Aan alternatieven geen gebrek, zo wordt toch altijd gezegd als het weer eens over de klimaatcrisis gaat, en neen het kapitalisme is niet verenigbaar met enig echt groen beleid, met voorstellen voor sociale rechtvaardigheid, met sociale fora over een sociale en solidaire economie, over een transformatieve economie, en ga zo maar door. Er wordt dan gegoocheld met wat soms nog socialisme heet, met coöperaties, met commons, met LET’s en ga zo maar door.
In veruit de meeste gevallen echter blijven al deze voorstellen beperkt tot lokaal of stedelijk vlak. Je kan werken met gemeenschappelijke groentetuinen of repairshops, je kan er kwetsbare groepen mee aan werk helpen en zowaar de eet- en verbruiksgewoonten van mensen veranderen en verbeteren.
Maar daarmee heb je nog geen andere economie. Daarmee is de milieucrisis verre van opgelost.
Ook alle campagnes tegen vliegreizen en plastic strootjes zullen niets veranderen aan de vernietigende handelingen van grote multinationale bedrijven. Zelfs een nieuw windmolenpark schiet tekort.
Ondernemingen
Er komt nu langzaam maar zeker een debat op gang over de doelstellingen van bedrijven. Is dat enkel, zoals neoliberale kapitalisten beweren, het creëren van winst en rijkdom voor de aandeelhouders? Of hebben ondernemingen ook een maatschappelijke rol te spelen? In het voordeel van hun werknemers? Van de hele samenleving? Van het milieu? Gek genoeg is dit een debat dat vooral aan de rechterzijde wordt gevoerd, links blijft redelijk stil, zo lijkt me. Met de verkiezingscampagne van Bernie Sanders begin er wel wat te bewegen in de richting van economische democratie: een vertegenwoordiging én participatie in de raden van bestuur van grote ondernemingen. Dit debat kan een begin van oplossing bieden voor wat nodig is om een algehele verarming en uiteindelijk vernietiging van de mensheid tegen te houden.
Want het moet duidelijk zijn: zolang er giftige residuen in ons eten zitten, zolang zoetwater wordt opgebruikt om met fracking naar olie te zoeken, zolang de aarde wordt vergiftigd met pesticiden, zolang onze hele samenleving draait op fossiele brandstoffen, is er geen enkele oplossing.
Maar hoe hou je Shell, BP of Exxon tegen? Wat doe je met Monsanto nu Bayer? Het zijn vragen die tot nu toe geen enkel antwoord hebben gekregen, zo lijkt me.
Een klein lichtje aan het eind van de tunnel kan bestaan in de juridische acties tegen deze bedrijven.
In 2016 nam Bayer voor 63 miljard US$ het grote Monsanto over. Het doel was, uiteraard, meer monopolie en meer winst. Toch zou dit wel eens verkeerd kunnen uitpakken.
Er zijn tienduizenden klachten ingediend tegen de bekendste onkruidverdelger, Roundup. En nu zijn er ook klachten en een eerste uitspraak tegen het gebruik van een ander product: Dicamba. Een rechtbank in de V.S. veroordeelde Bayer én BASF, die andere agrochemicus, om 244 miljoen euro te betalen aan een boer wiens perzikenteelt door Dicamba werd vernietigd. Dicamba wordt gebruikt op velden met genetisch gewijzigde soja, en die lagen in de buurt van het perzikenbedrijf.
Bayer wil beroep aantekenen, maar het weet dat nog 140 andere processen in de pijplijn zitten. En Dicamba mag dan niet meer dan 0,5 % van de omzet van Bayer betekenen, de vooruitzichten met al die juridische acties zijn bepaald niet rooskleurig.
