INTERNATIONALE POLITIEK

Wat moeten ze doen om jouw stem te verliezen?

Het observeren van de Democraten in de laatste weken van de presidentsverkiezingen was een les in revisionistische geschiedenis. Terwijl ze de verschrikkelijke misdaden van George Bush tegen het Amerikaanse volk aanklagen en beloven te blijven vechten voor onze rechten, halen ze simpelweg de schouders op voor het feit dat ze geen poot hebben om op te staan voor dergelijke beweringen. Want inderdaad, de Democraten hebben – mét inbegrip van Barack Obama – gestemd voor de agenda van president Bush, wat ze medeplichtig maakt aan die misdaden en zeker geen moedige tegenstanders die onze vrijheden verdedigen.

De belofte van Pelosi om de oorlog te beëindigen

Democratisch Congreslid Nancy Pelosi zei dat ze de oorlog in Irak zou beëindigen als ze Voorzitter werd van het Congres. Weet je nog? De Boston Globe noteerde: “Pelosi belooft plechtig: geen blanco check voor de financiering van Irak” (Boston Globe, 8 januari 2007). In haar eigen woorden: “Als de president nog meer wil toevoegen aan (het budget van) deze missie, dan zal hij dat moeten verrechtvaardigen. En dat is nieuw voor hem, want tot nu toe heeft het Republikeinse Congres hem een blanco check gegeven zonder controle, zonder criteria, zonder voorwaarden.” Rick Klein van de Globe schreef: “De commentaar van Pelosi is de eerste suggestie door een Democratisch leider in het Congres dat het Congres zijn autoriteit over de financiën van het land zou kunnen gebruiken om het einde van de oorlog te bespoedigen. Haar opmerkingen kondigen een agressieve houding van de Democraten in het Congres aan voor de beginperiode van hun controle over het Congres” (na de laatste congresverkiezingen die hen terug de meerderheid bezorgden, LV).

Nadat ze Voorzitter van het Congres werd in Januari 2007, ging het budget (voor Irak) met 50 miljard $ omhoog, zonder verbindende voorwaarden en zonder datum voor de terugtrekking van de troepen. Dit jaar, 2008, hebben ze daar bovenop nog 25 miljard $ bijgedaan voor een totaal over twee jaren van 350 miljard $, zonder einde in zicht. Wat is er dan gebeurd met de belofte van een blanco check?

Reid’s Filibuster regel

Senator Harry Reid, leider van de Democraten in de Senaat, maakte er zijn beklag over dat de Republikeinen meer hebben gefilibustered (een techniek gebruikt door de minderheid om de stemming over een wetsvoorstel uit te stellen) in de voorbije twee jaar dan in de volledige geschiedenis van de VS. Dat was zijn uitleg waarom er geen vooruitgang kwam voor een progressieve agenda. Eerst zei hij dat ze het 70 keer deden, daarna verminderde hij dat tot 65 (Las Vegas Sun, 6 maart 2008). Volgens de officiële documenten was het vorige record 57 keer in een tweejaar periode. Maar de frustratie van Senator Reid blijkt een afleidingsmaneuver te zijn. Wist je dat Reid toeliet dat de Republikeinen filibusterden per telefoon, dus dat hij niet eiste dat ze fysiek aanwezig zouden zijn in de plenaire zaal van de Senaat. Waarom maakt hij het hen zo gemakkelijk? Is dit hoe een oppositiepartij er uit ziet?

De Republikeinse Class Action Reform

(een wet die het recht beperkt van organisaties om in naam van anderen schadeclaims in te dienen bij de rechtbank, dikwijls gebruikt door consumentenorganisaties tegen Amerikaanse multinationals, LV)

Senator Barack Obama heeft een lange voorgeschiedenis van stemmen tegen de belangen van het Amerikaanse volk, en vooral tegenover de ‘working class’.Voor hij aan de presidentiële race begon, steunde hij de Republikeinse Class Action Reform Act, die het moeilijker maakt om klachten namens een organisatie bij het gerecht van de staten te laten behandelen. Het is net in de staatsrechtbanken waar zaken voor de bescherming van consumenten en voor loon- en werkuureisen succesvol werden afgedwongen en daarmee hogere lonen en meer rustperiodes tijdens het werk hebben verkregen.

Progressieve commentatoren noemden dat toen een nauwelijks verhulde extravagantie voor de belang van de grote bedrijven. Journalist David Sirota bemerktte: “Hoewel de meeste grote burgerrechten- en consumentenorgabnisaties zich tegen dit voorstel verzetten, werd deze wet aan het publiek verkocht als een manier om ‘frivole’ rechtszaken te stoppen. Maar in Washington wist iedereen dat het échte objectief van deze wet het beschermen van de misbruiken van de grote bedrijven is.” (The Nation, 26 juni 2006) Waarom stemde Obama er dan voor?

De amendering van Patriot Act en de Foreign Intelligence Surveillance Act (FISA)

Senator Obama stemde voor een van de ergste aanvallen op de burgerrechten in de recente geschiedenis, de verlenging van de Patriot Act, die een vorige wet uitbreidde die de politie volmachten geeft voor het aftappen van telefoon en e-mail, van financiële en medische documenten, en daarbij aan de federale regering de macht geeft over een hele boel andere zaken om zogezegd binnenlands terrorisme te bestrijden. Nadat Obama verklaarde in juli 2005 dat hij zich hiertegen zou verzetten eenmaal hij voor de (federale) Senaat verkozen was, stemde hij er voor.

