Onze conceptualisering van religie strookt helemaal niet met de werkelijkheid. Dat is de conclusie die we kunnen trekken uit Religie Herzien, het nieuwste boek van filosoof, theoloog en antropoloog Jonas Slaats. Door zeven diepgewortelde mythes te doorprikken, hoopt hij de lezer alvast tot nadenken te stemmen.
Dat er heel wat maatschappelijke spanningen zijn rond religie, hoeven we u waarschijnlijk niet te vertellen. Neem maar het (wellicht afgezaagde) voorbeeld Islamitische Staat en haar streven naar een wereldwijd salafistisch kalifaat. Dat (en vele andere gebeurtenissen in het verleden) wekt bij velen de overtuiging dat religies gevaarlijk zijn, omdat hun irrationele waarheidsclaims gemakkelijk tot extreme gewelddadigheid leiden. In werkelijkheid is dat echter niet meer dan een mythe. Het gevaar schuilt namelijk niet in het transcendente – of het geloof in god – zelf, maar in het zich toe-eigenen van het transcendente. Of gemakkelijker gezegd: zij die zichzelf een god wanen, zijn het gevaar, want zij plaatsen zich boven de anderen. En dat gebeurt niet enkel in religieuze kringen, maar zeker ook binnen seculiere samenlevingen. Dat is de kiem van het wij-zij-denken.
Dat wij-zij-denken moeten we dan ook overstijgen als we op een rationele manier over religie willen praten. Met zeven wijdverspreide mythes wil Slaats de lezer dan ook boeiende denkoefeningen aanreiken. Is een seculiere samenleving wel zo verschillend van een religieuze, zoals we onszelf graag voorhouden? Zijn religies, dankzij de vermeende regels en structuren, wel zo eenvoudig van elkaar te onderscheiden? Is de kloof tussen het traditionele “geloof” en het moderne “wetenschappelijk en rationeel denken” wel gegrond?
Deze valse redeneringen worden steevast aangegrepen, zowel door religieuze fundamentalisten (“zij”) als door seculiere fundamentalisten (“wij”) om het wij-zij-denken aan te wakkeren en in stand te houden. Dat is problematisch, want dat zorgt voor heel wat wederzijds onbegrip en uiteindelijk ook conflicten. Hoog tijd dus om die tweedracht te doorbreken. Dit boek zet alvast de eerste stap in de juiste richting.
Hoewel er in Religie Herzien zeker geen nieuwe, baanbrekende ideeën staan, doet het werk een verdienstelijke poging om een genuanceerder beeld over religie te geven. Het boek is goed gestructureerd, helder en brengt alternatieve inzichten op een eenvoudige manier aan. Desalniettemin blijven we achter met de vraag: hoe kan het toepassen van de nieuwe perspectieven effectief voor verandering zorgen?