Hoe terroristen censuur instellen
Het Musée-mémorial du terrorisme (MMT) heeft zijn eerste, virtuele, tentoonstelling geopend. In 2027 zou het reële museum worden geopend in Suresnes, bij Parijs. Wat vooral opvalt, is wat ontbreekt op de expo “Faire face au terrorisme, l’exposition des collégiens et des lycéens”: twee karikaturen van Charlie Hebdo die door leerlingen weden behandeld, zijn er niet bij.
Om veiligheidsredenen, zegt de directie van MMT. Om de leerlingen en leerkrachten die aan het project meewerkten, te beschermen. Het gaat om wat ongeveer 300 leerlingen tijdens het voorbije schooljaar brachten in projecten rond terrorisme.
De twee karikaturen maakten in twee scholen deel uit van het project. De leerkrachten die erbij betrokken waren, hebben geprotesteerd tegen die censuur. Dat gaat volgens hen regelrecht in tegen het concept van het museum, namelijk terrorismebestrijding. Simon Fieschi, een overlevende van de moordpartij begin 2015 bij Charlie Hebdo, heeft zijn medewerking uit protest stopgezet.
De directie verwijst dan weer naar het grote risico voor leerlingen en leerkrachten, met de moord van 16 oktober 2020 op leraar Samuel Paty nog vers in het geheugen.
Schuldig
Bij de herdenking van de moord op Samuel Paty hield diens zuster, Mickaëlle Paty, een toespraak aan de Sorbonne waarin ze scherp uitviel tegen de “inverseurs de culpabilité” – degenen die de schuld omkeren. “Samuel heeft geen schuld aan zijn dood” zei ze aan het adres van degen en die oordelen dat hij “froissé les élèves” (de leerlingen voor het hoofd heeft gestoten). Die uitdrukking stond onder meer in het verslag van de inspectie van Nationale Opvoeding. Na onthoofding mag geen “oui mais”, ja maar, komen….aldus Paty’s zuster.
(https://www.liberation.fr/societe/education/hommage-a-samuel-paty-enseigner-ce-nest-pas-se-taire-20221017_TRQAXHQJPBB3NJGTP5F4A7JTVI)
Zij verwees ook naar het recent rapport van het ministerie van Nationale Opvoeding dat in de scholen het aantal inbreuken op de “laïcité” – het lekenkarakter – toeneemt. Dat wordt toegeschreven aan campagnes op ‘sociale media’ waarin leerlingen worden aangespoord in te gaan tegen de wet van 2004 op het weren van religieuze kledij of andere religieuze tekenen.
Niet toegeven
Eric Delbecque, na de aanslagen van 2015 bij Charlie Hebdo verantwoordelijk voor de veiligheid bij het blad, klaagt over het gebrek aan weerstand tegen de druk van “islamistische fascisten” – hij rekent daar onder andere de Moslim Broeders bij. “Toegeven aan die druk, dat is een stap achteruit zonder einde, ze zullen toegeving na toegeving afdwingen.
Dezelfde toon bij Richard Malka, de advocaat van Charlie Hebdo. In zijn pleidooi tijdens het proces in beroep voor de aanslagen, waarschuwde hij voor de opmars van die islamistische druk. Hij viel uit tegen “linksen die altijd maar excuses vinden voor de onverdraagzaamheid van die kringen.”
Waarmee hij het wellicht had over een deel van La France insoumise van Jean-Luc Mélenchon dat meestapt in de door de Moslim Broeders opgezette campagnes tegen islamofobie. Dat leverde Mélenchon in de presidentsverkiezingen van maart zeer veel stemmen op.