Het Verenigd Koninkrijk gaat op 7 mei 2015 naar de stembus om de 650 leden van het Lagerhuis te verkiezen. Na het referendum over Schotse onafhankelijkheid weet Groot-Brittannië opnieuw de belangstelling van de internationale pers en de politieke wereld op te wekken, dit keer rond de toekomstige positie van Londen in de Europese Unie. Dit is immers een deel van de inzet van deze verkiezingen.
EU
Premier Cameron kondigde inderdaad aan dat indien de Tories de volgende regering (mede) vormen, er een referendum zal worden gehouden over het EU-lidmaatschap van het VK, misschien al in 2016. Hijzelf verklaarde het lidmaatschap te zullen verdedigen in zo’n referendumcampagne, maar hoe zullen vele lokale Tories reageren met de hete adem van UKIP in hun nek? Beide grote partijen verliezen kiezers aan UKIP, maar volgens sommige analisten toch vooral de Conservatieven. Grote Britse ondernemingen kiezen voor het lidmaatschap van de EU, maar wat zal hun invloed zijn tijdens zo’n referendum? Labour zegt geen referendum te willen.
De huidige opiniepeilingen over de kiesintenties tonen de laatste weken geregeld een haasje over tussen de Conservatieven en Labour: ze draaien elk rond de 33%. De Liberaal-Democraten, de huidige regeringspartner van de Tories, schommelen tussen de 6 en de 10%. Alle waarnemers kijken met grote belangstelling uit naar de resultaten van UKIP, de anti-EU partij van boegbeeld en Europarlementslid Nigel Farage. De peilingen situeren UKIP rond de 15%. De Groenen schommelen tussen de 6 en 8 Procent.
Nu, deze algemene cijfers zeggen helemaal niets over de zetelverdeling en de uiteindelijke politieke krachtsverhouding in het nieuwe parlement. Groot-Brittannië heeft immers nog altijd een systeem waarbij de partij met de meeste stemmen ook de volle vertegenwoordiging van dat kiesdistrict krijgt: het zogenaamde ‘first past the post’ systeem. Het is dus als (kleine) partij van groter belang om in enkele bepaalde gebieden heel sterk te staan, dan een zo hoog mogelijk algemeen percentage te halen.
coalities
Coalitievorming om een parlementaire meerderheid te halen wordt een nieuw vast gegeven in de Britse politiek. Het is immers zo goed als zeker dat het Britse tweepartijensysteem verder vervelt naar een meerpartijenparlement. Dat wil zeggen dat Conservatieven en Labour in hun eentje niet meer in staat zijn een absoute meerderheid te halen. Het aantal zetels van de ‘andere’ partijen wint dus aan belang. Dat was reeds het geval in 2010 toen de Liberaal Democraten in de regering kwamen. Zal de huidige coalitie, met name Conservatieven en Liberaal Democraten, nog een meerderheid halen? In welke mate willen de ‘LibDems’ nog met Cameron en indien cijfermatig nodig met UKIP, samen werken? Hoe zit het met een mogelijke coalitie tussen Labour en de Scottish National Party? SNP heeft al aangekondigd niet samen met de Conservatieven te willen regeren. Met Labour zou ze dat wel zien zitten. Maar Labour-leider Miliband heeft nog niet gereageerd op deze uitspraken.
Een meerderheid in het Lagerhuis bestaat dus uit 326 zetels. Een peiling van 22 februari geeft Labour één zetel voorsprong op de Conservatieven: 271 t.o.v. 270. De Scottisch National Party zou op 56 zetels uitkomen. Opvallend is dat UKIP niet meer dan 4 zetels zou halen, en dat de kleinere Liberaal Democratische Partij er 26 in de wacht zo slepen. De Groenen staan op 1 zetel.
economie
Naast het EU-lidmaatschap, en de mogelijke coalitievorming staat ook deze vraag centraal: waar moet het heen met de Britse economie? Vertegenwoordigt Labour wel een echt alternatief op de huidige regering? Concrete dossiers dagen de politici uit: de nationale gezondheidszorg, belasting op de woning, de arbeidsmarkt en de aanwezigheid van buitenlandse arbeiders uit andere al dan niet EU-landen. Positieve makro-economische cijfers zouden goed moeten zijn voor de huidige regering, maar in 1997 wist Labour toch te winnen in een tijd van economische groei. Nu, de cijfers geven groei maar de de staatsinkomsten halen het gebudgetteerde niveau niet, een deel van de Britse bevolking is echt ernstig verarmd. (zie Uitpers: “Brits economie stelt het beter dan de Britten” van Freddy De Pauw). Wat zal de kracht zijn van de samenwerking tussen enkele vakbonden en de radicale linkerzijde ? Hoeveel kiezers kunnen zij weghalen bij Labour, of blijft ook hier het uitbrengen van een ‘nuttige stem’ de voornaamste leidraad bij het kiespubliek?
Labour verliest heel wat pluimen in Schotland, ze staan vandaag nog op de helft van de kiesinstenties die werden opgetekend in augustus van vorig jaar. Alles heeft hier van doen met de keuze voor Britse eenheid tijdens het Schots onafhankelijkheidsreferendum. De Scottish National Party zou nu nog beter scoren dan tijdens het referendum. De Schotten zijn goed voor 9% van het kiezerspubliek.
Besluit
Het kiesveld in het Verenigd Koninkrijk lijkt het einde van het tweepartijensysteem te bevestigen. De toekomst van het VK in de EU, de toekomst van Schotland in het VK, de coalitievorming om de economische ontwikkelingen en de welvaartsstaat te ordenen vormen wellicht de grootste uitdagingen, niet alleen voor deze verkiezingen, maar zeker ook voor de komende jaren.