Voor Armeniërs moet het ergste misschien nog komen
In amper één week is Artsach/Nagorno-Karabach, na meer dan 2000 jaar, gezuiverd van Armeniërs. Van de 120.000 inwoners blijven er nog nauwelijks enkele achter. Toen de VN maandag ter plekke ging kijken, stelden ze vast dat iedereen al weg was. De wereld, ook Europa, keek ernaar, of keek weg, niemand plengt een traan.
Nochtans zijn de verdreven Armeniërs niet aan het einde van de tocht: op de kaarten in de Azerbeidzjaanse media staat de helft van de republiek Armenië ingekleurd als Azerbeidzjaans grondgebied. En wie zal Ilham Alijev, president van Azerbeidzjan tegenhouden om verder te gaan?
Stalin
Het einde van de republiek Artsach komt er net 100 jaar nadat dit gebied na tussenkomst van Jozef Stalin bij Azerbeidzjan was gevoegd – tegen de wil van de bevolking in. Deze regio is zowat de bakermat van de Armeense gemeenschap, maar Stalin wou enkele gestes doen tegenover de Turken. Dat de Armeniërs in 1915 al massaal uit hun gebieden in het noordoosten van Turkije waren verdreven end at er daarbij 600.000 tot 1,5 miljoen omkwamen, deerde Stalin niet. Een eeuw later dragen de Armeniërs nog de zware gevolgen van een van Stalins talrijke misdaden.
Er was toen niet alleen Nagorno-Karabach, er was ook de regio Nachitsjevan, een Armeens gebied langs de grens met Turkije. Om Azerbeidzjan met zijn overwegend Turkse bevolking, de Azeri’s, een grens met Turkije te geven, voegde Stalin ook Nachitsjevan bij Azerbeidzjan, 50.000 Armeniërs moesten de biezen pakken.
Nu eist Alijev, daarin fel gesteund door zijn Turkse collega Erdogan, de corridor Zangezur, dwars door Armenië, op. Vorige week ontmoetten de twee presidenten elkaar in Nachitsjevan, een plaats gekozen om de territoriale aanspraken kracht bij te zetten.
Maar ook het zuiden van de republiek Armenië is volgens Azeri nationalisten deel van Azerbeidzjan. Bakoe heeft al herhaaldelijk geproclameerd dat de regio Sioenik, in het zuiden, deel uitmaakt van Azerbeidzjan.
Weerloos
Veel Armeniërs vrezen dan ook dat het ergste nog moet komen. Want wie zal Alijev tegenhouden? In de roes van de gemakkelijke zege staan zijn troepen klaar om alvast een stuk van Armenië zelf in te nemen. Bij Azerbeidzjaanse aanvallen op Armeense grensgebieden zijn vorige week al rond 200 Armeense soldaten gesneuveld.
De Armeniërs voelen zich weerloos tegen dat complete militaire overwicht van de tegenpartij die enorme hulp krijgt van Turkije en Israël. Alijev kan vooral rekenen op de complete passiviteit van de rest van de wereld. Alleen Frankrijk uit wat forsere protesten dan de rest, de “waarschuwingen” vanuit de EU zijn ronduit een lachertje. Iedereen weet dat ‘Brussel’ Alijev te vriend wil houden, hij levert de gas die men bij Poetin niet meer wil kopen.
Op Moskou hoeven de Armeniërs zeker niet meer te rekenen. Zoals Stalin een eeuw geleden, bakt Poetin vandaag zoete broodjes met zowel Alijev als Erdogan. Nu Armenië op goede voet staat met Oekraïne en klaar staat het Internationaal Strafhof – dat een arrestatiebevel tegen Poetin uitvaardigde – te erkennen, is Moskou zelfs zeer boos op Jerevan.
Schuldigen?
Vandaar dat de Armeense opposanten hun kritiek op premier Nikol Pasjinjan milderen. Tegen de enorme dreiging is eenheid geboden.
Trouwens, wie heeft schuld aan de nederlaag? De autoriteiten van Nagorno-Karabch hebben inderdaad gezondigd door overmoed, zich (ten onrechte) decennia lang beschermd wanend door Rusland. Armenië zelf heeft zich verkeken op de successen van begin van de jaren 1990, toen het Armeense leger een deel van Azerbeidzjan innam en tot oktober 2020 bezette.
Het Azerbeidzjaans offensief van drie jaar geleden maakte spectaculair een einde aan de Armeense illusie sterk te staan. In de nood kent men zijn rienden, en Armenië heeft er erg weinig.