De wereldwijde militaire uitgaven voor 2005 bedragen 950 miljard euro. Ze zijn goed voor 2,5% van het bruto wereldproduct. Ze stegen t.o.v. 2004 met 3,4% en met 34% in de periode van 11 jaar 1996 – 2005. Ze komen neer op 137 euro per hoofd van de wereldbevolking
De enige supermacht, de Verenigde Staten, was in 2005 goed voor 48 %, of 561 miljard $, van de militaire uitgaven, gevolgd door Groot-Brittannië voor een bedrag 38 miljard euro. Frankrijk, Japan en China namen ieder 5 %.
De oorlog in Irak zal de Amerikanen in het fiscale jaar 2006 naar schatting 319 miljard dollar ( 252 miljard euro) kosten, of 0,87 miljard per dag, volgens de onderzoeksdienst van het Amerikaanse Congres. Volgens dezelfde dienst zal de oorlog in de toekomst de VS gemiddeld 8 miljard dollar ( 6,3 miljard euro) per maand blijven kosten. De Amerikaanse Senaat heeft ermee ingestemd om 65,8 miljard dollar ( 52 miljard euro) extra vrij te maken voor de militaire campagnes in Irak en Afghanistan.
President Bush wil volgend jaar nog meer geld spenderen aan defensie en veiligheid. Volgens Bush en C° moeten in het fiscale jaar 2007 de defensie uitgaven stijgen met 6,9 procent tot 439,3 miljard dollar. Volgens het bekendgemaakte begrotingsvoorstel van het Witte Huis zullen ook de uitgaven voor de binnenlandse veiligheid opgeschroefd worden tot 33,1 miljard dollar, dit is een stijging van 3,3 procent.
De totale Amerikaanse begroting voor 2007 bedraagt 2,77 biljoen dollar tegenover 2,71 biljoen dollar voor het fiscale jaar 2006. Het Amerikaanse begrotingstekort wordt geschat op 354 miljard dollar.
Om de stijgende militaire uitgaven te kunnen financieren zal er op andere uitgavenposten flink bezuinigd worden. Zo vermindert de gezondheidszorg met 2,3 procent of 67,6 miljard dollar, onderwijs met 3,8 procent of 54,4 miljard dollar. Landbouw zakt met 6,5 procent en ook de pensioenvoorzieningen dalen. De Bush administratie wil ook het mes zetten in 141 overheidsprogramma’s, om zo in deze sectoren 15 miljard te kunnen besparen.
Deze geplande defensie-uitgaven van de Bush-administratie vormen een nieuw record. Nog nooit is er zo een bedrag naar het Amerikaanse ministerie van defensie, het Pentagon, gegaan. Het Pentagon wil volgend jaar 84,2 miljard dollar aan nieuwe wapens besteden, verder wil ze 73,2 miljard uittrekken voor onderzoek en ontwikkeling van nieuwe wapensystemen. Het Amerikaanse leger zelf wordt in 2007 rijkelijk bedeeld, het krijgt 111,8 miljard dollar of 12,7 procent meer financiële middelen. Op de aankooplijst van het Pentagon staan onder meer een nieuwe onderzeeër, twee nieuwe duikbootjagers en 42 nieuwe F-18 gevechtsvliegtuigen, onbemande Predator-vliegtuigen en nieuwe raketsystemen. Ook zullen de speciale legereenheden ( special forces ) met 15 procent uitgebreid worden tot 60.000 man.
China besteedde 25 euro per capita, India euro per capita voor defensie. Voor Israël is dit 1.129 euro en de Verenigde Staten 1.267 euro. De EU zal door zijn verschillende omvangrijke militaire moderniseringsprogramma’s van de strijdkrachten zijn militaire uitgaven voor de komende jaren zien stijgen.Van de zeven nieuwe NAVO-lidstaten die in 2004 tot het bondgenootschap toetraden, hebben er zes hun militaire uitgaven verhoogd. In het crisisgebied van het Midden-Oosten geeft de bondgenoot van de VS, Saudi-Arabië, ongeveer 20 miljard $ uit aan bewapening.
Wapenhandel
De wapenuitvoer blijft een stijgende trend vertonen met een volume dat schommelt tussen 35 en 42 miljard euro ( 2004), of 0,5 à 0,6 van de globale wereldhandel in 2004.
De belangrijkste uitvoerder van zware wapens sedert 2001 zijn Rusland en de Verenigde Staten met een marktaandeel van 30 %, gevolgd door Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië, die samen een marktaandeel hebben van 20%. Duitsland heeft volgens Sipri in het voorbije jaar voor 4,4 miljard euro aan militaire uitrusting en wapens uitgevoerd
De honderd grootste wapenconcerns van de wereld verkochten in 2004 ( China niet inbegrepen) in eigen land en het buitenland voor 212 miljard euro. Zo vergroten ze hun afzet t.o.v 2003 met 15 %. Twee derden van de leidinggevende wapenconcerns bevinden zich in de VS en West-Europa.
