Inleiding bij de radiouitzending van deze speech één dag later door AMY GOODMAN: President-elect Obama en vice-president-elect Biden geven een persconferentie in Chicago om hun nieuw team economische adviseurs aan te kondigen en hun plannen om de kwakkelende economie herop te bouwen. Maar terwijl Obamazijn team samenstelt en zich klaar maakt om de riemen over te nemen van Bush, rijzen er meer en meer vragen over het soort verandering dat hij naar Washington en de wereld zal brengen.
Progressieven die Obama’s kandidatuur steunden en deze historische overwinning vieren zijn ontzet over zijn keuze voor Clinton figuren als sleuteladviseurs, van wie velen de financiële deregulatie toegejuicht hebben en die haviken zijn op buitenlands vlak.
Wereldbefaamd intellectueel Noam Chomsky bespreekt de overwinning van Obama en de mogelijkheden die dat biedt voor échte democratie tijdens een toespraak in Boston. Chomsky was een halve eeuw professor linguïstiek aan het Massachusetts Institute of Technology en is de auteur van talloze invloedrijke boeken over de buitenlandse politiek van de VS, de rol van intellectuelen en de functie van de massamedia. In zijn allereerste openbaar optreden sinds de verkiezing, sprak Professor Chomsky tot een massaal opgekomen publiek in Boston op een event georganiseerd door ‘Encuentro 5’. Zijn toespraak was getiteld: “What’s next. The Elections, the Economy and the World.”
NOAM CHOMSKY: Wel, laten we beginnen met de verkiezingen. Het woord dat over de tongen rolt is ‘historisch’. Historische verkiezing. EN ik ben het daar mee eens. Om een zwarte familie te hebben in het Witte Huis is een historische verwezenlijking. In feite is het historisch in een nog bredere betekenis. De twee voornaamste Democratische kandidaten waren een African-American en een vrouw. Alle twee merkwaardige verwezenlijkingen. Gaan we terug, zeg 40 jaar, dit zou ondenkbaar zijn geweest. Er is hier in dit land dus iets gebeurd in die 40 jaar. En wat er gebeurd is dat – en dat worden we nu net verondersteld niet te zeggen – dat hier in de jaren ’60 een massale en zeer constructief activisme was dat gevolgen had. Vandaar de feministische beweging, vooral ontwikkeld in de jaren ’70 – de solidariteitsbewegingen van de jaren ’80 tot vandaag. En dit activisme heeft het land geciviliseerd. Het land is heel wat beschaafder nu dan 40 jaar geleden en deze historische evenementen bewijzen dat. Ze zijn een les voor wat volgt.
Wat nu volgt hangt er van af dat de zelfde dingen gebeuren. Veranderingen en vooruitgang zijn zelden geschenken van bovenaf. Ze ontstaan uit de strijd van onderuit. En het antwoord op wat er nu volgt hangt af van mensen zoals u. Niemand anders kan dat antwoord geven. Het is niet voorspelbaar. In een zekere zin was de verkiezing ook verrassend.
Ik ga terug naar mijn slechte voorspelling (Chomsky had een nipte overwinning van McCain voorspelt, hij niet alleen J , LV). Als de financiële crisis niet net nu had plaatsgehad maar een paarmaand later zou die voorspelling correct geweest zijn. Maar zonder te speculeren, één ding is verrassend, deze verkiezing was geen aardverschuiving. Volgens normale criteria zou je verwachten dat de partij van de oppositie met een aardverschuiving zou winnen onder de voorwaarden die er nu zijn. De uittredende president was zo onpopulair dat zijn eigen partij zijn naam niet kon noemen in de campagne en moest doen alsof ze tegen zijn beleid oppositie had gevoerd. Hij was president over het slechtste resultaat voor gewone mensen in de naoorlogse geschiedenis, in termen van banengroei, echte welvaart enzovoort. Zowat alles dat deze regering heeft aangeraakt is tot een ramp uitgelopen. Het land heeft de slechtste reputatie ooit in zijn geschiedenis in de wereld. De economie loopt vast. Er zijn verschillende recessies geweest. Niet alleen die die je in de financiële bijlagen van de kranten leest, de financiële recessie. Er is ook een recessie in de echte economie. De productieve economie, onder omstandigheden die de mensen weten. 80 % van de bevolking zegt dat het land de verkeerde richting uitgaat; Zo een 80 % zegt dat de regering er niet is ten voordele van de gewone mensen, dat ze voor de ‘happy few’ en de speciale belangen werkt. Een verbijsterende 94 % klaagt er over dat de regering géén rekening houdt met de publieke opinie, enzovoort enzovoort. Onder zo een voorwaarden zou je toch een aardverschuiving verwachten naar de oppositie, wie ze ook mogen zijn. En er was er geen.
