INTERNATIONALE POLITIEK

Wat denkt men op de Larzac van de Franse verkiezingen?

Image
Verkiezingsaffiches in Nant op 4 april 2022 (foto Mathieu Dejean/ Mediapart)

Tous au Larzac! Deze strijdkreet klonk meer dan vijftig jaar geleden voor het eerst. Op 28 oktober 1971 besloot Michel Debré, minister van Defensie,  zonder voorafgaandelijk overleg, om het militair kamp van de Larzac uit te breiden van 3000 naar 17000 ha. Vanuit zijn Parijse kantoor verklaarde hij: ‘Wij hebben de Larzac gekozen omdat het een ontvolkt gebied is.’ Lokale boeren en néo-ruraux (the Back-to-the-Landers), waaronder de jonge José Bové kwamen op tegen de uitbreiding van het militair kamp. In 1981, tien jaar na het begin van hun revolte, haalden de bewoners van de Larzac dan toch eindelijk hun slag thuis. In dat jaar won de socialist François Mitterand de verkiezingen en een van zijn eerste bewindsdaden als president was het annuleren van de uitbreiding van het militair kamp op het Larzacplateau. In een vijfdelige reeks besteedde uittpers.be vorig jaar uitvoerig aandacht aan deze gebeurtenissen. (https://www.uitpers.be/vijftig-jaar-strijd-om-grondgebruik-in-de-larzac-1/https://www.uitpers.be/tous-au-larzac-2/ , https://www.uitpers.be/tous-au-larzac-3/,   https://www.uitpers.be/tous-au-larzac-4/ , https://www.uitpers.be/tous-au-larzac-5/)

Mediapart journalist Mathieu Dejean trok enkele dagen voor de eerste ronde van de Franse presidentsverkiezingen naar het plateau en peilde in een reportage naar de politieke voorkeuren van haar bewoners. Walter Lotens maakte er een ingekorte vertaling van. (1)

De rebellen op leeftijd, van wie velen het plateau niet hebben verlaten, houden de rebelse herinnering die mede de politieke identiteit van de plaats uitmaakt in stand. Dat zegt schapenboer Thomas Lesay.  Hij zorgt niet alleen voor zijn kudde, maar hij schrijft ook in Gardarem Lo Larzac, het historische dagboek van de strijd, dat nu tweemaandelijks verschijnt. Ook Michèle Vincent, een van de zeven zielen van Saint-Martin-du-Larzac, voormalig lid van Lutte occitane en van Gauche ouvrière et paysanne (GOP, een afsplitsing van de Socialistische Partij) haalt zich de jaren zeventig weer voor ogen: “Hier hebben we allemaal op Mitterrand gestemd. We dachten dat er met hem veel dingen zouden veranderen, er was een collectief momentum. “

Sindsdien is de Socialistische Partij (PS) niet meer populair. Onder François Hollande verlengde de minister van Landbouw, Stéphane Le Foll, tot 2085 de pacht die de Société civile des terres du Larzac (SCTL) toestaat om de hectaren die voorheen door het leger werden gekocht aan boeren te verhuren, zonder dat ze schulden hoeven te maken. Maar de steun van de PS voor de bouw van de luchthaven Notre-Dame-des-Landes – een zusterstrijd, ver van hier, in Loire-Atlantique – heeft onder andere haar reputatie aanzienlijk aangetast.

Op het plateau waaide ook in 2000 nog een rebelse wind met de Confédération paysanne en Attac, die zich inschakelden in de anders-globalistische beweging. Dat leidde tot een bulldozeraanval met onder meer José Bové op een McDonald’s in Millau, maar ook tot het maaien van GGO-velden (ook al is er nooit maïs op het plateau geweest) en tot een massale mobilisatie tegen de exploitatie van schaliegas. “Vandaag zitten hier de meest rechtse in de Socialistische Partij”, vat Thomas Lesay samen.