Maar dat volstond niet. Nadat hij aan de presidentiële race begon op basis van een boodschap van ‘verandering’, beloofde Obama in Februari 2008 plechtig dat hij tegen de amendementen op de FISA zou stemmen – en zou filibusteren als het nodig was. Die amendementen gaven immuniteit van vervolging aan de telecommunicatiebedrijven die samen hadden gewerkt met de regering Bush voor bespioneringsoperaties zonder bevelschrift. Dit afluisterprogramma was een duidelijke overtreding van de privacy van het Amerikaanse volk dat de wet respecteert ten behoeve van de president, en liet de FBI onder J. Edgar Hoover in vergelijking hiermee er uitzien als een tamme bende. Zij die voor deze wet stemden vroegen niet eens op voorhand een volledige openheid van zaken om te zien hoe diep het illegale gedrag zat en gingen akkoord om de wet retroactief toe te passen.

Ondanks talloze beloftes van het tegendeel, en ondanks keihard protest van veel van zijn supporters, stemde Senator Obama voor de FISA amendementen zonder enige uitleg te geven waarom dit in lijn was met zijn boodschap van verandering of hoe hij dat verzoende met zijn herhaalde claims dat hij het Amerikaanse volk zou beschermen tegen herhaalde aanvallen op hun burgerrechten door president Bush. Hier was zijn kans om leiding te geven en zijn belofte waar te maken, en wat deed hij?

De American Civil Liberties Association (ACLU) noemde het FISA wetsvoorstel ‘een ongrondwettelijk voorstel voor binnenlandse spionering die het Vierde Amendement overtreedt en (die) elke betekenisvolle rol voor gerechtelijke controle van onderzoeken door de regering ondermijnt’ (ACLU persverklaring 9 juli 2008). Caroline Frederickson, Directeur van de ACLU Washington Legislative Office noemde de wet ‘een grondwettelijke nachtmerrie’ en stelde vast dat met deze stemming het Congres de uitvoerende macht had versterkt, de gerechtelijke macht had verzwakt en zichzelf (het Congres) irrelevant had gemaakt’.

Obama heeft zelfs meegestemd voor een stopzetting van het debat zodat hij zijn campagne kon verder zetten. Hoe ironisch is het dat hij gehaast was om te gaan speechen over ‘verandering en hoop’ maar de tijd en de integriteit niet vond om deze ideeën in daden om te zetten?

Op de vooravond van deze stemming verklaarde Rachel Maddow van MSNBC: “Ik wed dat President Bush zelfs in zijn wildste dromen niet durfde rekenen op het vooruitzicht van een Congres – een Congres meet een Democratische meerderheid – dat mee zou helpen aan het toedekken van zijn misdaden. En toch is het net dat wat de Senaat van plan is te doen’ (Countdown with Keith Olbermann, 8 juli 2008).

Olieboringen in zee

Toen Senator John McCain begon te pleiten voor olieboringen voor de Amerikaanse kusten om onze afhankeklijkheid van buitenlandsqe olie te verminderen, kondigde Obama aan dat hij het daar mee eens was, in plaats van het onwetenschappelijke en oneconomische karakter van die stellingname aan te klagen. Door het omkeren van een 25 jaar oude ban op deze olieboringen leidde Obama de omkering van het standpunt van de Democraten in, zonder enige uitleg hoe dit de olieprijzen zou doen dalen, vooral nu experten vaststellen dat deze boringen een nauwelijks merkbare impact op de olieprijzen zouden hebben.

Zoals Lester Brown en Jonathan Dorn van het Earth Policy Institute vaststelden in ‘Drilling for oil is not the answer (30 september 2008): “Het US Department of Energy voorspelt dat het opheffen van het moratorium (op olieboringen,LV) van de 48 staten op het continentaal plateau (de continentale aardmassa die doorloopt onder zeespiegel, LV) de olieproductie niet zou doen toenemen vóór 2017 en dat tegen 2030 de productie slechts 0.2 miljoen vaten per dag zou bedragen – minder dan 1% van de huidige consumptie.”

Bovendien: “Voorstanders van de boringen hebben de ecologische veiligheid van de huidige olieboringen op zee en de technologie voor de olieproductie overdreven. Er is overweldigend bewijs dat de huidige boringen in de Golf van Mexico nu al leiden tot zware pollutie en lekken.” Na het bekijken van de gegevens van het National Response Center, stelde de Houston Chronicle 565 olielekken vast langs de kustlijn van vier staten, voor een totaal van ruwweg 9 miljoen vaten na de orkanen Katrina en Rita (‘Spills from hurricanes stain coasts, Dina Capiello, 13 november 2005). Waarom pleit Senator Obama voorolieboringen als hij beweert zo bezorgd te zijn voor het leefmilieu?