Je zou je dus kunnen afvragen waarom er geen aardverschuiving was? Dat leidt ons in een interessante richting. En voor andere aspecten was de uitslag zoals mocht verwacht worden. Zodus, weer eens was deze verkiezing gekocht. 9 op 10 van de overwinnaars zijn zij die meer spenderen dan hun tegenstander. Obama deed natuurlijk meer op dan McCain. Als je kijkt naar de – en we hebben de finale gegevens van de eindresultaten (van de uitgaven) nog niet maar die zullen grosso modo wel overeenkomen met de schattingen van een paar maand terug – die toonden dat zowel Obama als McCain het grootste deel van hun geld haalden bij de financiële instellingen en voor Obama, bij advocatenkantoren wat in feit wil zeggen, bij lobbyisten. Die waren een paar maand terug goed voor een derde. Maar de eindresultaten zullen waarschijnlijk hetzelfde zijn. En er is – de verdeling van de fondsen is over de jaren heen altijd een goed voorspeller van de beleidskeuzes geweest – voor wie er in is geïnteresseerd een degelijk wetenschappelijk onderzoek van Tom Ferguson van de University of Massasuchetts (niet dezelfde als MIT, LV) hier in Boston, die hij de ‘investeringstheorie van de politiek’ noemt. Die argumenteert dat verkiezingen ogenblikken zijn waarop groepen van investeerders samenwerken en investeren in controle van de staat en dat dit over het algemeen het verwachte succes heeft. Hij geeft ook enkele suggesties over wat er staat te gebeuren. Dus dat deel is bekend. De toekomst is, zoals ik zeg, hangt af van mensen zoals u.
Van de andere kant, als je naar de wereld kijkt, is dat hier allemaal niet zo opmerkelijk. Laat ons eens kijken naar de armste landen in het Westerse halfrond.
In Haïti was er een basisbeweging, volksbewegingen die zich ontwikkelden in de arme wijken en de heuvels, waar niemand enige aandacht voor had. En ze slaagden er in, zonder enige financiële middelen, een kandidaat de overwinning te bezorgen, hun eigen kandidaat. Een populistisch priester, Jean-Bertrand Aristide. Dat was een overwinning voor de democratie toen volksbewegingen zich konden organiseren en programma’s opstellen en hun kandidaat kiezen en hem verkiezen, wat dus effectief is gebeurd, natuurlijk.
Ik bedoel, Obama heeft een groot aantal mensen georganiseerd en veel enthousiaste mensen in wat de pers Obama’s Army noemde. Maar een leger wordt verondersteld instructies te krijgen, niet om programma’s op te stellen, voor te stellen, te ontwikkelen en hun kandidaat op te roepen die uit te voeren. Dat is essentieel. Als het leger zich daar aan houdt, zal er niets aan veranderen. Als het echter de andere richting uitgaat van de activisten van de jaren ’60, dan kan heel wat veranderen. Dat is één van de keuzes die moet gemaakt worden. Dat is Haïti. Dat duurde natuurlijk niet lang. Een paar maand later was er een militaire coup, een periode van terreur, we gaan dat hier niet overlopen (een goed overzicht van de geschiedenis van Haïti vind in deze twee Uitpersartikels, LV). Tot vandaag hebben de traditionele beulen van Haïti, Frankrijk en de VS, zich er van verzekerd dat er daar geen overwinning van de democratie is. Het is een vreselijke geschiedenis. In tegenstelling tot vele illusies.
