In Frankrijk, waar ik woon, heeft elk zich respecterend televisiestation elke dag wel een politiek debatprogramma op het menu staan. Daar nemen altijd minimum 4 debaters aan deel. Sommigen van hen schuiven zelfs bij meer dan een debat per dag aan en verhuizen van zender naar zender.
Onder de ‘invités’ vind je altijd wel een hoofdredacteur of journalist van de MSM, een tegenwoordig populaire term die uit de VS is komen overwaaien dat staat voor Main Street Media. Ik zie die hoofdredacteurs, ‘grands reporters’ en dat ander journaille soms zo vaak op de verschillende netten verschijnen dat men zich mag afvragen waar ze nog de tijd vinden om artikels te schrijven voor hun kranten, tijdschriften en ‘magazines en ligne’. Maar dit terzijde.
Andere aanschuivers zijn uiteraard politici, woordvoerders van politici en would-be politici die, weliswaar soms maar tijdelijk, de wind in de zeilen hebben. Ze horen tot allerlei partijen maar toch is er een voorkeur voor middle-of-the-road sociaaldemocraten (PS) en rechtse neoliberalen (LR). Het extreemrechtse FN, de Centristen van UDI en MODEM, de Groenen van het EELV, de Communisten van de PCF en de extreemlinksen van de PG krijgen niet zo veel uitnodigingen in de bus. Hoewel dat voor het FN begint te veranderen. Het zijn binnenkort dan ook presidents- en parlementsverkiezingen en Marine Le Pen en haar ‘faux jetons’ lijken daarin een grote rol te (willen) gaan spelen.
De derde en voornaamste categorie zijn de academici, vorsers, onderzoekers en oud-generaals (daar blijken er heel wat van te zijn). De voornaamste gemeenschappelijke kenmerken zijn: voor 90% mannen, altijd pak en das, ze hebben een boek geschreven en ze komen vaak uit dezelfde elitescholen (Sciences Po, ENA, HEC…) waar de uitgenodigde journalisten en politici ook al vertoefden. De debatten lijken daarom dikwijls op onderonsjes waar iedereen iedereen kent.
Vermeldenswaard is ook dat al die deelnemers, op nu en dan een uitzondering na, steeds ‘spécialiste’ in het onderwerp van het debat zijn. Dat is natuurlijk aangenaam voor de kijker, dat al die ‘spécialistes’ hun expertise met hen willen delen. Je kan er maar iets van opsteken.
Na een tijdje debatten volgen merk je echter wel een aantal merkwaardige dingen op.
Het voornaamste doel van een debater lijkt er niet per se op gericht de kijker iets bij te brengen. De prioriteit is om zo lang mogelijk aan het woord te blijven. Ook de debatleider doet daar gezellig aan mee. Een vraag wordt vaak ingeleid door een betoog van een paar minuten. Een goede tactiek om het woord te kunnen monopoliseren lijkt te zijn om dan niet op de langdurig ingeleide vraag te antwoorden maar te zeggen dat je eerst iets anders wil duidelijk maken. Daar ga je dan op door en uiteindelijk is iedereen de vraag vergeten. Ademhalen tussen twee zinnen is er ook niet bij want dan dreigt een andere debater je het woord af te nemen. Vaak genoeg word je ook al midden in je uiteenzetting getackeld door concurrenten die hun beurt niet kunnen afwachten en midden in je volzin aan hun eigen relaas beginnen. Het gevolg is dan ook dat er zich een kakofonie ontwikkelt waar niemand nog iets van begrijpt. Een goede luistertechniek om een Frans debat te volgen is dan ook de afstandsbediening bij de hand houden en een vinger boven de toets ‘MUTE’ laten zweven en er op tijd en stond op te drukken. Wanneer de debatleider de rust in het kippenhok heeft doen terugkeren volstaat het om andermaal die toets te beroeren om weer te kunnen aanschuiven bij het debat.