De doodstraf

In Juni 2008 heeft het Hooggerechtshof het gebruik van de doodstraf voor kinderverkrachting verboden (de rechtszaak Kennedy versus Louisiana stelde dat staten de doodstraf niet mogen opleggen voor een misdrijf dat niet tot de dood van het slachtoffer leidt), een beslissing die zelfs tegenstanders van de doodstraf verraste en die ze een belangrijke stap noemen naar de volledige afschaffing van de doodstraf. Senator Obama’s reactie? Hij riep snel een persconferentie samen om de beslissing af te keuren. Obama stelde dat hij akkoord gaat met de extreem conservatieve minderheid (in het Hooggerechtshof, LV) van Chief Justice Roberts en Justices Alito, Scalia en Thomas. Ondanks de alom gekende raciale en klasse ongelijkheden inherent aan de doodstraf – een praktijk die is afgeschaft en wordt verafschuwd in het grootste deel van de wereld – viert Obama dat hij altijd een supporter is geweest.

Tijdens de campagne houdt Senator Obama er aan te onderstrepen dat hij zelf wetgeving voor de doodstraf heeft gesteund toen hij nog lid was van de Senaat van de staat Illinois, om aan te tonen dat hij voor ‘hervorming’ is. Maar voor alle duidelijkheid, hij werkte niet aan wetten die de disproportionele cijfers van doodstraffen voor African-Americans aanpakt, maar eerder een wet die het verplicht maakt dat verdachten die de doodstraf kunnen krijgen op videotape moeten worden ondervraagd. Ja, inderdaad, dat kunnen we beamen, maar de meeste critici stellen dat dit slechts de radertjes van het systeem van dit onrecht smeert.

Wat nog het meest verontrustend is, als staatssenator in Illinois stemde Obama voor de uitbreiding van misdrijven die tot de doodstraf kunnen leiden (Chicago Tribune, 2 mei 2007), ondanks het feit dat hij in zijn zogenaamd diepgravende memoires stelt dat de doodstraf weinig doet om misdrijven af te schrikken (Audacity of Hope, vertaald als De herovering van de amerikaanse droom, niet dat ik het een aanrader zou vinden, LV)

Afghanistan

Op buitenlands vlak is Obama een havik. Hij wil meer soldaten in Afghanistan, wat het grensgebied met Pakistan nog meer zal destabiliseren. Hij negeert gewoon de historische realiteit dat nog nooit een bezettingsleger er in is geslaagd om in Afghanistan een succesvolle oorlog te voeren of de Afghaanse bevolking te onderwerpen. (een degelijke beschrijving van die voorgeschiedenis vind je in De grote beschavingsoorlog van Robert Fisk, wél een aanrader, LV) Gedurende hun 10-jarige noodlottige oorlog daar, van 1979 tot 1989, ontplooide de Sovjet-Unie 620.000 soldaten in Afghanistan en telde 470.000 slachtoffers (zieken en gewonden, met inbegrip van besmettingen zoals hepatitis en typhus). Waarom ontkent Obama deze feiten en riskeert hij de verdere destabilisering van dit gebied door de creatie van een nieuwe Vietnam/Irak bezetting?

Irak

Wat Irak betreft, heeft Senator Obama toegegeven dat het hoofdargument van Senator McCain’s campagne juist is, namelijk dat de ‘surge’ heeft gewerkt (ondanks belangrijke bewijzen en analyse van het tegendeel). En hij beloofde plechtig soldaten in Irak te houden om de terreur te bestrijden. John Podesta, voormalige Chief of Staff van President Bill Clinton die nu het Center for American Progress leidt, heeft geschat dat daar 60.000 soldaten voor nodig zijn (deze organisatie noemt zich progressief, wat ze onder andere aantoont door medewerking van oud-gedienden van Ronald Reagan, what’s in a name, LV).

Meer nog, Obama wil het gebruik van privé-veiligheidsbedrijven zoal Blackwater in Irak niet uitsluiten volgens Jeremy Scahill van Democracy Now! (een progressief radio-en TV-station, in de echte betekenis van progressief, LV). En Obama is niet van plan om in Januari 2009 wetgeving te ondertekenen die er naar streeft dergelijke organisaties te verbannen, volgens één van zijn adviseurs over buitenlandse politiek (Democracy Now!, 28 Februari 2008) Die belofte heeft hij al gehouden door te weigeren het wetsvoorstel Stop Outsourcing Security Act van senator Bernie Sanders van Vermont.

In een interview met Amy Goodman, bevestigt Obama zijn voornemen om 140.000 privé-contractanten in Irak te houden ‘omdat ‘we de troepen niet hebben om hen te vervangen’. Hij stelt ook de noodzaak ‘om een additionele strijdmacht in de regio te behouden … niet alleen om hen te beschermen maar ook om mogelijk hun territoriale integriteit te beschermen’. In een samenvatting van het interview besluit Amy Goodman dat het leek of Obama ‘meer dan 100.000, meer naar 200.000 soldaten in Irak te houden. ‘Soldaten’ betekent hier VS-soldaten én militaire contractanten wat sommige huurlingen zouden noemen (Democracy Now!, 1 april 2008).

Zelfs wat betreft een tijdsschema voor een eventuele terugtrekking betreft, heeft Obama zijn beloftes al verminderd. Hij wil nu slechts ‘het aantal strijdkrachten verminderen binnen 16 maanden’, zogezegd om ‘de inspanningen in Aghanistan te ondersteunen zodat we Bin Laden kunnen vangen en doden en Al Qaeda verpletteren’ (Obama/McCain debate, 26 september 2008).