Neem het tweede armste land (in het Westers halfrond), Bolivia. Ze hielden een verkiezing in 2005 die bijna niet voor te stellen was in het Westen. Zeker hier. De persoon die was verkozen is een inboorling. Dat is de meest onderdrukte in dit halfrond, zij zijn de overlevenden. Hij is een arme boer. Hoe is hij daar geraakt? Wel, hij geraakte daar omdat opnieuw, er was daar een massabeweging, een zeer ernstige. Een paar jaar terug was er daar een zware strijd over de privatisering van het drinkwater. Een initiatief dat de facto een groot deel van de bevolking zou afsnijden van drinkbaar water. En het was een bikkelharde strijd. Heel wat mensen kwamen om,maar ze wonnen. Door internationale solidariteit, onder andere, dat hielp. En het gaat verder. Dat is nu een échte verkiezing. Opnieuw, ik zeg het, de plannen, de programma’s worden uitgevoerd voortdurend door massabewegingen die dan hun eigen vertegenwoordigers kiezen vanuit hun eigen rangen, om hun programma’s uit te voeren. En dat is heel wat anders dan wat hier gebeurt.
Wat hier gebeurt was feitelijk goed begrepen door de elite. De public relations industrie die hier de verkiezingen organiseert – eigenlijk vierjaarlijkse kermissen – zorgen er voor de echte discussies in de marge te houden en te focussen op persoonlijkheden en karakter enzovoort enzovoort. Daar hebben ze goede redenen voor. Ze weten goed dat – ze kijken naar opiniepeilingen en weten goed dat over een hele hoop zaken beide partijen stevig rechts zitten van de bevolking. Dat is één goede reden om de thema’s van tafel te houden. En ze herkennen hun succes.
Ieder jaar geeft de reclame-industrie hier een prijs voor, weet je, voor de beste marketing campagne van het jaar. Dit jaar won Obama de prijs. Versloeg Apple. De beste marketing campagne van 2008. Dat is correct want is essentieel wat er gebeurd is. Nu, dat is nogal verschillend van wat in échte democratieën gebeurt zoals Bolivia en Haïti, behalve voor het feit dat die daar vervolgens werd verpletterd. En in Zuid-Amerika is dat ook nogal ongewoon. Noteer dat in beide gevallen een veel merkwaardiger vertoon van democratie in actie was dan we ooit hebben gezien – belangrijk. En dus de retoriek – vooral in Europa – is correct als we ons eng racistisch perspectief als norm behouden en dus zeggen, ja,wat daar in het Zuiden gebeurt is niet gebeurd of heeft geen belang. Het enige wat telt is wat WIJ doen en volgens onze normen, was wat (hier) gebeurde fenomenaal,maar niet volgens de normen van een écht functionerende democratie. Er is effectief een verschil in democratische theorie, die de VS van zeg Bolivia en Haïti.
