De Russische president Wladimir Poetin hoeft zich niet veel zorgen te maken over de op komst zijnde parlementsverkiezingen – 2 december – en de presidentsverkiezingen van maart volgend jaar. Voor zover peilingen een aanwijzing zijn, is hij erg populair in de Russische Federatie.
Om toch maar zeker te zijn dat er in het parlement geen echte oppositie komt, heeft het Kremlin de kieswet zo gewijzigd dat alleen bevriende en schijnopposanten aan bod kunnen komen. Voor zijn eigen opvolging – grondwettelijk gezien kan hij dat zelf niet zijn – heeft de meester van het Kremlin ook al iets gesofisticeerd uitgewerkt. Oude en nieuwe oligarchen kunnen, voor zover ze zelf niet teveel ambities hebben, gerust zijn.
Poetins tweede ambtstermijn zit er bijna op en volgens de grondwet kan er geen derde volgen. De president zou met het grootste gemak de grondwet kunnen laten wijzigen, dat zou op weinig weerstand stuiten. Want Poetin is inderdaad populair. De economie groeide sterk zodat Rusland nu weer het niveau bereikt van vóór het uiteenspatten van de Sovjet-Unie in 1991 (het heeft dus 16 jaar geduurd om weer op dat peil te komen!)
Onder Poetins bewind is – grotendeels mede dank de fors gestegen olie- en aardgasprijzen – de levensstandaard van een deel van de bevolking verbeterd – zeker van de 20 procent die tot de “middengroep” worden gerekend. Er wordt meer uitgegeven aan onderwijs en gezondheidszorg. Rusland wordt in de wereld, na de jammerlijke jaren van Jeltsin, weer ernstig genomen. Vooral, de inwoners van de Russische Federatie hebben de indruk dat het elk jaar weer wat beter wordt.
Plaatsvervanger
Dus zou Poetin met gemak de grondwet kunnen laten wijzigen. Hij heeft echter een ander mechanisme bedacht om de indruk te vermijden dat hij de grondwet op zijn maat laat bijknippen. Hij benoemde onverwachts een voor het publiek onbekende functionaris, Viktor Zoebkov, tot premier en waarschijnlijk kandidaat bij de presidentsverkiezingen. Als Poetin wil dat Zoebkov wordt gekozen, zal dat ook wel gebeuren.
Intussen leidt Poetin de lijst van zijn “Rusland Eén” bij de parlementsverkiezingen. Na Zoebkovs verkiezing tot president kan hij zelf weer premier worden, zoals hij dat ook al enkele maanden was onder Jeltsin. Dan kan de grondwet wel even aangepast worden om de premier meer bevoegdheden te geven. Of, Zoebkov kan na een tijdje aftreden waarna de premier, Poetin dus, volgens de grondwettelijke regels weer president wordt.
Is de macht van Poetin dan zo goed als onbeperkt en vanwaar haalt hij die? Het is wel nuttig even in herinnering te brengen wie hij is en hoe hij aan de macht kwam. In de Sovjettijd was hij een gedegen agent van de geheime dienst KGB. Het was een dienst die beter dan de rest van de Sovjetleiding op de hoogte was van het reilen en zeilen binnen de Sovjetsamenleving. Hogere KGB-agenten waren ook mensen die vaak zeer goede netwerken én chantagemateriaal hadden. Dat kwam hun zeer goed uit na de implosie van de Sovjet-Unie en het Sovjetstelsel: veel KGB-mensen maakten snel carrière in de kapitalistische samenleving, ze waren er snel bij om hun kennis en kennissen ten eigen bate aan te wenden – tot in belangrijke maffiagroepen.