Wanneer we de vergelijking maken met het zakencijfer van de top 100 voor 2003, dan stellen we vast dat het gelijk is aan het gecombineerd bnp van 61 landen met een laag inkomen.
Frankrijk:
De wapenverkoop van Frankrijk kende in 2004 een spectaculaire stijging van 60%. Ze was goed voor een bedrag van 4,3 miljard euro. Hierdoor komt Frankrijk op de derde plaats van de wereldranglijst.
De belangrijkste klanten van Frankrijk waren de landen in het Nabije en Midden-Oosten ( helikopters voor Oman en raketten voor Saoedi-Arabië ) goed voor 38% van de Franse markt, gevolgd door de EU 27% en Azië.
In 2004 heeft Frankrijk voor 74 miljoen euro wapens aan China geleverd en er is nog voor 49 miljoen euro in optie, daar er nog steeds een wapenembargo tegen China van kracht is.
Volgorde van de wapenexportacteurs voor de periode van 2001 tot 2003
(omzet in miljarden dollars – wisselpariteit van 2002)
Rusland | 22,9 |
Verenigde Staten | 22,3 |
Frankrijk | 6,8 |
Duitsland | 4,4 |
Groot-Brittannië | 3,1 |
Oekraïne | 1,8 |
Canada | 1,6 |
Nederland | 1,5 |
Italië | 1,5 |
Zweden | 1,4 |
Andere | 6,7 |
De wereldwijde concurrentie onder de wapenproducenten is sterk verscherpt. De multinationals, ook in de wapenindustrie, zijn overal en nergens thuis. De wapenverkoop van de 100 grootste ( Sipri top 100) toonde voor 2004 een stijging van 15%. De omzet van deze top 100 bedroeg 268 miljard $. In dit bedrag neemt de wapenindustrie van de VS, 40 grote Amerikaanse wapenproducenten, 63,3 % voor haar rekening. 29,4% ging naar 36 West-Europese wapenproducenten..
Ten opzicht van de periode van de koude oorlog onderscheidt de wapenindustrie zich vooral op drie niveaus:
Structureel – De wapenindustrie kent een toenemende concentratie
Zowel op nationaal als op internationaal vlak, zo was de top 100 goed van 22% in 1990 naar 44 % in 2003.
Technologisch – De civiele technologie wordt voor de wapenindustrie als maar belangrijker. Steeds meer civiele bedrijven staan op de lijst van toeleveringsbedrijven. Door de groeiende vraag in de ‘oorlog tegen het terrorisme’ wordt deze trend nog versneld
Samenstelling – Door de privatisering van de defensiesector ontstaan er nieuwe types van ondernemingen op het militair terrein. Dit is in Irak zeer merkbaar, waar privé bedrijven taken vervullen die in het verleden door het leger werden gedaan. Dit verklaart vooral de stijging van het aanwezig zijn van privé ondernemingen in de beveiligingssector, beveiligen van personen en gebouwen. Men kan terecht stellen dat deze activiteiten een uitbreiding zijn van de wapenindustrie. Andere zijn dan misschien geen directe militaire taken, maar bewegen zich in een grauwe zone, waar privé ondernemingen zich rond een militair centrum groeperen.
De trend tot privatisering van militaire taken is het grootst in de VS en de West- Europese landen.
Zware wapens
De daling van de handel in zware wapens en defensie-uitgaven is sedert 2003 gestopt. De globale verkoop van deze wapens wordt nu geschat op een bedrag dat schommelt tussen 44 en 53 miljard $. De vijf grootste verkopers van dit type van wapens voor de periode van 2003 tot 2005 zijn: Rusland, Verenigde Staten, Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië. Wanneer men de wapenuitvoer van zware wapens van de lidstaten van de EU samentelt dan komt de Unie op plaats 3 van de wereldranglijst. Rusland en de Verenigde Staten hebben elk een marktaandeel van 30 % op deze wereldmarkt. De vijf grootste wapenuitvoerende landen beheersen 80% van deze markt.
43% van de Russische wapenexport ging naar China en 25% naar India. China en India ontwikkelen zich de laatste tijd op hun beurt als wapenuitvoerders, dank zij hun ontwikkeling op technologisch vlak. De Verenigde staten hebben de laatste tijd geprobeerd om India en Japan in stelling te brengen tegen de groeiende invloed van China. De vier grootste wapenaankopers van de VS waren Griekenland, Israël, Groot-Brittannië en Egypte.