Vraag is wat wordt een democratie verondersteld te zijn? Dat is een debat dat teruggaat tot de grondwetsconventie (bij de stichting van de VS, LV). Maar in de 20ste eeuw werd dat duidelijk toegelicht door belangrijke figuren. Dus op het progressieve en ‘liberal’ uiteinde (van het politiek spectrum, LV) was de uitgesproken publieke intellectueel Walter Lippman. Een Wilson, Roosevelt, Kennedy progressief. EN heel wat van zijn werk was over democratische theorie. Hij was daar zeer open over. Als je een houding aanneemt die niet zoveel verschilt van James Madison. Hij zei dat in een democratie de bevolking een taak heeft. Hun taak is om toeschouwers te zijn, niet deelnemers. Hij noemde hen niet de ‘bevolking’. Hij noemde hen onwetende en bemoeiallerige buitenstaanders. De onwetende en bemoeiallerige buitenstaanders hebben een functie en dat is om toe te kijken op wat gebeurt. En nu en dan op een knopje te duwen en naar huis te gaan. Maar de deelnemers dat zijn wij,de geprivilegieerden, de slimme gasten. Wel, dat is één concept van democratie.En daar hebben we dus zopas een demonstratie van gezien. De bevolking neemt dat dikwijls niet. Zoals ik al vermeldde, zeer recente opiniepeilingen, de mensen zijn daar en masse tegen. Maar ze zijn geïsoleerd van elkaar. Velen van hen voelen zich hopeloos, ongeorganiseerd, en ze vinden dat ze niets aan kunnen doen. Ze hebben dat dus niet graag. Maar daar houdt het op.
In een functionerende democratie zoals Bolivia of de VS in vroegere periodes doen ze daar iets aan. Dat is waarom we de New Deal hebben (van Roosevelt in de jaren ’60) en de Great Society (van Johnson in de jaren ’60). In feite is zowat elke stap, weet je, vrouwenrechten, slavernij, ga zover terug als je wilt, dat komt niet als een geschenk. En dat gaat ook in de toekomst niet gebeuren. De commentatoren zijn zich daarvan bewust. Ze gaan dat zeker niet verwoorden zoals ik nu doe, maar als je de pers leest komt dat er zo uit. Neem nu onze krant aan het ‘liberal’ uiteinde van het spectrum, de Boston Globe, dat zeg je waarschijnlijk welvlak na de verkiezingen, had een hoofdartikel over hoe Obama dit wonderlijk volksleger had en dat hij geen schulden heeft. Wat dus wordt verondersteld een goede zaak te zijn. Hij is dus vrij om te doen wat hij wil. Hij heeft geen schulden, de gewone democratische kiezer, de werkende mens, vrouwen ,minderheden en zo, zij hebben hem niet in zijn zetel gezet. Hij is hen dus nietzs schuldig.
Wat we hadden was dus een leger georganiseerd om de mensen voor Obama te laten stemmen. Voor wat de pers het merk ‘Obama’ noemt. Ze zijn het eens met de reclame-industrie, het is het merk ‘Obama’. Dat is het leger dat werd gemobiliseerd om hem te verkiezen. Dat vinden ze een goede zaak, ze aanvaarden het concept van democratie van Lippman, de onwetende en bemoeizuchtige buitenstaanders worden verondersteld te doen wat hen wordt gezegd en daarna naar huis te gaan. De Wall Street Journal, aan het andere uiteinde van het spectrum, hadden hier een gelijkaardig artikel over rond ongeveer dezelfde tijd. Dat had het over dit wonderlijk basisleger dat ontwikkeld was en op instructies wachtte. Wat moeten ze nu doen voor Obama’s agenda? Wat dat ook moge zijn. Maar wat dat ook moge zijn, het leger wordt verondersteld instructies te volgen en aan het werk te gaan. De Los Angeles Times had gelijkaardige artikels, en er zijn er andere. Wat ze zich niet schijnen te realiseren is dat wat zij beschrijven, het ideaal dat ze beschrijven is een dictatuur, geen democratie. Democratie, toch niet in de zin van Lippman – ik pik hem er uit omdat hij zo bekend is maar dit is een standaardpositie. Maar in de zin van het grootste deel van het Zuiden, waar volksbewegingen programma’s uitvoeren die ze zelf hebben ontwikkeld, waar ze zich organiseren om aan de verkiezingen deel te nemen, maar dat is daar een deel van een voortdurende evolutie. En dat brengt iemand aan het stuur uit hun eigen rangen die die programma’s uitvoert en en als die persoon dat niet doet, vliegt hij er uit. OK, dat is dus een ander soort democratie. Het is dus aan ons om te kiezen wat voor democratie we willen. En dat zal bepalen wat daar op volgt.