Poetin maakte carrière in de administratie van Sint-Petersburg onder de hoede van burgemeester Anatoly Sobtsjak, ooit genoemd als een kanshebber om Jeltsin als president op te volgen. Maar de man sloeg op de vlucht toen de enorme fraude van zijn bestuur aan het licht kwam. Poetin keerde terug naar zijn vroeger beroep en werd een topagent van de FSB, de Russische geheime dienst. Toen Jeltsin zich belaagd voelde door het onderzoek naar fraude in het Kremlin, plaatste hij Poetin aan het hoofd. Poetin maakte vakkundig komaf met de betrokken procureur. Jeltsin wist goed welk loyaal vlees hij in de kuip had toen hij Poetin in de zomer van 1999 tot premier benoemde. Kort daarop hadden enkele spectaculaire bomaanslagen op appartementsgebouwen plaats, met rond 300 doden. Poetin schreef dat snel toe aan Tsjetsjeense opstandelingen en had meteen een aanleiding voor een nieuwe oorlog. Intussen zijn er sterke aanwijzingen dat die aanslagen het werk waren van de FSB zelf.
Spons
Toen Jeltsin eind 1999 zijn functie overdroeg aan Poetin, vaardigde die onmiddellijk een oekaze uit waardoor Jeltsin en zijn omgeving vrijgesteld werden van elke vervolging. Het was niet de enige manier waarop Poetin de spons veegde over de rampzalige Jeltsin-periode. Rampzalig, tenminste voor een meerderheid van de bevolking, niet voor de oligarchen en andere nieuwe rijken die zwaar geprofiteerd hadden van de georganiseerde chaos waarin ze de rijkdommen van het land hadden kunnen plunderen. Na zijn verkiezing in de lente van 2000 riep Poetin het kruim van de oligarchen bij zich. Hij verzekerde hun dat hij niet zou terugkomen op die plunderingen, hij was de man die dat integendeel zou consolideren. In ruil moesten ze wel beloven belastingen te betalen zodat de staat kon functioneren en moesten ze zich onthouden van elke politieke activiteit. Poetin was de heerser die boven de clans zou staan.
Dat was en is niet helemaal het geval. Onder Poetin kwamen de zogenaamde ‘silikovski’ naar voor. Mannen (zeer weinig vrouwen) uit de geheime diensten die nu ook hun deel van de rijkdommen wilden. Een oligarch als Chodorkovsky, met zijn olierijk, die wel grote politieke ambities koesterde, vloog wegens fraude in de gevangenis (waar hij voor een grote meerderheid van de bevolking inderdaad thuishoort). Delen van zijn imperium kwamen aan die silikovski, zoals ook het gigantische gasbedrijf Gazprom grotendeels door die kringen wordt gecontroleerd.
Corporatie
Binnen de “corporatie”, zoals de machtsgroep rond Jeltsin vaak wordt genoemd, zijn er natuurlijk ook botsende ambities. Volgens ooggetuigen schrok Sergej Ivanov zich een aap toen hij een briefje onder ogen kreeg met de melding dat Zoebkov tot premier was benoemd. Want Ivanov stond geboekstaafd als een van de twee belangrijkste kanshebbers om Poetin op te volgen, samen met zijn rivaal Dimitri Medvedev. Binnen het Kremlin ageren, voor zover de buitenwereld dat tenminste kan nagaan, diverse rivaliserende clans. Hun rivaliteit draait niet om ideologie, wel om eigenbelang.
Poetin staat boven die clans. Hij speelt ze tegen elkaar uit, maar moet er ook rekening mee houden dat sommige – met hun KGB en FSB verleden – wel middelen kennen om rivalen of zelfs Poetin te verzwakken. Het agressief optreden van de politie tegen enkele betogers van de oppositie is volgens sommige “watchers” het werk van een clan die zo Poetin wou discrimineren. Diezelfde gissing is er ook in verband met de moord in Londen op gewezen FSB-agent Litvinenko. Maar het blijven gissingen die hoogstens weergeven dat er een machtsstrijd binnen het Kremlin zou zijn.
Arbiter
Met de aanwijzing van Zoebkov tot premier, maakte Poetin wel duidelijk dat hij geen rivalen duldt en hij boven de clans staat. Als een arbiter die rivaliteiten en machtsstrijden tenslotte beslecht. Hij en niemand anders leidt de “Corporatie Poetin” die de regering, de legerleiding, de grote energiegroepen, de regionale besturen en de geheime diensten in handen heeft.