In 2017 was de politieke configuratie van de meeste plateaubewoners gunstig voor Jean-Luc Mélenchon. In La Roque-Sainte-Marguerite (200 kiezers), waar nog steeds veel actoren van de strijd wonen, kwam de leider van La France insoumise (LFI) in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen op voorsprong, met 37,5% van de uitgebrachte stemmen (toen Benoît Hamon er slechts 3,57% won). Mélenchon had een electoraat weten te veroveren dat zich herkende in de andersglobalistische en ecologische strijd van José Bové. Bové kreeg in 2007 in zijn bolwerk als ecologist 15% van de uitgebrachte stemmen, tegen slechts 1,3% op nationaal niveau.

Op zeer kleine schaal zegt de Larzac, deze kleine samenleving in een Franse context, iets over de toestand van de machtsverhoudingen aan de linkerzijde. De historische strijd op het plateau komt terug onder de aandacht op een ogenblik dat ‘terugkeer naar het land’ weer aan de orde lijkt te  zijn. Wat denken de Larzaciens van Yannick Jadot, de kandidaat van de ecologisten, die de doorbraak van de ecologen bij de Europese verkiezingen van 2019 wil bevestigen en van de kansen van Jean-Luc Mélenchon?

Zoals veel van de boeren van de Causse, vestigde Chantal Alvergnas en Thomas Lesay, haar partner, zich hier sinds de late jaren 1970. Zij leven vrijwel zelfvoorzienend op hun boerderij in Les Baumes. ‘Wij kiezen voor kwaliteit van leven boven het verwerven van een ruime levensstandaard,  legt Chantal uit. We leven goed met 1.600 euro per maand: we hebben geen huur, we gebruiken regenwater uit de stortbak, houtverwarming en we gebruiken geen transport. ’Hoewel ze ver van het politieke centrum verwijderd zijn, laten de presidentiële debatten hen toch niet onverschillig. Ze hopen dat links en de ecologisten milieuactivisten elkaar zullen vinden, maar ze zijn wel erg sceptisch. Ze geloofden tijdens de voorverkiezingen eerst nog even in een unie van links, maar daar kwamen ze al snel van terug. Christiane Taubira overtuigde hen niet. Beide oud-leden van de Groenen (Chantal Alvergnas deelde het leven van de voormalige penningmeester van de Groenen, Gérard Galtier, die in 2000 tijdens een ongeval om het leven kwam) denken zonder veel enthousiasme voor Jadot te stemmen.

“Ik zal stemmen, maar ik wil zeker de niet-stemmers niet met de vinger wijzen, want ik heb zelf lang getwijfeld of ik het wel zou doen”, zegt Thomas Lesay, die zijn reserves heeft ten aanzien van de representatieve democratie en het presidentiële systeem, zoals hij trouwens ook schreef in zijn hoofdredactioneel commentaar van Gardarem Lo Larzac.

Lesay bracht tijdens de groene voorverkiezing ook geen stem uit voor Sandrine Rousseau, vanwege haar te radicale aanpak. Ik zou zeker voor een kandidaat als René Dumont gekozen hebben [kandidaat in 1974, hij was tijdens zijn campagne op de fiets naar het Larzac-plateau gekomen – noot van de redactie], die als lijstduwer optrad. Ik vind Jadot te wijs, te glad, hij past helemaal in het plaatje om ‘presidentabel’ te zijn ”, constateert hij.

Ten gronde lijken sommige van de programmatische voorstellen van het Europarlementslid  hen ver verwijderd van de zorgen van de groene plattelandsomgeving. Medisch begeleide voortplanting is bijvoorbeeld “een symbolisch voorstel voor het stedelijke groene electoraat, maar het is anekdotisch“, zegt Chantal. En dierenbeschermingin deze wereld van veekwekers toch een zeer gevoelige zaak, lijkt haar eerder “het product van dierenlobby’s”, en dat is volgens haar toch van minder belang in vergelijking met landbouw, huisvesting of transport. 

Stemmen voor Jean-Luc Mélenchon, die de kwestie van de ecologische planning centraal stelt in zijn programma en gelooft in zijn mogelijkheid om de tweede ronde te bereiken, is voor hen echter uitgesloten. Het personage en zijn autocratische kant wijzen ze af, net als zijn eerdere uitspraken over Poetin, zelfs als ze zijn “evolutie” over Oekraïne toegeven.