Wel, wat kunnen we verwachten als het volksleger, het grassroots leger, beslist om de functie van toeschouwer te aanvaarden eerder dan die van deelnemer? Er zijn twee soorten bewijs. Er is de retoriek en er is de actie. De retoriek, weet je, is heel stimulerend: verandering, hoop en zo. Verandering ging door het hoofd van zowat elke partijmanager die dit jaar de opiniepeilingen las, met inbegrip van degenen die ik hier kom te citeren – die zouden onmiddellijk concluderen dat ons thema in de verkiezingen ‘verandering’ is. Omdat de mensen wat er gebeurt haten, voor goede redenen. Het thema was dus verandering. Dat was het in feite voor beide partijen. Weet je, een breuk met het verleden, niks ouwe politiek, er staan nieuwe dingen te gebeuren. De Obama campagne deed dat beter, dus wonnen ze de marketingprijs en niet de McCain campagne.
Tussen haakjes, de instellingen die deze verkiezingen organiseren, de public relations industrie, de adverteerders, ze hebben een taak – hun voornaamste taak is commerciële reclame. Ik bedoel, verkopen van een kandidaat is een soort nevenactiviteit. Zoals iedereen weet gaat het in commerciële reclame, zoals iedereen weet die al een naar een TV-programma heeft gekeken, reclame is NIET bedoeld om informatie te verschaffen over een product, all right? Ik moet daar niet over doorbomen, dat is duidelijk. Het punt van reclame is mensen te misleiden met beeldvormingen, perceptie, weet je, verhalen over een voetbalspeler, een sexy actrice, weet je die in een wagen naar de maan reist of zoiets. Het is de facto bedoeld om de mensen NIET geïnformeerd te houden.
Het doel van reclame is ongeïnformeerde consumenten te creëren die irrationele keuzes maken. Zij onder u die zich door een cursus economie hebben geworsteld weten dat markten worden verondersteld gebaseerd te zijn op de rationele keuzes van geïnformeerde consumenten. Maar de industrie spendeert honderden miljoenen om die markt te ondermijnen en zich er van te verzekeren, weet je, dat ongeïnformeerde consumenten irrationele keuzes maken.
En als ze dan overgaan tot het verkopen van een kandidaat doen ze hetzelfde. Ze willen ongeïnformeerde consumenten, die keuzes maken op basis van irrationele keuzes gebaseerd op het succes van illusie, roddel, lichaamstaal en wat er ook maar belangrijk wordt geacht. Je ondermijnt democratie dus op dezelfde manier als je de markt ondermijnt. Wel, dat is de aard van een verkiezing, die beheerd wordt door de zakenwereld, en je verwacht ook dat dat zo is.Dat zou geen verrassing mogen zijn. En het zou dan moeten blijken dat de verkozen kandidaat geen schulden heeft. Je kan dus volgen dat het merk Obama eender wat kan zijn dat het beslist te zijn, niet wat de bevolking beslist dat het zou moeten zijn, zoals in het Zuidelijk halfrond. Terloops gezegd, dit zou wel eens een familiair voorbeeld kunnen zijn van de lege slogan over de clash van de beschavingen. Misschien is er wel een, maar niet een die gewoonlijk in de picture verschijnt.
