Iedereen herinnert zich nog de juichkreten die opstegen toen het Internet ontstond. We gingen alles kunnen: berichten, teksten en documenten versturen en alles opzoeken. En dat alles gratis! Sindsdien hebben enkele grote bedrijven zich meester gemaakt van het Internet. Zij weten alles over ons en verkopen onze persoonlijke gegevens aan adverteerders. Ook de Staat is Big Brother geworden en controleert ons van ’s morgens tot ’s avonds. Hoe deze controle- en spionagesamenleving zich verder ontwikkelt wordt uit de doeken gedaan in het boekje ‘L’empire de la surveillance’ van Ignacio Ramonet, voormalig directeur van Le Monde diplomatique en voormalig hoogleraar Communicatie aan de universiteit Paris-VII.
Een wereld die onder totale controle zou staan, werd lang als een overdreven denkbeeld beschouwd. Maar Ignacio Ramonet duwt ons met de neus op de feiten: wij leven hier en nu in de greep van een Rijk van het Toezicht. Zonder we het weten worden we steeds meer in de gaten gehouden, gecontroleerd en worden onze gegevens bijgehouden. Het gebruik van elektronische toestellen zoals smartphone en computer maken dat mogelijk. De auteur beklemtoont dat er geen probleem is met het toezicht op verdachte personen, mits toestemming van een rechter. Iets anders is de voortdurende clandestiene controle van iedereen, zonder dat daar enige juridische reden voor bestaat.
Het afluisteren van personen is kinderspel geworden, dankzij allerlei toestellen die in de handel verkrijgbaar zijn. Bedrijven als Google, Apple, Microsoft, Amazon en Facebook, allemaal Amerikaans, kapen onze persoonlijke gegevens en verdienen schatten door ze aan adverteerders te verkopen. Ze spelen onze persoonlijke gegevens ook door aan de Amerikaanse inlichtingendiensten. Die bedrijven werken dus geenszins gratis. Zo verdubbelde de beurswaarde van Google tussen 2011 en 2015 van 200 tot 400 miljard dollar.
Bespioneerd door onze vrienden
Na de Tweede Wereldoorlog lanceerden de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland in het grootste geheim het spionagenetwerk Echelon dat over de hele planeet zowel privé- als officiële communicaties onderschept: telefoongesprekken, faxberichten, sms-berichten, e-mails enz. Gedurende meer dan veertig jaar wist het publiek niets over het bestaan van dit netwerk. Echelon kan tot twee miljoen gesprekken per minuut opvangen. De belangrijkste opdracht van het netwerk is het bespioneren van regeringen (vrienden of vijanden), van politieke partijen, vakbonden, sociale organisaties en bedrijven. Een ander geheim spionagenetwerk kreeg de naam PRISM. Het werd ontwikkeld door de Amerikaanse inlichtingendienst NSA (National Security Agency). Het controleert alle communicaties die uit het buitenland komen en langs de Amerikaanse providers passeren. Dat betekent dat het NSA vrije toegang heeft tot de gegevens van de negen grootste Internetbedrijven. Ignacio Ramonet noemt dat de grootste hold-up van persoonlijke gegevens in de geschiedenis.
En dat het NSA geen scrupules heeft werd duidelijk toen enkele jaren geleden bekend werd dat het de telefoongesprekken van de voormalige Franse presidenten Jacques Chirac, Nicolas Sarkozy en François Hollande en van de voormalige Duitse kanselier Angela Merkel afluisterde. Ook andere regeringsleiders en zelfs de zetel van de Verenigde Naties in New York kwamen/komen aan de beurt. Maar niets mag het Westerse Bondgenootschap in de weg staan. Zo werken het Verenigd Koninkrijk en Duitsland samen met het Amerikaanse agentschap dat hen bespioneert.
Iedere burger is verdacht
Zoals gezegd houdt ook de Staat ons voortdurend in het oog. Vroeger gebeurde dat alleen in dictaturen. Maar die zegden duidelijk waaraan iedere burger zich had te houden. Nu wordt dat niet meer gezegd. De Staat controleert ons dag en nacht zonder enige aanleiding. Die controle nam de voorbije jaren een vlucht in naam van de strijd tegen het terrorisme. Elektronische middelen, zoals camera’s, maken een ononderbroken toezicht op iedereen mogelijk. Dat betekent dat iedere burger als een potentiële verdachte of zelfs als een mogelijke terrorist wordt beschouwd. Tegenwoordig worden ook camera’s met gezichtsherkenning gebruikt. Burgemeester Christoph D’Haese (N-VA) van Aalst sluit niet uit dat de 107 camera’s die in de stad staan opgesteld met gezichtsherkenning worden voorzien, zodra de wet het toelaat. In de Hongaarse hoofdstad Boedapest zullen tijdens de komende Pride camera’s met gezichtsherkenning worden ingezet.
Al die nieuwe controlemaatregelen worden zogezegd in naam van de veiligheid genomen. Dat is volgens Ignacio Ramonet een drogreden. Want de ‘totale veiligheid’ bestaat niet, terwijl het er meer en meer naar uitziet dat we op een ‘totaal toezicht’ afstevenen. Zo werd naar aanleiding van de Covid-pandemie de digitale controle overal versneld en versterkt. In Spanje worden reizigers van de openbare spoorwegmaatschappij RENFE verplicht hun naam en het nummer van hun mobiele telefoon mee te delen. In Italië worden de belangrijkste telefoonbedrijven en Internetproviders verplicht de ‘gevoelige’ gegevens van hun klanten aan de overheid mee te delen. In Israël gebruikte de regering antiterroristische technieken voor digitale controle om Covid-positieve personen te volgen.
Uit vrees voor sociale onrust vanwege de antisociale maatregelen van de regeringen, nemen die regeringen hun toevlucht tot steeds nieuwe controletechnieken om leiders van protesten en betogingen preventief uit te schakelen. De overheden hopen dat door toenemende controles de burgers hun gedrag zullen wijzigen en volgzaam en gedwee zullen worden. En de bewering van heel wat burgers dat wie niets te verbergen heeft, ook niets te vrezen heeft, houdt geen steek. Het gaat er niet om niets te verbergen te hebben, maar om het eerbiedigen van ons recht op privacy. De politie, de burgemeester, de minister moet niet weten hoe laat ik ’s morgens mijn woning verlaat, waar ik naartoe ga en met wie ik over straat wandel.
Volgens Ignacio Ramonet moet er dan ook dringend een internationaal handvest van het Internet komen dat het privéleven, de vrije meningsuiting en de anonimiteit beschermt. En we kunnen niet beter besluiten dan met een citaat van Julian Assange, redacteur van WikiLeaks, die de oorlogsmisdaden van het Amerikaanse leger in Irak en Afghanistan aan het licht bracht: ‘Niet de Staat moet alles over zijn burgers weten, maar de burgers moeten alles over de Staat weten.’
Ignacio Ramonet
‘L’empire de la surveillance’
Suivi de deux entretiens avec Julian Assange et Noam Chomsky
Gallimard
205 blz. – 8,30 euro