Wat we zeker weten is dat toen hij een kans kreeg om zich te binden aan een complete terugtrekking uit Irak, Obama ‘neen’ zei. Toen Tim Russert hem tijdens een debat in New Hampshire in september 2007 vroeg of hij kon beloven de Amerikaanse troepen uit Irak te halen vóór 2013, zei hij dat hij dat niet kon beloven.

Militaire uitgaven

Volgens militaire beleidsanalysten van het Center for Arms Control and Non-Proliferation in hun rapport ‘US Defense spending since 2001’ is het militaire budget gestegen van 333 miljard $ in 2001 naar 696 miljard $ in 2008 (met inbegrip van de 189 miljard $ voor de oorlogen in Irak en Afghanistan). Men verwacht zelfs nog een stijging in 2009 tot 706 miljard $. (of 544.000.000.000.000 €, LV).

Desondanks heeft Senator Obama Senator McCain gevolgd in zijn oproep voor een stijging van de militaire uitgaven. ‘ Ik heb gezegd dat we de omvang van ons leger moeten vergroten’ zei Obama op ABC’s This Week (7 september 2008). De details vermeldde hij al in een speech tot de Chicago Council on Global Affairs : “Ik steun absoluut de uitbreiding van onze grondtroepen door 65.000 soldaten meer bij de Army (= de landmacht) en 27.000 Marines (=paracommando’s). (‘Obama geeft toe over militaire uitgaven’, Glen Ford, The Progressive, 15 januari 2008).

De crisis van Wall Street

De hudige financiële crisis heeft aanleiding gegeven tot de meest fascinerende politieke retoriek ooit. Obama verweet de Republikeinen de deregulering waardoor hij de in de peilingen een gezonde voorsprong kreeg tijdens de laatste dagen van de campagne. Het enige probleem daarmee is dat de huidige crisis niet zomaar de fout is van de Republikeinen alleen. Ze is het directe gevolg van de bipartisane wetten die door de Democratische president Bill Clinton is ondertekend.

In 1999 ondertekende Bill Clinton de Gramm-Leach-Bliley Act. Die herriep de laatste steunpilaar van de belangrijke wet van de Depressie, de Glass Steagall Act (1933), die banken, makelaars en verzekeringsmaatschappijen verbood samen te smelten en zo de financiële industrie beschermde tegen toekomstige ineenstortingen.

Even significant, in 2000 ondertekende Clinton de Commodity Futures Modernization Act, die 20 jaar oude afspraken herriep tussen de Security and Exchange Commission en de Commodity Futures Trading Commission, zodat financiële instellingen afgeleide kredietproducten konden gaan verkopen zoals de nu berucht ‘credit default swaps’ (ik blijf u daar een goede vertaling voor schuldig, het komt er op neer dat wanneer je je krediet niet meer kan aflossen, je dit kan omruilen voor een uitgestelde betaling die uiteraard nog duurder is, LV) zonder enige overzicht, laat staan regulering. Twee van de co-indieners waren Democratische Senatoren Tom Harkin van Iowa en Tim Johnson van South Dakota. De mate van dergelijke bipartisane steun was zo groot dat deze wet zelfs nooit werd besproken in de Senaat en met unanieme instemming werd gestemd.

Dit resulteerde in de herverdeling van de hypotheekleningen in onderpanden (securities) en de faling om de instellingen te reguleren die deze lenigen overnamen met ander geleend geld om investeerders te beschermen tegen deze riskante beleggingen. Dit heeft tot de huidige crisis geleid waarvan we de gevolgen nog maar beginnen te vatten.

Zowel Obama als McCain stemden voor het 700 miljard $ – door de belastingbetaler betaalde – reddingsplan ondanks de smeekbede van 200 economisten (waaronder Nobelprijswinnaars) om dat niet te doen Open letter to Congress regarding treasury bailout plan, 24 september 2008). Obama blijft maar benadrukken dat deze mesthoop de schuld is van de Republikeinen alleen. Maar hoe is dat mogelijk als de wetgeving verantwoordelijk voor deze financiële ineenstorting de unanieme steun had van beide partijen?

North American Free Trade Agreement (NAFTA)

Het is zeer symbolisch voor Senator Obama dat hij zijn stellingnames over NAFTA heeft aangepast aan de situatie waarin hij zich bevond. Eerst, toen hij kandidaat was voor de federale senaat in 2004, stelde hij vóór NAFTA te zijn en dat hij meende dat er meer van dit soort akkoorden zou moeten komen. (AP, 26 februari 2008). Daarna, toen hij tegen Hillary Clinton moest opkomen verweet hij haar de impact van NAFTA op de arbeiders in de ‘rustbelt’ (‘roestgordel’, een verwijzing naar de kapotte fabrieksruïnes, LV) staten Wisconsin en Ohio. Maar eenmaal hij de voorverkiezingen had gewonnen veranderde dat. Toen men hem vroeg of hij de clausule van NAFTA zou inroepen die unilaterale terugtrekking uit het verdrag toelaat binnen zes maanden, toonde Obama zijn meest betekenisvolle politieke ommekeer.

NAFTA creëerde een trilateraal handelsblok van de VS, Canada en Mexico dat bedoeld was om de interne handel tussen deze staten te vergroten. NAFTA zorgde er eerst en vooral voor exporttarieven op te heffen wat tot een economische ramp leidde voor zowel Amerikaanse als Mexicaanse arbeiders, die een onverwacht hoog aantal jobs verloren en tot negatieve milieugevolgen leidde.