Terug dus naar de retoriek en de bewijzen van de retoriek en de actie. De retoriek kennen we, maar wat zijn de acties? Tot dus ver zijn de voornaamste acties de selecties, in feite de enige acties, de selecties voor het personeel van het merk Obama. De eerste keuze was Joe Biden voor vice-president, één van de grootste supporters van de oorlog tegen Irak in de Senaat, een aloude Washington insider die zelden van de partijlijn afwijkt. En als hij daar van afwijkt is dat niet erg bemoedigend. Hij brak met de partijlijn en stemde voor een Senaatsvoorstel dat mensen verhindert om hun schulden af te lossen, om zich bankroet te laten verklaren voor hun schulden. Het is een slag in het gezicht van arme mensen die gevangen zitten in die immense schuldenberg die voor het grootste deel de basis van onze economie is. Maar gewoonlijk is hij een brave partijvolger. De keuze van Biden was een, moet een bewuste poging geweest zijn om misprijzen te tonen voor die basis die voor Obama stemt of die zich organiseerde om hem als een anti-oorlogskandidaat voor te stellen.
Wel, de eerste aanstelling na de verkiezing voor Chief of Staff, dat is een cruciale positie,die bepaalt voor een groot deel de agenda van de president, dat was Rahm Emanuel, een van de grootste supportes van de oorlog tegen Irak in het Huis van Afgevaardigden. Hij was effectief het enige kamerlid uit Illinois (de staat van Obama) die voor de oorlogsverklaring van Bush stemde. En ook hij weer, een oude getrouwe Washington insider. Bovendien een van de grootste ontvangers in het congres van fondsen van de financiële instellingen en zo. Hij was zelf een investeringsbanker. Dat is zijn achtergrond. Dus dat is de Chief of Staff.
De volgende groep benoemingen waren het grootste probleem, het grootste probleem is wat de regering gaat doen aan de financiële crisis. Obama’s leuze is om het te rooien met Robert Rubin en Larry Summers van Clinton – Ministers van Financiën onder Clinton. Zij zijn degenen die verantwoordelijk zijn voor deze crisis. Een leidinggevend economist, een van de weinige economisten die steeds had voorspeld wat er stond te gebeuren, Dean Baker, wees er op dat dit is zoals Osama Bin Laden verantwoordelijk maken voor de oorlog tegen de terreur.
(luid gelach in de zaal)
Jaja, OK, ik sluit af. Dat bespaart me het probleem van wat er nu komt, ik zal dus met de verkiezingen beëindigen. Een laatste commentaar.Er was een meeting op 7 November, ik denk van een aantal mensen, een aantal adviseurs om over de crisis te discussiëren. Hun carrières werden besproken in de zakenpers, en Bloomberg News had een artikel met een overzicht van hun loopbanen en besloot dat deze personen, de meesten daarvan zouden niet om raad moeten worden gevraagd over de economie. Ze zouden aanhoudingsbevelen moetn krijgen.
(lang en luid applaus)
Omdat de meesten onder hen bij een of ander financiële fraude betrokken zijn, Rahm Emanuel bijvoorbeeld is daar ook bij. Voor welke reden zouden die mensen die ons de crisis brachten ons de oplossing bieden? Wel, dat is een goede indicatie of wat er staat te komen, tenminste als we deze acties zien. Vraag wat we in specifieke gevallen gaan zien. En daar is bewijs van op Obama’s website zelf. Die geeft ons al een aanwijzing. Een van de grootste problemen is Afghanistan en Pakistan. Dat is nogal ernstig. Kijk naar zijn buitenlands beleid op zijn website. Die landen staan daar niet eens in. Ik bedoel maar, we worden verondersteld onwetende en bemoeizuchtige buitenstaanders te zijn. We worden niet verondersteld te weten wat merk ‘Obama’ is. Je kunt dat zo dus niet uitzoeken. De verklaringen die worden afgelegd zijn zeer ‘havik’. En het verandert niet veel als je door de lijst benoemingen gaat. Ik sluit op. Het is dus aan jullie om er mee door te gaan.
(applaus)
(Uitpers, nr. 104, 10de jg., december 2008)
Originele tekst hier.
Copyright Democracy Now!
Vertaling Lode Vanoost
Noot vertaler: deze tekst verscheen op internet enkele uren voor het afsluiten van deze Uitpers, excuses voor de snelle vertaling.