Vermits het haast allemaal ‘spécialistes’ zijn moeten ze de kijker natuurlijk overbluffen. Verbind dat feit aan het zo lang mogelijk aan het woord blijven en het is onvermijdelijk dat die worden overdonderd door litanieën moeilijke woorden. Liefst voorafgegaan door zoveel mogelijk ook al moeilijke bijvoeglijke naamwoorden in ellenlange zinnen zonder komma’s of punten. Ook na terugspoelen en 2 of meer keer herbeluisteren vaak onbegrijpelijk. Bovendien blijkt ook al te vaak dat na ontleding van het min-of-meer verstaanbare de ‘expertise’ een herkauwen is van wat je al in de MSM hebt kunnen lezen of uit de ronkende volzinnen van regeringswoordvoerders hebt kunnen opmaken. Holle slogans, een opsomming van gemeenplaatsen, propaganda en halve en hele leugens.
Die ‘spécialistes’ zijn trouwens vaak ‘spécialistes’ in alles en niets. De ene dag weten ze alles over, zeg maar Turkije, de andere dag over Syrië en tijdens het derde debat over hoe de hervorming van het middelbaar onderwijs moet worden aangepakt. Je denkt misschien dat het hier over drie verschillende ‘specialistes’ gaat, maar neen hoor, het gaat wel degelijk om één en dezelfde persoon.
Enkele weken geleden viel me ook op dat een ‘spécialiste’ in Turkse politiek, een academicus van Science Po die, naar wat er in het begin van de uitzending werd gezegd, al 15 jaar onderzoek naar Turkije doet geen Turks kende. ‘Spécialistes’ in Poetinisme kennen geen Russisch en verstaan dan ook geen gebenedijd woord van wat het onderwerp van hun expertise debiteert. Nu weet ik wel dat een Fransman niet compatibel is met vreemde talen maar er zijn toch wel grenzen. Dacht ik.
Hoewel het onderwerp niet altijd leuk is kan het debat soms wel een leuke wending nemen. Zeker als de debatleider blijft proberen het in de richting te duwen die hij voorzien en gewenst had maar daar helaas niet in slaagt. Zo werd op de nieuwssite LCI op 15 december een debat gevoerd over Aleppo. Het panel bestond uit… ja hoor, een journalist, twee specialisten en een oud-generaal. Geheel volgens de regels van de kunst dus. Yves Calvi, sinds meer dan 20 jaar professioneel debatleider, kan zijn oren niet geloven wanneer zijn vier ‘invités’ niet willen meestappen in het discours dat gemeengoed is in nagenoeg de hele Franse pers: al-Assad is de broer van Satan zelf en de ‘rebellen’ zijn engelen. Kijk zelf maar.
Er zijn uiteraard ook wel andere debatten. Die zijn niet zo ‘sérieux’ natuurlijk maar ook alle dagen alomtegenwoordig op televisie. Het verschil is dat die debatten geleid worden door minimum 2 presentatoren en er nog minstens 8 andere deelnemers zijn. Meestal ‘des stars’, clowns, goochelaars en komieken van allerlei niveau en presentatoren van een of andere ‘grand show’. Je weet wel, zo’n urenlang durende show vol met ‘des stars’, clowns, goochelaars en komieken van allerlei niveau en presentatoren van een of ander ‘grand débat’.
Over dat soort debatten en show kan ik echter weinig ‘expertise’ meegeven. Meestal sla ik immers al tilt na nog geen vijf minuten kijken. Wat ik wel kan meegeven is dat er binnen die tijdspanne veel geroepen, gekrijst en (om de eigen grappen) gelachen wordt. Dat alles liefst allemaal en met allen tegelijkertijd. Kortom een kakofonie vanjewelste die af en toe wordt onderbroken door de playback van een of ander ontluikend sterretje ‘une star’ aan het Franse muziekfirmament. Maar goed, ik heb de rust van ‘la France profonde’ niet opgezocht om dit te moeten ondergaan. Je moet zelf maar eens kijken.