Paradoxaal genoeg verklaart Thomas Lesay dat hij op hem zal stemmen als hij in de tweede ronde zit“, maar niet in de eerste. En hij waarschuwt:  “Bij de parlementsverkiezingen zullen we met elkaar moeten opschieten, anders verdwijnt links.”

José Bové( foto: Mathieu Dejean/ Mediapart)

Een paar kilometer verderop, in het gehucht Montredon, kijkt José Bové in de verte naar de toppen van de Causse Noir, waarover zijn new age huis een adembenemend uitzicht heeft. In 1976 had hij als gewetensbezwaarde de boerderij beneden illegaal bezet om de grond ervan te bewerken. Tegenwoordig woont de man met de onafscheidelijke snor nog steeds in een huis met uitzicht op het gehucht. Hij vertelt dat hij in 1981 niet op Mitterand heeft gestemd terwijl  alle mensen die betrokken waren bij de strijd voor de uitbreiding van het militaire kamp dat wel hebben gedaan. Hij had daarvoor een goede reden:  “Een bepaald aantal mensen mochten toen niet stemmen, omdat ze van onze burgerrechten werden beroofd voor een actie in het militaire kamp.” Zij waren namelijk betrokken bij de diefstal van geheime documenten uit het militair kamp. Hij ook dus.

Normaal zou hij wel voor de PS gestemd hebben. “In 1981 was Mitterrand niet de meest linkse politicus man, maar hij heeft als president toen wel een belangrijke beslissing kunnen nemen. Vandaag liggen de politieke kaarten heel anders. Zelfs als Mélenchon 15% of 20% zou halen, is het nog niet zeker dat hij meer stemmen dan Marine Le Pen zou kunnen verzamelen, ” zei hij.

Trouw aan zijn inzet voor de ecologisten van de EELV zal hij op Jadot stemmen, maar hij verwondert zich wel over de vreemde bloedarmoede van zijn campagne. Waar is de formidabele ‘lappendeken’ van linkse organisaties gebleven die zich in dienst van de boeren hadden verenigd? Wat is er gebeurd met deze unieke manier van militeren waarbij mensen van links elkaar hebben gevonden over de ideologische tegenstellingen heen?  De huidige presidentiële campagne vond ter linkerzijde plaats in een sfeer van middelpuntvliedende krachten aan de linkerkant, die alleen maar begaan zijn met hun eigen aantal. Misschien is er, net als in 1981, nood aan een gemeenschappelijk objectief, zoals de Larzac of Plogoff van toen (een mobilisatie tegen de installatie van een kerncentrale in Finistère, in 1980, redactie), om links bij elkaar te krijgen. De politiek lijkt nu een beetje vies. Het is moeilijk om erover te praten. Het is als met het vaccin: we vermijden het onderwerp om niet boos te worden”, zegt Ghislaine Ricez, de partner van José Bové.

Op het Larzac-plateau hebben de boeren de indruk dat links zich uitgeput heeft in oppervlakkige polemieken  die zich dan alleen nog richten op grote stedelijke centra. Het probleem in grote stedelijke gebieden is echter het permanent zapgedrag”, zegt José Bové. “Om te mobiliseren moet je het gevoel hebben dat je kunt winnen, dat je protest echt krachtig is. Dat pas creëert een collectieve dynamiek.”

Bij gebrek aan een natuurlijke uitlaatklep verwacht hij dat in La Roque-Sainte-Marguerite, waar de jacht ‘cultureel een zeer sterk gewicht heeft’, de mensen van de Larzac enkele stemmen zullen geven aan Jean Lassalle: De jongens vinden hem leuk, omdat hij op hen lijkt.”

