Sinds de zogenaamde ‘revolutie’ van 27 oktober 2019 is de Libanese straat versplinterd. Links heb je de ‘8-maart-beweging’ die verschillende bankgebouwen bezet houdt. De banken worden verantwoordelijk geacht voor de corruptie en het financiële bankroet van het land. Rechts en extreemrechts heb je de ‘14-maart-beweging’. Die probeert vooral Hezbollah uit te sluiten van het politieke spel en blokkeert regelmatig belangrijke verkeersaders en demonstreert in het centrum van Beiroet om de regering ten val te brengen. De harde kern activisten ervan bestaat uit leden van de beweging van Ashraf Rifi, het voormalige hoofd van de veiligheidsdiensten, en is trouw aan de Moslimbroederschap, Qatar en Ankara. Ze zwaaien zelfs met Turkse vlaggen. Anderen binnen diezelfde beweging zijn dan weer meer gericht op Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten.
Al jarenlang wordt aan de Libanese bevolking wijsgemaakt dat de Libanese banken veilig en betrouwbaar zijn. Ze waren in 2008 immers niet betrokken bij de nefaste ‘subprimes’ en houden zich bij de traditionele financiële producten. En toch, op minder dan een maand tijd wordt dit prachtig sprookje aan diggelen geslagen.
De banken vinden haast onmogelijk nog geld. Geen enkele bank ter wereld leent aan Libanese banken. Het risico is te groot. Libanon is door Moody’s gedegradeerd tot Caa3, een risico dat ongeveer betekent ‘niet ver verwijderd van een wanbetaling‘, wat voor een land overeenkomt met een faillissement. Waardepapieren met dat label worden ‘junk bonds’, rommelkredieten, genoemd. De Libanese overheidsschuld is hoger dan 150% van het bnp en de begrotingstekorten stijgen altijd maar omdat het land niets exporteert en een zeer hoge structurele werkloosheid kent waar de fudamentele corruptie en voortdurende politieke instabiliteit niet voor moet onderdoen. Kortom, het land is financieel onbetrouwbaar.
Ter illustratie: de belangrijkste bank van het land, de Audi Bank, heeft in 2018 32 miljard dollar aan deposito’s op haar rekeningen voor slechts…13 miljard dollar aan kredieten. De Libanese banken zijn dus eigenlijk afhankelijk van wat hun klanten op hun rekeningen storten. Vooral dan van het geld dat afkomstig is van de Libanese diaspora. het land telt ongeveer 6 miljoen inwoners, maar in het buitenland leven er ook nog eens 8 tot 9 miljoen Libanezen. Veel gezinnen zijn afhankelijk van de financiële steun van wat hun familieleden in het buitenland hen toesturen. Maar dat is, dank zij de VS sterk verminderd(1).
De lijst van landen die gedeeltelijk of volledige sancties opgelegd hebben gekregen van de Verenigde Saten is lang – op dit ogenblik bestaat de lijst uit 23 landen. Libanon staat er sinds 2007 op. De sancties zijn geleidelijk aan verstrengd. Met soms onaangeame gevolgen. In augustus 2019 bijvoorbeeld beschuldigen de VS de Jammal Trust Bank (JTB) ervan Hezbollah en Iran te steunen. De tegoeden van de bank in de VS worden bevroren en de bank mag geen dollartransacties meer uitvoeren. De bank is nu in liquidatie.
Wie geld transfereert naar Libanon dreigt het slachtoffer te worden van de voortdurende jacht op Hezbollah en zijn aanhangers. Het gevolg is dat haast geen enkele Libanees nog geld naar Libanon durft over te maken uit angst om beschuldigd te worden van ‘steun aan het terrorisme’ te verlenen. De pineut is in eerste instatntie de bevolking maar ook de handel is enorm teruggelopen. Op Hezbollah als organisatie zelf hebben de Amerikaanse maatregelen echter weinig invloed, het ontvangt immers op regelmatige basis financiële steun (in cash) uit Iran.
