken over het effect van de sancties die tegen Zimbabwe uitgevaardigd zijn. Begin december legt de EU een visumverbod op aan elf topambtenaren. Op de lijst van Zimbabwanen die de EU van haar grondgebied weert, stonden al 160 namen, onder wie die van Mugabe zelf. Maar vorig jaar december was hij op de Afrikaans-Europese top in Lissabon toch maar lekker aanwezig. Je kunt je inbeelden hoe hij een dergelijke maatregel hooghartig weglacht. Het voorstel dat op de Europese tafel ligt om de illegale diamanthandel aan te pakken, waarmee Mugabe en zijn omgeving zich verrijken, kan meer pijn doen.
De Afrikanen dan. Hoofdzakelijk SADC, de Southern Africa Development Community, heeft zich tot taak gesteld om Mugabe tot andere gedachten te brengen. Nu is SADC een samengaan van landen uit de regio Zuidelijk Afrika, waar Mugabe hoog in aanzien staat. Haar aanpak is dus van de zachte soort en haar bemiddelaar, de op een zijspoor belande, oud-president van Zuid-Afrika, Thabo Mbeki, moet, gezien de goede banden tussen zijn vader en Mugabe onder de apartheid, het icoon uit Zimbabwe als Uncle Bob aanspreken. Het zou geen slechte zaak zijn mochten SADC en Mbeki de fakkel aan de Afrikaanse Unie doorgeven, ook al is dat geen waterdichte garantie dat ze daar Mugabe in de tang nemen.
Voor de toekomst van Zimbabwe’s bedreigde democratie zou het goed zijn als interne krachten erin slagen om Mugabe aan kant te zetten. Zijn machtsbasis, het leger, is verscheurd. Daarvoor zijn er aanwijzingen: de aanslag op maarschalk Shiri en het groepje militairen dat anoniem voor de camera komt verklaren dat Comrade Bob must go.
Ook binnen ZANU-PF zitten aasgieren op de loer, die wat graag Mugabe’s erfenis in persoonlijke naam zouden opeisen. Een politica als vice-president, Joyce Mujuru, heeft begrepen dat als haar eieren te lang in Mugabe’s mand blijven liggen, de zwavelgeur haar marginaliseert. Maar het is niet alleen aan de top dat het niet botert. In Harare heeft de politie met traangas ingegrepen om twee rivaliserende fracties van Zanu-PF uit elkaar te halen. In Matabeleland zijn leden van Zanu-PF, als ratten die het zinkende schip verlaten, overgestapt naar een historische splintergroep.
De civil society dan. Geen betere duw in de rug denkbaar voor de democratie dan dat Mugabe eieren voor zijn geld kiest vanwege de pressie van de maatschappelijke organisaties. Het toeval wil dat Tsvangirai’s MDC een jaar of tien geleden ontstaan is uit de vakbonden e.a. geledingen van het middenveld maar net te zwak gebleken is om op eigen kracht schoon schip te maken met Mugabe. Niet alleen heeft de MDC niet kunnen optornen tegen de rücksichtslose intimidatie van het repressieapparaat maar ze hangt ook te veel als los zand aan elkaar.
Een mooie illustratie vormde de verkiezing van de parlementsvoorzitter op de 25ste augustus. Zanu-PF stelde niet eens haar eigen kandidaat voor maar zette op MDC-dissident, Paul Nyathi, in. Diezelfde Nyathi was eind vorige eeuw op een conferentie in Brussel de spreekbuis van al wie met een kritisch oog de gang van zaken in Zimbabwe, en in heel Afrika overigens, bekijkt. En toch belandt hij weer in Mugabe’s vaarwater. Maar tot verbazing van hemzelf en van Zanu-PF, Sadc en Mbeki moet Nyathi het afleggen tegen de kandidaat van MDC, die met behulp van enkele volksvertegenwoordigers van Zanu-PF, aanhangers van vice-president Mujuru, de bovenhand haalt.
Het Zimbabwaanse parlement is daardoor op dit ogenblik het enige orgaan met een democratische legitimiteit. Op zijn stille kracht moet iedereen mikken die het met Zimbabwe’s toekomst goed voor heeft, zowel wie er vanuit internationale hoek druk uitoefent als in het land zelf aan de kar van de verandering trekt.
Zoals zo dikwijls is waarschijnlijk alleen een combinatie van externe pressie, intern verzet en economische strafmaatregelen succesvol. Het voorbeeld van hoe Zuid-Afrika met de apartheid komaf gemaakt heeft, is sprekend. De bijkomende hinderpaal is dat er in Zimbabwe een eervolle uitweg voor Mugabe nodig is. In een recent rapport stelt de International Crisis Group hem voor om af te treden, in ruil voor de grondwettelijke verzekering dat het niet tot vervolging of uitwijzing komt en met waarborgen voor de veiligheid van zijn familie. Een stukje straffeloosheid voor het goede doel. Om over na te denken.
In elk geval is het afwachten, wat de uitkomst zal zijn, mocht het lukken om onder het desastreuze bewind van Mugabe een streep te trekken. Het komt hetzij tot een coup, waardoor de macht in handen van de verkeerden komt, of in het beste geval een soort van fluwelen revolutie. Om het met een voor Zimbabwe gepaste uitdrukking te zeggen: er is nood aan een omwenteling, waarvoor iedereen van katoen moet geven.
(Uitpers, nr 105, 10de jg., januari 2009)