Politiek ondervond Bové dat zelf bij de Europese verkiezingen van 2009 en 2014, toen hij de groene lijstrekker was in de regio. “Op minder dan 100 kilometer van huis kwam ik als beste uit de bus, of toch zeker bij de top drie. De groene stem was mogelijk omdat ze werd belichaamd door iemand die zelf zijn sporen had verdiend in de strijd om ‘Tous au Larzac’. Jagen was toen niet aan de orde. Ik heb toen ook niet aangekondigd dat we de jacht tot het weekend zouden beperken, omdat het niet op dezelfde manier belangrijk was”, legt hij uit met betrekking tot Yannick Jadot, die daarrond echter een stevig standpunt heeft ingenomen. Maar als de kandidaat van ecolo nu niet meer enthousiasme wekt, dan is dat vooral te wijten aan het gebrek aan animo in de maatschappij. “Mensen geven helemaal niet de indruk dat ecologie voor hen de nieuwe manier van denken is. Op dat vlak leven we nog volop in de twintigste eeuw. Ook al vind ik niet alles leuk aan hem, ik heb toch l100.000 keer liever Mélenchon in de tweede ronde dan Macron en Le Pen.

*

Christian Roqueirol, een voormalig schapenboer is een van degenen die niet opgeven. In het kleine dorpje Saint-Sauveur, omringd door zijn herdershonden waaronder een grote Patou met lachende ogen, staat deze 68-jarige voormalige dienstweigeraar met de eeuwige rode trui op het punt om voor de tweede keer Jean-Luc Mélenchon te stemmen.

Aan Yannick Jadots militant discours over Oekraïne heeft hij als antimilitarist niets. Roqueirol vindt ook dat er te veel ecologisten zijn die van kamp wisselden, waaronder hij ook José Bové rekent, die bij de laatste regionale verkiezingen opriep om op de socialiste Carole Delga te stemmen. Als voormalig nationaal secretaris van de Confédération paysanne kent Christian Roqueirol Aurélie Trouvé, die zich aansloot bij l’Union populaire, al jaren persoonlijk. “Zij is kenner van de landbouweconomie. Dat is een garantie voor mij, net als Mathilde Panot, Caroline Fiat of Adrien Quatennens. Ik weet dus dat Mélenchon niet de enige is. En zelfs als ik niet alles aan hem leuk vind, heb ik 100.000 keer liever Mélenchon in de tweede ronde dan Macron en Le Pen. Het zou ons in staat stellen een echt debat te voeren over sociale en internationale kwesties. Ik zal stemmen zonder enige terughoudendheid, zonder enige scrupules”, zei hij.

Christian Roqueirol is nu een gepensioneerde schapenboer, maar hij speelde een hoofdrol in de film ‘Tous au Larzac!. Het team van  Mélenchon heeft volgens hem steeds goede contacten gehouden met de sociale beweging, en in het bijzonder dan met de “Gele Hesjes”. Een essentieel onderdeel voor een mogelijke overwinning zijn de voorbeelden van Plogoff en van de Larzac. Het zijn deze twee projecten die Mitterand 2 procent stemmen meer bezorgde en die hem in staat stelde om verkozen te worden in 1981. Mélenchon zou ook stemmen kunnen vinden in recente bewegingen, waaronder de Gele Hesjes met het RIC (référendum d’initiative citoyenne  – noot van de redactie],” betoogt Roqueirol.

Benoît Lejeune (foto Mathieu Dejean/ Mediapart)

In de vallei aan de voet van de Causse, waar de Dourbie stroomt, haasten activisten zich niet om hun producten naar de markt van het dorp Nant te brengen. Voor het stadhuis kondigen de verkiezingsaffiches de algemene sfeer aan: clownsneuzen werden getekend op de gezichten van Fabien Roussel en Nathalie Arthaud; die van Emmanuel Macron is verscheurd; Zemmour en Le Pen zijn boos weggestreept.

Benoît Lejeune, 58, uit de regio Parijs, is een “neo”, hier onderscheiden van “les pures porcs’ (boeren die hier geboren zijn). Deze zoon van socialistische activisten vestigde zich 21 jaar geleden op de Sot-boerderij in La Roque-Saint-Marguerite, waar hij pluimvee houdt. Terwijl hij zijn eieren als warme broodjes verkoopt, legt hij uit dat ook hij op Mélenchon zal stemmen.

