Vorig jaar spatte de Amerikaanse zeepbel van de zogenaamde ‘subprimes’, verhandelde riskante hypotheekkredieten, uiteen. Geen grote nood, het ging alleen maar om de subprimes. Al die erger voorzag werd afgeschilderd als een onheilsbode. Maar nu blijkt het toch om veel meer te gaan, niet alleen het Amerikaanse vastgoed vormde een zeepbel. Jarenlang gaven Amerikaanse overheid (onder meer door de oorlog in Irak) en de huishoudens veel meer geld uit dan er binnenkwam. Ze leefden uitgebreid op krediet.
Vanuit Japan, China, de Arabische Emiraten … kwam er geld om dat krediet te financieren. Intussen kende de hebzucht van Wall Street geen grenzen, werd er alsmaar meer risico genomen, los van wat men de “echte economie” noemt. Dat allemaal in het vaste geloof dat de heilige vrije markt alles zou regelen.
We hebben het ook in ons land meegemaakt, de piramidespelen die in dorpen en steden neerstreken. Je zet geld in en speculeert erop dat anderen het spelletje volgen en nog meer inzetten, waardoor je zelf winst maakt. De grote winstnemer is de organisator. Even, in 1996, werd er in ons land aan gedacht die organisatoren op de lijst van maffiaorganisaties te plaatsen. Maar dan hadden ze ook de organisatoren van de piramidespelen in Wall Street en andere casino’s als maffia moeten bestempelen. Daar hebben hebzuchtige bankiers jarenlang zeepbellen geblazen. En zoals te verwachten, de een of andere dag spat een zeepbel open. Het kaartenhuis is inderdaad ingestort.
Experts
Een verklaring? Onlangs verklaarde op een Nederlandse tv-zender een man dat hij genoeg had van al die ‘economen’ die achteraf alles kunnen verklaren. Maar economie is zoals astrologie, zei hij, ze voorspellen van alles en af en toe komt er ook iets uit. Economen, verlos er ons van, was zijn conclusie.
Het klinkt radicaal, maar na de storm in Wall Street is men geneigd de man toch gelijk te geven. Kijk maar naar al die noteringfirma’s, privé-instanties die punten geven voor de solvabiliteit van duizend en één dingen, tot en met de staatsschuld van landen. “Ratings” noemen ze dat. Bedrijven en staten zitten uit te kijken naar een AAA van zo een agentschap. Maar nu blijkt dat die agentschappen zich zelf niet goed kunnen waarderen, ze gaan zelf over kop. Hadden we die trouwens al niet aan het werk gezien bij Lernout & Hauspie? Ook daar zaten ze er mijlenver naast. Maar wie trekt daar lessen uit? Welke lessen werden trouwens getrokken uit de megafaillissementen van de bank BCCI begin van de jaren 1990, van Enron en WorldCom, van de uiteengespatte technologie zeepbel?
Vergeten we ook niet dat al die lieden die de speculatie (naar de afgrond) stuurden, daar elk jaar een fortuin voor krijgen! John Paulson, patron van het hedge fund Paulson & co, verdiende vorig jaar drie miljard dollar, twee miljard euro!
Ontregeld
Het is vooral ontroerend om te zien hoe economisten die zwoeren bij de onaantastbaarheid van de vrije markt en de ‘deregularisatie’ (ontregeling) van de voorbije dertig jaar, nu ineens de sleutelrol van de overheid ontdekken. Want het is die versmade overheid die nu ineens al die casinospelers ter hulp snelt. Daarmee is zelfs het taboewoord “staat” weer in genade nu diezelfde staat, die van de VS, tegen haar eigen dogmatiek in bijna 1.000 miljard dollar uittrekt in een poging een verdere instorting van het systeem af te remmen.
Tot hoever zal die Amerikaanse staat gaan om een crisis af te remmen die een gevolg is van haar eigen beleid van ontregeling? De speculatie nam onvoorstelbare afmetingen aan, los van wat nu “de echte economie” wordt genoemd. Welke mens met gezond verstand raakt daar nog aan uit? Ah, de speculanten mogen nu ineens niet meer ‘shorten’ op de dalende aandelen? Geen probleem, dan gaan ze maar weer speculeren op olie en grondstoffen waarvan de prijzen de hoogte inschieten. Zo raken ze inderdaad de “echte economie”, die van de bevolking.
Hoever zal Washington in die redding gaan? De globale schuld van de financiële markten van de VS wordt wel op 15.000 miljard dollar geschat. Zal de Amerikaanse regering uiteindelijk het grootste deel van de banken moeten nationaliseren? Met alle gevolgen, want de Verenigde Staten zijn nu al veruit de grootste schuldenaars van de wereld. Nu al wordt op de Amerikaanse begroting een deficit van 8 tot 10 % voorzien, met een stijging van de schuld tot 70% van het bruto binnenlands product. Het dreigt slechts een begin te zijn. Bijna twintig jaar geleden barstte in Japan een vastgoed zeepbel open. De Japanse staat sprong ook bij, de overheidsschuld is opgelopen tot 160 % van het bbp.