De investeringen van de banken zijn ook opmerkelijk. Ze vonden er niet beter op dan te investeren in Libanese staatsobligaties. Die zijn, gezien de schulden van het land, in feite waardeloos maar de overheid die eigenlijk nergens anders nog geld kan lenen betaalt de banken een rente die, afhankelijk van het geval, 4 tot 7 procent boven de normale marktrente ligt. Het doet denken aan een soort Ponzi-schema, oude klanten worden betaald met geld van nieuwe klanten.
Met zo’n aanpak gaan de meeste landen in de wereld failliet, maar niet Libanon! Binnen het IMF, de Wereldbank en de zogenaamde ‘Club van Parijs‘ (drie instellingen waar België toe behoort), is iedereen er al jaren van overtuigd dat Libanon in een hopeloze situatie verkeert maar dat het nog erger zou zijn als ze het mochten laten vallen… De donoren blijven dus maar schulden herschikken en voorschotten verlenen en het beschikbare geld wordt vervolgens geplunderd door de corrupte, cynische politieke elite. De overheid kan nauwelijks of helemaal geen elektriciteit leveren aan hele gebieden – de stroomuitval duurt van drie uur in Beiroet tot twaalf uur in de meeste regio’s – en 20% van de Libanese bevolking heeft geen toegang tot drinkwater. Bij gebrek aan middelen kunnen natuurbranden niet bestreden worden, het huisvuil is al jaren niet meer opgehaald, laat staan dat de stranden van Beiroet worden schoongemaakt. De 1 miljoen Syrische vluchtelingen die in het land onderdak hebben gezocht krijgen amper hulp. Het land biedt trouwens ook nog steeds onderdak aan de kleinkinderen van de Palestijnse vluchtelingen, die uit angst voor de zionistische terreurgroepen Haganah en Irgoen in mei 1948 het Britse mandaatgebied Palestina zijn ontvlucht.(2)
De Wereldbank schat dat 30 procent van de bevolking in armoede leeft in het land dat decennia geleden ‘het Zwitserland van het Middden-Oosten’ werd genoemd.
In 1982 wanneer Israëlische F-16 gevechtsvliegtuigen West-Beiroet met napalm bestoken en gewapende milities mannen, vrouwen en kinderen in Karantina, Damour, Tel el-Zaatar, Sabra en Shatila afslachtten, blijven de Libanese banken open. In oktober 2019 wanneer de Libanese bevolking in opstand komt sluiten ze.
De mensen staan, net als in 2008 in Griekenland, voor gesloten deuren. Bij gebrek aan werk werken de mensen niet meer, ze hebben geen cashflow meer, en degenen die nog geld hebben storten het niet meer op hun rekening bij de bank. De dollar wordt in Libanon naast het eigen Libanese pond als nationale munt gebruikt. Iedereen dier eer heeft wil zijn dollars bij de banken opnemen of probeert te verhinderen dat het wordt omgezet in Libanese ponden. Het pond heeft immers tot 40% van zijn waarde verloren en het einde lijkt nog niet in zicht. De banken hebben een tekort aan dollars en beperken de opnames tot ongeveer duizend dollar per maand.
Ondertussen brengen aandeelhouders en eliteklanten van de banken hun fortuin naar het buitenland over. Op woensdag 7 februari laat de voorzitter van de Commissie voor banktoezicht van Libanon (BCCL), Samir Hammoud, weten dat alle Libanese banken sinds de protesten van 17 oktober in totaal 2,3 miljard dollar hebben getransfereerd naar banken in Zwitserland maar, voegt hij eraan toe: “de commissie heeft wettelijke het recht niet om te weten wie de eigenaars (van de overgemaakte gelden) zijn, en daarom zijn er helemaal geen namen bekend.”
De Wereldbank schat dat tot de helft van de Libanese bevolking in armoede kan vallen, tegen 30 procent in 2018. En dat in het land dat decennia geleden ‘het Zwitserland van het Middden-Oosten’ werd genoemd. De prijzen stijgen, ontslagen vallen, lonen worden gehalveerd, bedrijven sluiten de deuren… De demonstraties worden steeds radicaler omdat mensen honger beginnen te lijden, vrezen voor hun gezondheid en de toekomst van hun kinderen. En natuurlijk omdat het westen, met de VS op waaronder de Amerikanen, olie op het vuur gooien!