Nina Euston, hoofdredacteur van Fortune in Washington, schreef in een artikel van 18 juni 2008 dat ‘de waarschijnlijke kandidaat van de Democraten heeft afstand genomen van zijn scherpe aanvallen op het vrijhandelsakkoord en aangegeven dat hij geen unilaterale nieuwe onderhandelingen wilde openen over NAFTA, iets wat hij had beloofd te doen toen hij vast leek te lopen in de nipte strijd met Senator Hillary Clinton’. Toen hem rechtstreeks werd gevraagd of hij de VS uit dit akkoord zou terugtrekken zei Obama: ‘Tijdens de campagne geraakt het debat soms oververhit en uitvergroot’. Fortune besloot dat, ondanks het feit dat hij NAFTA ooit ‘vernietigend’ en ‘een zware vergissing’ noemde, Obama nu zijn populistische retoriek aan het intomen was en niet de intentie had om door te gaan met zijn anti-NAFTA beloftes nu de voorverkiezingen voorbij waren. (dit maandblad voor de superrijken heeft vreemdgenoeg geen eigen website, LV)

Kan je,met dit bewijs onder de schijnwerpers, nog in één van zijn beloftes geloven?

Het federaal gerecht

Zij die denken dat Senator Obama goede rechters zal benoemen in het Hooggerechtshof zouden zijn lange voorgeschiedenis even onder de loep moeten nemen, hoe hij sommige van de ergste benoemingen van Bush heeft gesteund, zoals Thomas Griffin, Susan Blake Nelson, Milan Smith, Sandra Segal Ikuta en Kent Jordan (benoemingen in verschillende niveau’s van het federale gerecht, LV). Vooral zijn stem voor Nelson is problematisch omdat de twee senatoren van haar eigen staat haar afkeurden omdat ze ‘te extremistisch’ was.

En zelfs als hij er al eens in slaagde om de moed op te brengen tegen een conservatieve kandidaat te stemmen, deed hij dat op een lauwe en nonchalante manier en weigerde mee te gaan in pogingen van zijn partij om die benoemingen tegen te houden. Dit is zéér verontrustend. Hij stemde tégen uitstel van de stemming voor Priscilla Owen en Brett Kavanaugh, beide uiterst rechtse juristen, waardoor hij mee hun benoemingen verzekerde.

Senator Joe Biden als vice-president

Obama’s keuze van Biden als running mate is uiterst zorgwekkend en voorspelt niets goeds voor de beslissingen die Obama waarschijnlijk zal nemen als hij verkozen wordt. Obama stelde Biden voor als iemand die zijn wortels nooit is vergeten, een ‘werkmens’, een gewone gast.

Het enige probleem met dat imago is de stempalmares van Biden. Hij was één van de voornaamste supporters van de Republikeinse Bankruptcy Abuse Prevention and Consumer Protection Act die van Bill Clinton twee keer werd een veto kreeg en slechts werd ondertekend door Bush in 2005 met de vurige steun van Senator Biden.

In haar kritiek op deze wet, scheef Arianna Huffington: ‘ (deze wet) maakt het moeilijker voor gewone mensen om zich tegen financieel bankroet te beschermen; huiseigenaars kunnen rapper overgaan tot uitzetting van een huurder; kinderbijslag kan worden afgepakt van het inkomen van bankroet verklaarde personen; miljonairs kunnen ongelimiteerd hun vermogen beschermen in huizen en trusts voor de bescherming van hun eigendommen; kleine ondernemers kunnen zich moeilijker organiseren terwijl de Enron’s van de toekomst meer nieuwe uitwijkmogelijkheden krijgen; het laat kredietverschaffers toe misleidende reclame te maken; en het doet niets om wanpraktijken bij leningen te verhinderen.’ (salon.com).

Jackson Williams stelde het zo: “Joe Biden: No True Friend of Working Men and Women” (Huffinton Post, 27 oktober 2008). En: “Biden stemde er niet alleen voor, hij was er zelfs waterdrager voor. Enkele Democraten trachtten de wet te verzachten met amendementen; bijvoorbeeld door militair personeel in Irak er buiten te houden. Biden stemde mee met de meerderheid van zijn collega’s – Republikeinen én vele Democraten – in het onderdrukken van elke mogelijke aanpassing van de tekst.”

Senator Biden heeft een reputatie zich keihard in te zetten voor de kredietkaartbedrijven, wat sommige van zijn critici er al toe bracht hem de Senator te noemen van de staat ‘Mastercard’ (hij is van Delaware). Daarenboven stemde Biden voor de oorlog in Irak en voor de Patriot Act, ik kan me dus moeilijk inbeelden hoe die man voor verandering gaat zorgen in de nieuwe regering.

Andere buitenlandse thema’s

Obama heeft de Venezolaanse leider Hugo Chavez al een vijand van de VS genoemd en aangedrongen op sancties tegen hem (Interview met Jorge Ramos, El Mercurio, 11 juni 2008 – een conservatieve Chileense krant, LV).