Bovendien komt de instorting van de zogenaamde ‘hedge funds’, de grote speculatiefondsen, er nog aan. Die ‘hedge funds’ zijn de kampioenen van de speculatie. “Het zwarte gat van de wereldfinanciën”, zegt Daniel Lebègue van Transparency International, gewezen bankier. Moet het ons verwonderen dat de zetel van veel fondsen in fiscale paradijzen, de zogenaamde offshore centra, staan?
Dank u, staat
De bewering dat de staat soms dient om de verliezen van de privé te socialiseren (op de rug van de gemeenschap te schuiven) en alle winstgevende activiteiten te privatiseren, komt nu toch wel duidelijk tot uiting. Ja, horen we ‘economisten’ zeggen, die staat kon niet anders. Ze geven toe dat de burgers opdraaien voor de ramp die de speculanten hebben veroorzaakt. Maar tegelijk zeggen ze dat het voor die burgers nog veel erger zou zijn, als de staat dat niet doet, want dan zou de financiële crisis ook de “echte economie” aantasten. Wie heeft er nood aan een financiële economie naast de “echte”? Zeker niet de gewone burgers.
“De staat” kan zich daarmee in een herwaardering verheugen. Er zit echter een geurtje aan die herwaardering. Want als we verstaan wat sommige economisten nu zeggen, moet die staat die financiële economie, die los zou staan van de “echte” – die waar goederen en diensten wordt geproduceerd, alleen maar meer regelen. De staat moet er dus gewoon voor zorgen dat het casino strengere regels krijgt?
“We staan aan het einde van een tijdperk” zegt David Rothkopf die een vooraanstaande economische functie had onder president Clinton. “Dit is het einde van alles over te laten aan de markt, van de stelling dat minder overheid een betere overheid is”. Waarna hij pleit voor een volledig nieuwe kijk op de manier waarop we de financiële wereldmarkt transparanter kunnen maken”. Wat deed die man onder Clinton, toen de hebzucht van die bankiers ook al hoge toppen scheerde? Heeft hij dat toen zelf niet gezien, al zat hij er met zijn neus op?
Financier en topspeculant George Soros is iets geloofwaardiger. Hij schreef een boek over “De waarheid van de financiële crisis” waarin hij beweert dat hij het altijd al gezegd heeft. Hij klaagt het blinde geloof aan in een markt die alles zou regelen. Hij trekt vooral van leer tegen Ronald Reagan en Margaret Thatcher die het economisch liberalisme tot godsdienst een geloof verhieven. Alan Greenspan, jarenlang de almachtige peetvader van de Fed, de Amerikaanse Federale Bank, noemt hij een manipulator. Greenspan zegt nu wel dat dit de ergste crisis is in honderd jaar is, maar hij blijft zweren bij de markt als redmiddel… Hoe blind kan men zijn?
Totalitair
Niet langer blind is de superminister van Financiën en Economie van de regering Berlusconi in Italië. Giulio Tremonti schreef middenin de verkiezingscampagne van begin dit jaar een boek waarin hij het dogma van de vrije markt zwaar aanvalt. Hij heeft het over een totalitaire ideologie die de staat als de vijand afschilderde; de markt moest alles overheersen, ook alles wat tot het openbaar domein behoort. Inderdaad, de vrije markt is tientallen jaren voorgesteld als het enig zaligmakende, we hadden te maken met “une pensée unique”, een ideologie waar men geen vragen mocht bij stellen. Totalitair, zoals Tremonti het zelf zegt. Soros heeft het over “de integristen van de markt”. “De crisis is geen gevolg van externe factoren, ze is niet veroorzaakt door een natuurramp. Het systeem heeft zichzelf ondergraven. Dit is een implosie”.
Samen met de speculanten tuimelt ook dat dogma naar beneden. De staat wordt weer als een noodzaak aanvaard, in meer en meer landen groeit het besef dat een samenleving slechts kan functioneren als de staat de nodige middelen heeft om een ganse reeks taken behoorlijk uit te voeren. Zelfs in Washington dringt dat nu door, na jaren gruwelijke verwaarlozing die drie jaar geleden bij voorbeeld dramatisch tot uiting kwam toen een orkaan New Orleans trof.
“Laisser aller” wordt niet langer voorgesteld als hét het enige zaligmakende. Gaan ook onze politici tijd vinden om daarover na te denken en er naar te handelen?
Tenslotte, als men aan de grond van de zaak iets wil doen, zal men eindelijk al die fiscale paradijzen stevig moeten aanpakken. Beloften voor een betere gedragscode zullen niet volstaan, het ganse stelsel moet worden opgeruimd. Als dat niet gebeurt, kunnen we nu al de volgende crisissen aankondigen.
(Uitpers, nr 102, 10de jg., oktober 2008)