Het ecologistendiscours van Martine Billard, voormalig lid van de Groenen, bevalt hem. Zij is volgens hem zeer duidelijk in haar invraagstelling van het kapitalisme. Voor hem is Mélenchon de aanjager en voortzetter van links. “Ik stem voor de Zesde Republiek. Vandaag gaat de informatiestroom razendsnel, burgers kunnen voorstellen doen en oplossingen vinden als ze de kans krijgen: dit is wat de Burgerconventie over het Klimaat heeft aangetoond.” Zijn 30-jarige zoon, Titouan, een schapenboer, is nog meer toegewijd, want hij deelt verkiezingstracten uit voor l’Union populaire op de markt van Millau.

Een lokale figuur nadert de stand. Jean-Baptiste, spijkerjasje, werkbroek en zwarte pet, is een gepensioneerde oud-ambachtsman. Zijn getaand gezicht getuigt van zijn blootstelling aan de natuurelementen van het plateau. Hij noemt zich antimilitarist en libertair. Hij zal deze keer ook stemmen voor l’Union populaire. “Stemmen, normaal gesproken, doe ik niet, maar deze keer ga ik wel “, zegt deze militante stemonthouder, die beweert, samen met een groep anarchistische vrienden een zwarte vlag te hebben geplant op het kruis van de Pic-Saint-Loup, in de Hérault, op de avond van de tweede ronde van de presidentsverkiezingen van 2002.

Zelfs als zijn hart meer klopt voor Philippe Poutou van de Nouveau parti anticapitaliste, zal hij toch uitzonderlijk een strategische stem uitbrengen.  En ik zou niet willen dat duizenden mensen zoals ik zich onthouden en zeggen dat het nutteloos is”, voegt hij eraan toe.

In Saint-Martin-du-Larzac, in de oude school waar ze woont, worstelt Michèle Vincent, die zeer actief was in het Larzac Paris Committee, om voor zichzelf een geschikte kandidaat in het electorale aanbod te vinden. Wat we missen is een gemeenschappelijk doel. De anti-nucleaire strijd had gereactiveerd kunnen worden, gezien de context, maar dat gebeurde niet”, zegt ze voor haar bibliotheek vol zeldzaamheden over de lokale geschiedenis.

De toekomst van La France insoumise, van wie zij kandidaat niet steunt, maakt haar  sceptisch over de positie van links in het algemeen. Zoals alle recente ‘partij-bewegingen’ leunt La France insoumise zwaar op één persoonlijkheid, namelijk die van Jean-Luc Mélenchon. Toen de trotskist Olivier Besancenot zich terugtrok, verdween de Nouveau parti anticapitaliste (NPA) van de radar. Wat blijft er over als Mélenchon aan de beurt is?” vraagt ze zich af, terwijl ze wijst op de noodzaak om iets anders” uit te vinden. Een netelige vraag, waarop ook de distels van de Causses geen antwoord weten.

  • Mathieu Dejean, Sur le Larzac, terreau des luttes altermondialistes, la gauche se cherche un avenir, Mediapart van 7 april

 

Laatste bijdrages

Bayrou, dan toch

Het zou geen verrassing mogen zijn, en toch: François Bayrou heeft eindelijk een van zijn twee dromen gerealiseerd, hij is premier van Frankrijk. De andere droom: president. Maar voorlopig…

SYRIË: EEN MIDDELEEUWS OPBOD

De weg naar Damascus is lang. De apostel Paulus werd er van zijn paard gegooid. De kruisvaarders moesten eerst de oninneembaar  geachte stad Antiochië (vandaag Turks Antakya) belegeren –…

Komt er stabiliteit in Syrië na het verdwijnen van Assad?

Het regime van Bashar al-Assad is gevallen, maar daarmee is er nog geen eind gekomen aan de gevechten. Het land is nu opgedeeld in twee stukken. Met het vertrek…

Grenskolonialisme

You May Also Like

×