Hij had niets dan lof voor Bush senior: “Weet je, één van de dingen die ik denk is dat George H.W. Bush niet genoeg krediet krijgt voor zijn buitenlands beleidsteam en voor de manier waarop hij het einde van de Koude Oorlog heeft mee onderhandeld en de Golfoorlog heeft gevoerd. Dat koste 20 miljard $? Dat was alles. Dit was uiterst succesvol. Ik denk dat er heel wat wijze gasten bij waren” (Larry King Live, 23 maart 2008).

En in een langverwachte toespraak tot de Amerikaanse pro-Israël lobby AIPAC, trok Obama aan het typische pro-Israël zeel. Hij benadrukte dat Jeruzalem bij Israël hoorde, vredesinspanningen ten spijt die proberen de heilige stad te delen onder Israëli’s en Palestijnen. Hij stelde ondubbelzinnig dat de veiligheid van Israël heilig is. En: “Jeruzalem zal de hoofdstad van Israël blijven en moet onverdeeld blijven” (AIPAC speech, juni 2008).

Stel je eisen

Voor je overweegt te gaan stemmen voor iemand met een dergelijk besmet stemgedrag, is het misschien de moeite waard enkele eisen te stellen, denk je niet? Of we zouden tenminste moeten eisen dat hij ons uitlegt waarom hij zo dikwijls gecapituleerd heeft. Ik weet zeker dat Senator Obama dergelijke vragen niet comfortabel zou vinden. Inderdaad, zelfs progressieven vinden dergelijke vragen vervelend: ze zijn zich bewust van Obama’s lamentabele voorgeschiedenis bij stemmingen die onze burgerrechten afnemen, maar die toch blijven hangen aan hun wens dat Obama iets anders zal blijken te zijn dat hij bewezen heeft te zijn.

Maar het is zéér onwaarschijnlijk dat hij een leider van verandering zal zijn. Hij heeft al een aantal economische adviseurs aangekondigd wiens ideeën aan de oorsprong liggen van de huidige economische ramp, zoals Austan Goolsbee (zie vorige artikels in Uitpers, LV), een agressieve pleitbezorger van de vrije markt en de subprime leningen en van voormalige Clinton-adviseurs David Cutler en Jeffrey Liebman, aanhangers van marktgeoriënteerde oplossingen voor sociale problemen zoals de gedeeltelijke privatisering van de sociale zekerheid (Subprime Obama, Max Fraser, The Nation, 24 Januari 2008).

Hij heeft adviseurs buitenlands beleid die ons in de oorlog hebben gesleept, zoals Colin Powell, die in 2003 de VN toesprak namens de regering Bush, waarbij hij de redenen gaf voor de invasie van Irak (ook zeer verontrustend, als jonge majoor was hij verantwoordelijk voor het onderdrukken van de bewijzen voor de slachting van My Lai in Viëtnam).

Maar dat is niet alles. Amy Goodman van Democracy Now! Sprak met de journalisten Alan Nairn en Kelley Beaucar Vlahos die met zijn adviseurs buitenlands beleid praten (10 februari 2008). Ze stelden vast dat Obama fier was om de oude Koude Oorlogfanaat en voormalig National Security Advisor (van President Carter, LV) Zbigniew Brzezinski in zijn team te hebben, de man die er over pocht de hele Afghaanse Jihad te hebben gecreëerd; en Anthony Lake, de man achter de invasie van Haiti onder Clinton; Generaal Merrill A. McPeak, die VS gevechtsvliegtuigen leverde aan Indonesië kort na de slachtpartij in Dili, de hoofdstad van Oost-Timor in 1991; en Dennis Ross die er hard aan heeft gewerkt de rechten van de Palestijnen ondergeschikt te houden aan de noden van de regering van Israël.

Wat is de kans, denk je, dat Obama naar ons zal luisteren, eenmaal we voor hem hebben gestemd, zonder enige eisen te stellen?

Zoals Robert Scheer, een gerespecteerde columnist voor de San Fransisco Chronicle, schreef op 23juli 2008, kort nadat Obama de FISA wet stemde: “Obama is zijn belofte van verandering aan het verraden en riskeert een afgezaagde politicus te worden zoals alle anderen.” En Scheer maakte die opmerking vóór Obama olieboringen op zee steunde, de beslissing van het Hooggerechtshof over de doodstraf afkeurde en voor het Wall Street reddingsplan stemde.

Wat betreft Ralph Nader

Maar we moeten helemaal niet voor Senators Obama ofMcCain stemmen, niet? Ralph Nader heeft een meer indrukwekkende voorgeschiedenis qua wetgeving dan Obama en McCain samen. En hij heeft bewezen de politieke cultuur van Washington te bestrijden. Denk alleen maar aan de Freedom of Information Act, de Clean Air Act, de Clean Water Act , wetgeving voor veiligheid van auto’s, de Environmental Protection Agency (Gonzalez verwijst naar het lobbywerk dat Nader hiervoor deed mét succes, Nader heeft nooit zelf voor die wetten gestemd vermits hij nooit verkozen werd als parlementair, LV). En toch,ondanks deze verwezenlijkingen vinden Obama en McCain dat ze niet met hem moeten debatteren.