In Californië werden al drie zaken rond Roundup verloren. Het hoofdbestanddeel, glyfosaat, veroorzaakt kanker, maar het bedrijf betwist dat. In één geval moest het 86,7 miljoen US$ betalen aan een koppel zieke boeren. In oktober 2019 waren er in de V.S. alleen al 42.700 klachten ingediend! Wellicht komt het in al deze zaken tot een minnelijke schikking, maar dat zou Bayer toch zo’n 12 miljard Euro kunnen kosten, schrijft Le Monde.
Ook in Europa blijft het een erg pijnlijke zaak, met een politiek gevecht tussen de Lidstaten en de Europese Commissie. De boeren willen het glyfosaat om hun productie op peil te houden, maar men kent de risico’s van het product inmiddels maar al te goed.
Kopen in het Zuiden
Misschien kunnen de schadegevallen in het Noorden zo hoog oplopen, dat Bayer de boeken moet dicht doen. Zo ver zijn we nog lang niet, want in het Zuiden wordt nog steeds grote winst gemaakt en daar zijn de boeren voorlopig niet in staat om schadedossiers in te dienen. Heel vaak zal de onderneming de regering of de betrokken ministers trouwens gewoon omkopen, om hun gif vrij te mogen verspreiden. Maar uiteindelijk komt via de soja of de maïs dat gif wel degelijk op ons bord terecht.
Bovendien is het één ding te stellen dat genetisch gemodificeerde producten op zich niet schadelijk zijn, het is iets helemaal anders als ze doordrongen zijn van het gif van de herbiciden. Paraguay laat geen gmo-teelt toe, maar de wind vanuit Brazilië en Argentinië zorgt ervoor dat de zaden wel degelijk in het land terecht komen. Mexico staat evenmin gmo-maïsteelt toe, maar de goedkope maïs uit de V.S. zorgt ervoor dat de Mexicaanse boeren gewoon niet kunnen overleven… en uitwijken naar de V.S.
Tienduizenden boeren in India pleegden al zelfmoord, verstikt als ze zijn door schulden om gmo-zaaigoed te kopen. Ze worden ertoe verplicht. Hoe kleiner het stuk grond dat ze bebouwen, hoe groter de kans dat ze niet uit de kosten komen.
Het zou dus een echt goede zaak zijn mochten boeren gezamenlijk een juridische actie kunnen beginnen tegen Bayer. Het is een moordend bedrijf.
Misschien er ook nog even aan herinneren dat Bayer én Monsanto destijds het ‘agent orange’ leverden dat door V.S. vliegtuigen over Vietnamvelden werd uitgestrooid. Tot vandaag worden kinderen met beperkingen geboren, als gevolg van dat gif.
Sociale bescherming
Een herdefiniëring van de doelstelling van ondernemingen. Economische democratie. Juridische acties tegen de schadelijke handelingen van bedrijven. Dit zou trouwens ook mogelijk zijn wegens de schade die ze toebrengen aan de natuur, in landen waar die natuur, in de grondwet, ook rechten heeft gekregen.
Een derde mogelijkheid is actie van onderuit, van mensen die pleiten en vechten voor gezond eten en voor een gezonde natuur. Het is één van de mogelijkheden die zijn opgenomen in een voorstel om van sociale bescherming een instrument te maken voor duurzame ontwikkeling. Preventieve gezondheidszorg is er uiteraard één cruciaal element van, maar die preventie is niet mogelijk als mensen ongewild gif te eten krijgen. Alle toxische residuen moeten weg uit groenten en fruit, het is een logische eis voor al wie aan preventieve gezondheid wil werken.
Nodig is wel dat bewegingen die rond multinationals, landbouw en sociale bescherming werken, de handen in elkaar slaan, juristen raadplegen en gezamenlijk en internationaal acties op het getouw zetten. Dat is perfect mogelijk en wordt tot op zekere hoogte al gedaan.
Nodig is daarvoor ook dat men goed beseft dat zowel lokale, nationale, Europese en mondiale acties nodig zijn, en aan die articulatie moet nog stevig worden gewerkt.