Op het vlak van de wapencontrole is er de laatste decennia praktisch geen vooruitgang gemaakt.
Men slacht toch niet de kip met de gouden eieren?
In een oorlog wordt er kwistig omgesprongen met mensenlevens, Bush junior schijnt er zich niet aan te storen. Hij heeft kennelijk geen benul van de miserie die een oorlog teweegbrengt.
Het huidige globaal neoliberaal systeem is er in de eerste plaats op gericht om de hegemoniale machtspositie van de Verenigde Staten in stand te houden, om de gelddynastie rond Bush nog rijker te maken. Zonder koude of warme oorlogen kan dit systeem niet functioneren, het geeft aan de superrijke individuen van de VS en C°, die alle op een of andere wijze actief zijn in de wapenindustrie en energiesector, de mogelijkheid om nog rijker te worden. Bijgevolg weet Bush junior wat van hem verwacht wordt: hij moet alle aandacht en energie besteden om de winsten te verzekeren. De militaire staatsuitgaven laten de kassa van de sectoren met de hoge winsten rinkelen.
Wat we vandaag vaststellen is dat de wapenlobby voor een groot deel de politiek bepalen die door Washington en zijn vrienden moet gevoerd worden, ook wat het financieel beleid betreft. Verder zien we dat de adembenemende kosten voor de militaire uitgaven niet gedragen worden door diegene die van de oorlog profiteren. Deze laatsten krijgen van de regeringen allerlei gunsten en belastingsfaciliteiten. Ook de uitvoerende bewapeningssector (militaire opdrachten) worden geprivatiseerd in het voordeel van de wapenproducenten. Het kostenplaatje voor de stijgende militaire uitgaven blijft ‘gesocialiseerd’: de burger betaalt. De omvang ervan heeft een bestendige afbouw van het sociale opvangnet en de sociale verworvenheden als gevolg. Gezien er aan de voorzieningen van sociale diensten aan de bevolking voor deze kringen geen geld te verdienen is.
Nieuw vijandbeeld.
Door de implosie van de Sovjet-Unie was de wapenlobby haar ‘nuttige vijand’ kwijt, bijgevolg hadden ze dringend een nieuwe vijand en oorlogsdreiging nodig om de grote militaire uitgaven te rechtvaardigen. Er was en is nood aan een bestendige nieuwe verpakking.
Het is in deze context dat Saddam Hoessein op de wereldbühne geschoven werd. De door vader Bush gevoerde eerste Golfoorlog vulde deze leegte op. In de Balkan ontdekte men nog een nieuwe en gevaarlijke ” Hitler”, de Servische leider Milosevic. Het leverde hen de nodige conflicten in Joegoslavië en het voorwendsel voor militaire interventie. Zo verzekerde men dat de kanonnenfabrikanten op volle toeren konden blijven draaien.
Bij het begin van de ambtsperiode van George Bush junior, zag het er een tijdlang naar uit alsof hij China tot de nieuwe boeman van Amerika wilde uitroepen. Maar een conflict met deze Aziatische reus zou ietwat te riskant kunnen zijn, daar vele Amerikaanse ondernemingen op dit ogenblik grof geld verdienen met de handel met Peking. Dus werd deze kaart nog een tijd achtergehouden.
Met de aanslagen van11 september – waar van ze vrijwel wisten dat ze op komst waren, maar er niets tegen ondernomen hebben – hebben ze de gelegenheid ten volle benut om de VS verder te bewapenen en oorlog te voeren tot grote vreugde van de kassa’s van de wapenfabrikanten die aan het Pentagon mogen leveren.
President Bush verklaarde de oorlog niet aan een land maar aan het abstract begrip “terrorisme”, waartegen sowieso geen overwinning kan behaald worden. Dit is voor Bush en zijn entourage iets geniaals, want in de praktijk betekent deze oorlog tegen het terrorisme, dat Washington het recht opeist om permanent en overal op onze planeet oorlog te voeren tegen wie dan ook.
Het probleem van de behoefte aan een vijandbeeld is zo definitief opgelost en krijgen de VS en hun vrienden in Europa ‘carte blanche’. Om dit alles goed te verpakken zal de bewoner van het Witte Huis regelmatig zijn lijst van de ” axis of evil ” bovenhalen, zo weten we wie eraan de beurt is.
(Uitpers, nr. 78, 8ste jg., september 2006)
Bron: Sipri yearbook 2006
Targets – NL – www.targets.org
Le Monde 13.06
Friedensforschung an der Uni-Kassel – www.uni-kassel.de/fb5/frieden
Junge Welt – www.jungewelt.de