Wat ze je niet vertellen is dat de zogenaamd onafhankelijke Commission on Presidential Debates in feite een privé-bedrijf is dat wordt geleid door voormalige leiders van de Republikeinen en de Democraten. Deze Commission, opgericht in 1987, wordt momenteel bestuurd door Frank Fahrenkopf, vroeger hoofd van het Republican National Committee, en Paul Kirk, voormalig hoofd van het Democratic National Committee. Geen wonder dat ze met Nader niet willen debatteren of iemand anders.

Natuurlijk leggen ze je uit dat Nader niet hoog genoeg scoort in de peilingen om hem in de debatten toe te laten. En toch, zowel Obama als McCain waren aan de verliezende hand tijdens de voorverkiezingen tot ze toegelaten werden tot de TV-debatten. En er zijn welgekende voorbeelden van hoe de deelname van een kandidaat van buiten de mainstream tot een ander resultaat kan leiden. Jesse Ventura won de verkiezingen voor gouverneur van Minnesota in 1998 toen hij mee mocht debatteren met zijn Democratische en Republikeinse rivalen. Hij ging van 9 à 10 % in de peilingen vóór de debatten naar een uiteindelijke overwinning.

Nader peilde op 5 % in minstens vier verschillende nationale opiniepeilingen en kwam zelfs tot 10 % in de staat Michigan (Lansing EPIC-MRA, 15 april 2008). Dat zou moeten hebben volstaan voor een deelname aan de presidentiële debatten. Perot kreeg 19 %van de stemmen en zijn waarschuwingen over NAFTA en deficit begrotingen hadden een invloed op het beleid van Clinton en bleken vooruitziend te zijn. Achteraf hebben de twee paritijen teruggeslagen door een 15 % drempel in te voeren wat ironisch genoeg te hoog is voor eender welke kandidaat die niet aan de TV-debatten mag deelnemen.

Het ergste van die debatten is dat ze voor het ogenblik zo worden georganiseerd door de bipartisane controle dat er geen doordringende vragen worden gesteld. Is het niet wansmakelijk dat we drie debatten tussen Obama en McCain hebben gezien tijdens de ergste financiële crisis en niemand de vraag heeft gesteld: “Waarom zouden de Amerikanen er op moeten vertrouwen dat één van jullie beiden de beste keuze is om de problemen aan te pakken als beide politieke partijen de wetten hebben gestemd die deze crisis hebben mogelijk gemaakt – of zelfs onvermijdelijk?”

Ze zeggen ook graag dat stemmen voor Nader een weggegooide stem is. De Democraten citeren dikwijls de verkiezing van 2000 om Nader de overwinning van Bush te verwijten (nochtans hebben de Democraten later zelf bevestigd dat dit niet klopt, zie mijn vorige artikels hierover in Uitpers, Nader was in 2000 kandidaat voor de Green Party, nu kwam hij als Independent op, LV). Maar ze vergeten wel de verkiezing van Clinton tegen vader Bush, een president in functie. Tussen haakjes, Clinton haalde de overwinning met slechts 43 % in 1992 tegenover 48 % voor Bush in 2000.

En ze geven ook geen enkele uitleg waarom ze niet hebben gewerkt aan hervorming van het kiessysteem sinds 2000. Beeld je in, je partij verliest het presidentschap omdat de winnaar werd uitgeroepen ondanks het feit dat hij géén meerderheid van de stemmen had gehaald. Beeld je daarna in dat je niets doet om er voor te zorgen dat het niet opnieuw gebeurt. Is dat niet raar, de Democraten hebben in acht jaar niets aan het verkiezingssysteem gedaan.

Als dat allemaal niet helpt dan beweren ze dat dit de belangrijkste verkiezingen van je leven zijn (daarin enthousiast gevolgd door de massamedia overal ter wereld, opmerking LV). Ik ben nu 43 jaar en ik heb dit argument gehoord bij élke presidentiële race.

Als je die argumenten aanvaard, beloon je effectief de twee partijen dat ze niets hebben ondernomen aan hoe in dit land verkiezingen worden gehouden. Je beloont hen voor de oprichting van de Commission on Debates. Je garandeert dat de dingen niet zullen veranderen. En je zorgt er voor dat kandidaten die voor énige betaler gezondheidszorg zijn, voor degelijke lonen en pensioenen voor werkende mensen, voor controle over de grote bedrijven en voor een buitenlands beleid gebaseerd op het nastreven van vrede eerder dan gedreven te zijn door zelfbelang, nooit worden gehoord.

Nader wil een meer humane en democratische maatschappij. Hij heeft gezien dat in Washington niets kan worden gedaan omdat senatoren als Obama en McCain negeren wat goed is voor de gewone Amerikaan. Zeker, McCain praat als een rebel en Obama praat als een revolutionair, maar kijk dichterbij en je zal herhaalde capituleringen zien aan die zaken waar onze regering net afstand zou moeten van nemen als we een echte democratie willen bereiken.

Het stemrecht van vrouwen en Eugene Debs

Eugene Debs was meerdere malen kandidaat president in de vroege 20ste eeuw. Hij pleitte voor het stemrecht voor vrouwen toen dat niet populair was terwijl meer succesvolle kandidaten openlijk opkwamen tégen de deelname van vrouwen aan de verkiezingen.