De meeste Russische kapitalisten zien dat wel zitten, voor hen is Poetin de machthebber die orde doet heersen. Ook sociale orde, want dat zou ooit wel kunnen nodig zijn bij een mogelijke heropleving van sociaal ongenoegen, van stakingen en andere sociale protestvormen die totnogtoe tot afzonderlijke bedrijven en plaatsen beperkt bleven. Bovendien zorgt Poetin ervoor dat er niet aan hun economische macht en financiële rijkdom wordt geraakt.
Vandaar dat ze zonder enige schroom hun geld en hun media ter beschikking stellen ter verering van Poetin. De personencultus rond de president roept herinneringen op aan de cultus rond Stalin. Poetin wordt opgehemeld als een nieuwe grote tsaar, als de man die Rusland in zijn geheel tot de adelstand verheft, als de vertegenwoordiger van God op aarde… De leiding van de Russisch-orthodoxe kerk draagt daar ook haar steentje toe bij.
Patriotten
Die personencultus wordt in een ideologisch kleedje gestoken. Poetin de patriot, een patriottisme dat erg chauvinistisch en nationalistisch is en gepaard gaat met uitingen van vreemdelingenhaat die al leidde tot talrijke moorden op “tsjornoi”, de “zwarten” (zijnde bewoners uit de Kaukasus). Er is weer volop sprake van de “Russische ziel” en van Rusland als veel meer dan een Europese staat. De jeugdbewegingen die Poetin steunen voeren campagne voor de heropleving van Russische waarden. Ze geven uiting aan een demografische angst om de bevolking verder drastisch te zien slinken (nu al van 149 naar 141 miljoen inwoners). Vandaar ook de bizarre campagnes tegen westers ondergoed omdat dit de vruchtbaarheid zou aantasten. Op een zomerkamp van een van die bewegingen vlogen de westerse slipjes eruit ten voordele van grote wijde onderbroeken…
En de oppositie? Poetin creëert soms eigen “oppositiebewegingen”. Daarnaast zijn er wel de uiterst-rechtse “Liberaal-democraten” van Zjirinovski, maar die worden in hun nationalisme door de Poetin-aanhang ingehaald. De communisten hebben ook vooral een “patriottisch programma”. Ze zijn al blij dat ze enkele lokale machtsbasissen kunnen behouden en voeren nauwelijks oppositie op nationaal vlak.
De beweging van Gasparov krijgt veel aandacht in de westerse media. Maar in de Russische Federatie zelf is de invloed ervan zeer beperkt. De groep is bovendien erg heterogeen, gaande van “nationaal-bolsjevieken” tot ultraliberalen die de lof zingen van wijlen de Chileense dictator Pinochet. Die beweging bestaat voor een groot deel bij de gratie van de westerse media, de Russische negeren hen.
Om toch maar geen risico te lopen, heeft Poetin bovendien de kieswet zo veranderd dat bijna geen enkele oppositiepartij aan de verkiezingen kan deelnemen. Een partij moet in zoveel plaatsen o zo veel leden hebben, dat het praktisch uitgesloten is zelfs maar lijsten te kunnen indienen.
Gaslucht en kritiek
Bij het bezoek van de Franse president Nicolas Sarkozy drongen liberale opposanten er bij de westerse leiders op aan “steeds de waarheid te zeggen”. Nog daargelaten dat het die leiders in het algemeen zeer lastig valt om dat te doen, ligt dit bovendien zeer gevoelig gezien de energiemacht van Rusland. Sarkozy uitte kritiek, maar vooral voor binnenlands Frans gebruik. Want achteraf bleek dat hij met Poetin vooral had gepraat over mogelijke Franse investeringen in Ruslands energiebedrijven, in de eerste plaats Gazprom. Dankzij tussenkomsten vanuit het Elysée heeft de Franse energiereus Total alvast 25% deelname verkregen in de ontginning van een groot gasveld in de Barentszzee.
Total. Dat doet eraan denken dat de huidige Franse minister van Buitenlandse Zaken, ex-socialist Bernard Kouchner, vier jaar geleden Total vrijpleitte van schendingen van Mensenrechten in Myanmar (Birma). Total had Kouchner daarvoor goed betaald, ook al was deze verdediger van de mensenrechten niet eens ter plaatse gaan inspecteren. Waar de geur van gas of olie hangt, is er weinig plaats voor mensenrechten.
(Uitpers, nr 91, 9de jg., november 2007)