In 1996 sloeg de toenmalige baas van de Belgische Staatsveiligheid, Bart van Lijsebeth, alarm. In een nota voor de senaatscommissie georganiseerde misdaadbestrijding, had hij het over de destabiliserende invloed van de georganiseerde misdaad op het economisch en politiek leven. In de jaren daarvoor waren er onder meer in Antwerpen grote zendingen cocaïne aangeslagen. Ambtenaren van de douane vertelden me toen: Hoe meer we vinden, hoe meer er hier passeert. En dat bleef maar stijgen. Een kwarteeuw later slaat burgemeester Bart de Wever alarm. Toevallig bij de start van een verkiezingscampagne.
Cocaïnedoorvoer via Antwerpen, omkoperij bij douane en politie, politieke onwil om daar veel aan te doen, het is allemaal minstens al een kwarteeuw gekend. Toenmalig minister van Justitie Marc Verwilghen stuurde Van Lijsebeth in september 1999 als procureur naar Antwerpen, want daar werden toen beruchte criminelen uit Oost-Europa merkwaardig met rust gelaten. Van Lijsebeth moest het Antwerpse gerechtsapparaat tot meer actie tegen drugshandel, mensensmokkel, namaakmaffia en aanverwante aansporen. Bijna 20 jaar later floreert de drughandel via Antwerpen als nooit tevoren.
Onwil?
Al jaren lang vertellen Antwerpse speurders telkens hetzelfde: in de haven wordt de aanvoer nauwelijks gecontroleerd. “Als we één ton cocaïne vinden, betekent het dat er veel meer tonnen wel doorgekomen zijn. Hoe meer we vinden, des te meer er hier wordt aangevoerd” En men vindt veel, 31 ton vorig jaar. Dat ligt volgens die speurders niet aan het feit dat de bewaking van de haven ook al geprivatiseerd is – net als nu de bewaking van het grote Antwerpse politiekantoor.
Politieke medeplichtigheid? Het is vooral de politieke passiviteit die bij de drugsbestrijders kwaad bloed zet. Onwil? Of gebrek aan besef hoe gevaarlijk het is dat drugmaffia’s graag hun belangrijkste wapen hanteren: corruptie. Dat neemt vele vormen aan, zoals het zoeken en vinden van medeplichtige zakenlui om opbrengsten wit te wassen. Die maffiakringen hebben ook voldoende middelen om zeer onderlegde advocaten (zoals procedure-advocaten) en juristen inzake o.m. vennootschaprecht in dienst te nemen.
Dat is allemaal oud zeer. Waarom gooit een politicus dit nu ineens alarmerend in het nieuws? Tot nog toe bestond zijn ‘war on drugs’, zijn strijd tegen de drugmaffia’s, in het lastig vallen van de kleine druggebruikers. Maar hij haalt weer een slagje thuis, hij bepaalt weer even waarover de campagne gaat.