Een aangrijpende filmdocumentaire over het Midden-Oosten
Wie de voorbije jaren in België, en ook in Nederland trouwens, het debat rond het Midden-Oosten volgde kan alleen maar de extreme armoede hiervan ervaart hebben. Behoudens iemand als een Arnold Karskens in Nederland, is er feitelijk niemand die het debat in de massamedia tot een aanvaardbaar niveau wist op te tillen. Het lijkt alsof er in de media van de Lage Landen alleen maar de regering napratende papegaaien rondlopen.
Irak verwoest
Er zijn naast die papegaaien echter ook anderen, Belgen, Nederlanders en hier wonende Arabieren die het echte verhaal wel kennen. De recent uitgebrachte documentaire film ‘Whose peace will it be?’ van de Dendermondse filmmaker Luc Pien (zie foto) bewijst dat ten volle.
Zijn 80 minuten durende film geeft een diep inzicht in het Midden-Oosten door zich vooral te focussen op Irak. En die focus is geen probleem want wat gebeurt in Irak gebeurt ook in Syrië, Jemen en Libië. Het is de heel bewuste vernieling door de VS en haar vazallen van de staatstructuren van die getroffen landen in al haar aspecten.
Irak is ook het land dat mogelijks nog meer dan Syrië het slachtoffer is van een Amerikaans imperialisme in zijn meest brutale vorm. Miljoenen slachtoffers vielen er zo al in dit normaal zo mooie en boeiende land. Eerst bracht de VS in 1979 haar CIA-mannetje Saddam Hoessein aan de macht, nadat ze gelijktijdig in Iran Ayatollah Khomeini tot leider maakten. Goed voor een bijna tien jaar durende meer dan een miljoen slachtoffers eisende oorlog.
Daarna kwam er dan de bezetting door Saddam Hoessein van Koeweit met nadien een gruwelijk efficiënt embargo met minstens 500.000 dode kinderen tot gevolg. Denis Halliday, een vroegere assistent-secretaris-generaal van de VN, zegt in de documentaire dat dit volgens het VN charter legaal mogelijk is.
Maar daar het hier volgens hem een collectieve straf tegen de bevolking betreft is dit een zeer zware overtreding van het internationaal Verdrag voor de Rechten van de Mens. Maar hiervan lag in de VN en bij de westerse regeringen en massamedia niemand wakker.
En aangezien dat embargo voor Washington en haar vrienden blijkbaar nog niet genoeg schade had aangebracht viel de VS het land in 2003 dan maar binnen, veroverde het en ontmantelde het er onmiddellijk alle staatsstructuren. Waarbij men heel bewust gelijktijdig het sektarisme aanwakkerde en het land zo amper bestuurbaar maakte. Men wil het in stukken hakken.
Daarom ook dat men plots in die zelfde massamedia begint te zeuren over het geheime Brits-Franse verdrag Sykes-Picot uit 1916 die toen het Ottomaanse rijk al verdeelden en de huidige grenzen grosso modo vastlegden. De VS (en Israël) willen nieuwe grenzen in de regio met veel ministaten en dus moet Sykes-Picot op de schop.
Het is alsof de VS hier miljarden in België zou pompen voor de creatie van een Waals en Vlaams ultranationalisme zodat België daarna alleen nog kapot kan gaan. Met voor het geval van Irak als apotheose dan het sturen in 2014 door de VS van ISIS naar Irak. Het ultieme sektarisme. Komt er voor dat land en die regio dan nooit een stop aan die Amerikaanse, westerse en vooral achterbakse Israëlische agressie?
Hoop op vrede
De reeks Iraakse en Arabische intellectuelen die in de film aan het woord komen blijven hopen op een goede toekomst voor hun land en hun regio. Ze rekenen op vrede en een einde aan de buitenlandse, lees Amerikaanse/Israëlische, inmenging.
Ze wijzen daarbij met recht en rede vooral ook naar het heel rijke verleden van het land van Tigris en Eufraat en op het grote ontwikkelingsniveau die het land voor Saddam Hoessein en de Amerikaanse inmenging had. In die zin is deze documentaire avondvullende film een verademing voor het dagelijkse rantsoen dat de klassieke media ons over het Midden-Oosten serveren. Ditmaal horen we geen extremisten van de Moslimbroeders of al Qaeda die vermomd als gematigde rebellen propaganda verkopen. Pien brengt een breeddenkende, vooruitkijkende groep intellectuelen voor wie hun land er een is van vooruitgang en verdraagzaamheid.
