Het was de grote verdienste van Wilfried Martens dat hij van de EVP de grootste fractie in het Europarlement maakte. Aldus gewezen kopstukken van de CD&V over wijlen ex-premier Martens. Dat hij zo de christendemocratie versmachtte in een conservatieve club, vermelden ze er niet bij. Dat is wat nochtans gebeurde. Want wat schiet er vandaag nog over van de Europese, laat staan de mondiale christendemocratie?
Berlusconi
Martens ging er in 1994 erg prat op dat hij een grote partij had binnengehaald, de Italiaanse Forza Italia van Silvio Berlusconi – ondanks tegenkanting in de eigen partij, de CVP. Er was al wel een machtige christendemocratische partij in Italië, de Democrazia Cristiana, DC. Maar die was in de golf van corruptieschandalen, aan het licht gekomen met de operatie Mani Pulite (Schone Handen), in zware crisis geraakt. Kort daarop was ze trouwens compleet verdwenen.
Maar de EVP had Berlusconi. “Zo zijn we de grootste in het parlement”, zei Martens fier. Aanvankelijk zat Forza Italia alleen in de fractie in het Europarlement, later in de EVP zelf. Dat Berlusconi toen al een alliantie had met de ‘postfascisten’ was geen probleem. Het is nog altijd geen probleem dat hij volledig vast zit in een alliantie met uiterst-rechts (Lega en Fratelli d’Italia).
De christendemocratie was toen nog de kern van die EVP, vooral rond de Duitse CDU. Maar die vormde binnen de internationale christendemocratie, CDI, geleid vanuit Brussel, al snel een hechte alliantie met de Spaanse conservatie Partido Popolar (PP) die weinig te maken had met christendemocratie, wel alles met een zeer rechtse visie.
Uitgehold
Met de uitbreiding van de EU raakte het christendemocratisch karakter van de EVP verder uitgehold. Er werden allerlei rechts-nationalistische groepen opgenomen, zoals de Hongaarse Fidesz, de Kroatische HDZ, de Bulgaarse Gerb. Of gewoon conservatieve partijen als de Poolse PO, de Roemeense ‘liberale’ PNL.
Intussen zijn enkele klassieke christendemocratische partijen, die de kern van de EVP vormden, verdwenen of erg verzwakt. In Italië zijn resten van de christendemocratie opgegaan in de Democratische Partij (PD), samen met de resten van de communistische PCI. In Frankrijk bestaat er al lang geen christendemocratische partij meer, de EVP moet het hebben van de rechtse Les Républicains. In Scandinavië zijn die cd-partijen marginaal.
Lijden
Wat overblijft, lijdt, op weinige uitzonderingen na (zoals de Oostenrijkse ÖVP). Dat lijden overkomt nu zelfs de sterkste pijler, de Duitse CDU-CSU die bij de recente verkiezingen terugviel op 24 % en de tweede plaats. De Nederlandse CDA is slechts een schaduw van wat ze ooit was, de grootste. In België zijn de cdH (die de benaming christelijk al 20 jaar geleden schrapte) en de CD&V er minstens even slecht aan toe. Ooit haalden ze een volstrekte meerderheid, nu is hun electorale invloed erg verschrompeld.
Die verzwakking van de kern, maakt van de EVP een nog sterkere conservatieve groep, ook al is Fidesz er nu eindelijk uit. Hoe rechts die club wel is, kunnen we aflezen uit de allianties die ze in diverse landen aangaan met uiterst-rechts of uit de invloed van uiterst-rechts binnen die partijen – Spanje, Italië, Kroatië, Bulgarije…
Wat schiet er dan nog over van de christendemocratie in Europa? Niet zoveel. En daarbuiten is het niet beter gesteld. Wijlen premier Leo Tindemans was een felle verdediger van de christendemocratie in Latijns Amerika. Hij nam het persoonlijk op voor president Duarte in El Savador, voor hem toonbeeld van een christendemocraat in die regio. Maar ook in Latijns Amerika is de christendemocratie grotendeels verdampt.
De naam CDI staat nu trouwens al 20 jaar voor Centrumdemocratische Internationale, zodat men ruimer kan rekruteren. Tot en met de Marokkaanse nationalistische Istiqlal zit bij de club. Die CDI is ondanks de benaming ‘centrum’ vooral een verzameling van rechtse tot zeer rechtse partijen. De cdH, Franstalig België, zit wijselijk niet bij deze club.