De algemene mentaliteit werd het best vertolkt door Elihu Root, een gewezen kabinetsmedewerker van presidenten William McKinley en Theodore Roosevelt, tevens winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede in 1912 die zei: “Stemrecht is een verspilling voor vrouwen. Ik denk dat omdat stemrecht niet alleen het geven van een stem impliceert … maar ook het recht om verkozen te worden, dat betekent alles, dat betekent in het politieke leven stappen en politiek is oorlog met andere middelen. In de politiek is er strijd,wedijver, afgunst, bitterheid, maagpijn, opwinding, agitatie, alles was ingaat tegen het échte karakter van de vrouw. Een vrouw wordt hard in de strijd, bruut, ongeliefd, afstotelijk …” (N.Y Constitutional Convention, 1894).

President Theodore Roosevelt zelf zei: “Persoonlijk geloof ik in vrouwelijk stemrecht, maar ik ben er geen enthousiaste aanhanger,omdat ik het niet echt belangrijk vind.” (Brief aan Dr. Lyman Abbott, 10november 1908) en President Grover Cleveland zei: “Verstandige en verantwoordelijke vrouwen willen niet stemmen.” (1905)

Desondanks verdedigde Debs dit recht. En toch haalde hij nooit meer dan 6 % van de stemmen. Laat mij je vragen: “Smeten de mensen die voor Debs stemden hun stem weg? Als je toen had geleefd, zou je dan voor hem hebben gestemd? Of zou je een excuus hebben gezocht waarom dat toen niet zobelangrijk was?”

Besluit

Wanneer ik op straat wordt aangeklampt door een Obama/Biden vrijwilliger of iemand die zegt dat hij voor Obama gaat stemmen, dan vraag ik meestal: “Wat met de stemming over FISA?” En iedere keer hoor ik weer als reactie: “Wat is dat?” Of als ik zeg: “Je weet toch dat hij voor de doodstraf is?” hoor ik gewoonlijk: “Nee, dat is hij niet!”

Op welk punt is er de intellectuele eerlijkheid over wat er moet gebeuren? Mensen stemmen voor Obama omdat ze hem een geëngageerde openbare spreker vinden en houden van zijn boodschap ondanks zijn voorgeschiedenis waarin hij deel was van het probleem dat hij beweert te zullen herstellen. De meeste mensen willen niet dat de feiten tussenkomen in het wanhopige verlangen naar alles wat ze willen dat hij is.

Wil je echt gaan stemmen voor iemand die reeds heeft gestemd voor het wegnemen van je burgerrechten omwille van een vage wens dat hij anders zal zijn als president? Obama zelf maakte een opmerking over Senator Hillary Clinton die evengoed op hem van toepassing is en waarmee hij ongewild duidelijk maakt waarom je niet voor hem zou moeten stemmen: “We kunnen ons geen president veroorloven die zijn positie verandert naargelang de politieke situatie van het ogenblik. We hebben een president nodig die weet dat de ene dag klaar staan betekent dat hij het vanaf de eerste dag juist moet hebben.” (Salem, Oregon, 21 maart 2008).

Als het stemmen van oorlogsactiviteiten en het afbreken van de burgerrechten ons dichter bij een meer democratische en egalitaire samenleving zou brengen, wel, dan zou ik daar voor pleiten. Maar dat doet het niet.

Wat is uw breekpunt? Wanneer beslis jij dat het genoeg is geweest? Wat moeten ze doen om jouw stem te verliezen.

(Uitpers, nr 104, 10de jg., december 2008)

Matt Gonzales was kandidaat vice-president van Ralph Nader als Independent.

Oorspronkelijke tekst hier

Copyright Counterpunch

(Het spoor van gebroken beloftes – The Trail of Broken Promises – is een symbolische omschrijving van de onderdrukking van de autochtone volkeren van Amerika, LV)

Vertaling: Lode Vanoost

Relevant

Waarom laait het geweld terug op in Syrië?

Een fors offensief van de Syrische gewapende oppositie doet de burgeroorlog die het land al 13 jaar in zijn greep heeft, terug oplaaien en brengt het conflict opnieuw onder…

Genocide in Gaza heeft weinig impact op wapenleveringen naar Israël

Hoewel Israël beschuldigd wordt van genocide en er vanuit de VN geregeld wordt opgeroepen om geen wapens te leveren aan het land, lijkt dat weinig indruk te maken op…

Geruisloos naar een nucleair Armageddon?

Terwijl het nucleair ontwapeningsregime op apegapen ligt, werken kernwapenmachten in sneltempo aan de modernisering en sinds kort ook aan de uitbreiding van hun nucleaire arsenalen. In een context van…

Laatste bijdrages

VS: Kapitaal neemt risico’s

Hopelijk gaan we niet wennen aan het autoritaire en onmenselijke beleid onder Donald Trump. Hij kan zich alles veroorloven, want het Hooggerechtshof heeft beslist dat een president niet kan…

Proces tegen Karabach-leiders in Bakoe

Bakoe. – In de Azerbeidzjaanse hoofdstad Bakoe is het proces gestart tegen 16 voormalige leiders van de betwiste regio Nagorno-Karabach. De beklaagden, onder wie voormalig de facto-presidenten en ministers…

Persona non grata in Nicaragua

Op deze pagina’s verschenen al eerder persoonlijke ervaringen onder schuilnaam van een zeer betrouwbaar iemand die bij de redactie bekend is. Ondanks het risico ging hij herhaaldelijk naar het…

Technofeodalisme

You May Also Like

×