Een verjaardag die kan tellen, op een ogenblik dat Cuba, eens te meer, een nieuwe weg inslaat.
Wat men ook mag denken van het Cuba van vandaag, de prestaties van dit kleine land in zijn strijd tegen grootmacht V.S. dwingen alle respect af.
Op 1 januari 1959 verdreef Fidel Castro dictator Fulgencio Batista. Hij werd triomfantelijk binnen gehaald in Santiago de Cuba en later in Havana. Hij verklaarde uitdrukkelijk geen communistische revolutie te willen.
In augustus 1960 werden de diplomatieke betrekkingen met de V.S. verbroken. In april 1961 vielen een paar honderd anti-castristen de Varkensbaai binnen maar werden glansrijk verslagen. In datzelfde jaar nog brak de rakettencrisis los tussen de V.S. en de Sovjet-Unie. In oktober 1967 stierf Che Guevara in de Boliviaanse jungle. Na de val van de Sovjet-Unie moest Cuba in 1999 een ‘Bijzondere Periode’ afkondigen die de welvaart van het land een zware klap toebracht. In 2016 overleed Fidel Castro.
Cuba is helaas altijd een speelbal in het geopolitieke spel gebleven. De steun van de Sovjet-Unie was cruciaal voor de overleving van het regime. Daarna kwam de steun van het rijke Venezuela, vandaag moet opnieuw toenadering worden gezocht tot Rusland en China. ‘Cuba is een betrouwbare en strategische bondgenoot en partner’, stelde Poetin in zijn boodschap aan huidig president Díaz-Canel.
Vandaag staat er voor het eerst geen Castro meer aan het hoofd van het land.
Cuba biedt zichzelf als verjaardagscadeau een nieuwe grondwet aan. De maatschappij is sterk veranderd, zeer zeer langzaam wordt het economisch systeem ietwat geopend, maar de communistische partij blijft alleen heersen.
We kunnen enkel bewondering hebben voor de manier waarop dit kleine land heeft weten stand te houden tegen de V.S. en waarop de sociaal-economische rechten er werden verwezenlijkt. Met de politieke rechten blijft het sukkelen, en het ziet er niet naar uit dat er snel verandering in komt.
Cuba heeft in eerste instantie een geweldig gebrek aan financiële middelen voor zijn infrastructuur, zijn huisvesting, zijn openbare diensten. De ongelijkheid is helaas sterk toegenomen en houdt verband met het al dan niet toegang hebben tot buitenlandse valuta. De bevolking is bijzonder creatief in het bedenken van ‘oplossingen’, of die duurzaam kunnen zijn is echter een andere vraag.
Ook hier moet men zich afvragen: had zestig jaar revolutie geen beter resultaat kunnen opleveren? Het socialistische regime biedt mooie stranden voor de westerse toeristen, maar was dat ook de bedoeling?