In die context wordt dan de magische oplossing uit de kast gehaald: ‘een regering van technocraten’. Op 27 januari is die – na een maand palaberen tussen de partijen over wie welke ministerie krijgt – gevormd met de hoop dat die de hervormingen kan doorvoeren die nodig zijn om de situatie van het land te verlichten en dat de technocraten niet even corrupt zijn als de politici. Het is niet duidelijk hoe lang die regering kan overleven. Ze is gevormd met steun van Hezbollah, de Amal Beweging van parlementsvoorzitter Nabih Berri en de Vrije Patriotische Beweging van president Michel Aoun. Binnen de week stelt de regering een crisisbegroting op met een voorzien tekort van 7% van het bbp. Volgens ‘experts’ zal het een mirakel zijn als het daartoe beperkt wordt. Welk soort beleid de regering gaat voeren is niet bekend. Tot nog toe heeft premier Hassan Diab nog geen programma aangekondigd om te proberen de ‘catastrofe’ – een term die hij zelf gebruikt – af te wenden.
Gisteren, dinsdag 12 februari, proberen demonstranten de zitting van het zwaar gebarricadeerde parlement te blokkeren. Het is de zitting waarop de regering het vertrouwen moet krijgen. De veiligheidstroepen komen tussen en het resultaat is dat er – volgens het Libanese Rode Kruis – 373 mensen voor verwondingen behandeld moeten worden waarvan er 45 naar het ziekenhuis worden gebracht.
De nieuwe regering krijgt het vertrouwen met 63 stemmen voor en 20 stemmen tegen. Sommige partijen, zoals voormalig premier Saad al-Hariri’s Toekomstbeweging, de Libanese Strijdkrachten (vroeger een militie, nu een partij), Kataeb (Falangisten) en de Progressieve Socialistische Partij van Druzenleider Walid Jumblatt.
De nieuwe minister van Financiën, Ghazi Wazni, laat weten dat zijn land op zoek is naar 4 tot 5 miljard dollar aan voordelige leningen om de dringendste noden (graan, brandstof en medicijnen) te kunnen lenigen. In een interview aan het Franse tijdschrift ‘Valeurs Actuelles’ zegt president Aoun: “De oorlogen in verschillende Arabische buurlanden (…) hebben de economische crisis verergerd, die ook nog eens verergerd is door de aanwezigheid van ontheemde Syriërs die de capaciteit van Libanon te boven gaat. Hun aantal, samen met de Palestijnse vluchtelingen, vormt ongeveer de helft van de Libanese bevolking” (…) “Deze crisis heeft ons, volgens schattingen van het IMF en de Wereldbank, tot nu toe ongeveer 25 miljard dollar gekost,” benadrukt hij. “We gaan alle harde financiële maatregelen nemen om de economische groei te herstellen, en daarvoor hebben we geen ‘uitzonderlijke’ hulp nodig. Het is ons recht om van de landen die de oorlog in Syrië hebben ontketend een deel van de 25 miljard dollar te claimen die Libanon heeft moeten uitgeven ten gevolge van de oorlog en de crisis van de ontheemde Syriërs,” voegt hij er nog aan toe.
Vlak voor de stemming in het parlement gisteren, beschrijft premier Hassan Diab, de taak van zijn regering als een ‘zelfmoordmissie’, waarbij een snel naderende ‘vuurbal’ moest worden gedoofd. “We moeten eerlijk zijn en erkennen dat het risico van instorten helaas niet denkbeeldig is,” besluit hij.
Voetnoot:
(1) Over de inmenging van de Verenigde Staten in Libanon, zie “U.S. Role in Lebanon’s Crisis Goes Unrecognized“ van As`ad AbuKhalil
(2) Ilan Pappe. The Ethnic Cleansing of Palestine).