Deze keer geen karikaturen uit De Standaard, The New York Times of the Economist over soennieten die zich vergrijpen aan sjiieten of vice versa. Neen, hier horen we mensen met een humane visie die het traditionele multiculturele van de Arabische wereld met haar druzen, vele christene kerken, allerlei vormen van islam, Armeniërs en Koerden koesteren. Mensen die hun land willen moderniseren los van de religie.
Het is eens wat anders dan de hier nog steeds geprezen zogenaamde vrijheidsstrijders, de salafistische bendes, die met steun van het westen en de staten van het Arabisch schiereiland met geweld hun extremistische gruwel aan de Arabische wereld en elders willen opdringen.
Zwarte lijst
Wat zeker ook opvalt is de serie Belgen die in de documentaire aan bod komt. Hier geen klassiekers als een Jorn De Cock, Rudi Vranckx, Rik Coolsaet, Montasser Alde’emeh of Jens Franssen, maar andere voor de gewone buitenstaander onbekende figuren met o.m. een Nico Carpentier, Dirk Adriaens en Jacques Pauwels. Allen tonen zij met kennis van zaken te spreken en wat verder te kijken dan de uit Washington komende leugens. Maar zij zijn voor de gewone kijkers, luisteraars en lezers onbekende figuren want onze media, van de kranten over radio tot TV, weigeren hen aan het woord te laten.
Zij staan op de zwarte lijst van mensen die de toegang tot de grote media de facto verboden wordt. De burger mag geen weet hebben van hun bestaan en zeker niet van hun mening. Officieel bestaat zo’n lijst hier natuurlijk niet. Maar het feit dat er een pak Belgen zijn die met grote kennis van zaken over het Midden-Oosten kunnen spreken en de constatering dat zij NOOIT in de media aan bod komen bewijst dat die lijst wel degelijk bestaat. Nu krijgen we in de media alleen de Amerikaanse eenheidsworst met enkele variaties. Het toont de zeer verfijnde wijze waarop men in dit land en elders in Europa een grootschalige censuur weet te organiseren. Wie dwars ligt, kritische vragen stelt en de officiële lijn betwijfelt is zo al snel een communist. De man/vrouw wordt dan geruisloos en zoals met de pestlijders in de middeleeuwen desnoods levenslang uit de samenleving verbannen. Tot hij/zij tot inkeer komt en de regeringspraatjes voor waar aanneemt. Dan is er voor hen geld, dan is er belangstelling, respect en, wie weet, zelfs roem.
Lovende kritieken
De film is dan ook een intellectueel stevige boterham en vergt continue aandacht. De verschillende aspecten van de zaak worden ook netjes in thema’s van elkaar gescheiden. Zo zijn er onderwerpen als de Palestijnse kwestie, de vluchtelingen, het door de VN tegen Irak uitgevaardigde uitermate dodelijke embargo, de olie, het door de VS geïntroduceerde sektarisme en het multiculturele van de regio. Stof genoeg dus.
De film is feitelijk een gevolg van de invasie van Irak door de VS in 2003 toen Lieven De Cauter samen met een aantal anderen in Brussel het BRussel Tribunal organiseerden rond die invasie. Een voortzetting van het Bertrand Russeltribunaal rond de oorlog van de VS in Vietnam. Het idee achter deze documentaire was ditmaal de andere klok te laten luiden. En dat is zeker goed gelukt.
Voor filmmaker Luc Pien is dit natuurlijk niet zijn eerste film. Eerder maakte hij al een documentaire rond de geschiedenis der Vlaamse film en de langspeelfilms De Vergeten Straat, naar een werk van Louis-Paul Boon, La Sicilia en Janssen en Janssens maken een film.
Hij bewees met deze vol van boeiende informatie zittende documentaire een niet simpel probleem als het Midden-Oosten professioneel te kunnen aanpakken. De documentaire ‘Who’s peace will it be?’ is van een absolute topklasse die ook internationaal mag gezien worden.
De film was ondertussen reeds te zien in Stockholm, Amsterdam, Gent, Londen en Brussel en naar Luc Pien stelde overal met lovende kritieken ontvangen. M
aar wie hem gezien heeft zal hieraan moeilijk kunnen twijfelen. De in deze film te horen commentaren over dit drama van vroegere VN-toplui als Denis Halliday en Hans von Sponeck, naast die van de Belgen en Irakezen, blijven immers nog lang nazinderen.
Normaal komt de film in september uit op DVD. Hij wordt op 2 juni om 19u30 vertoond in de Dendermondse cinema Albert.