In Polen is latent antisemitisme de voorbije eeuwen nooit ver weg geweest. Met de nieuw wet van de ‘patriottische’ regering van de PiS (Recht en Gerechtigheid) is niet alleen de joodse, maar zelfs de oude Oekraïense kwestie weer opgerakeld. De PiS, regerend sinds november 2015, heeft van de herschrijving van de geschiedenis een prioriteit gemaakt. Met deze wet op de verdediging van de eer van de Poolse natie, wekt Warschau wereldwijd onbehagen en woede op – ook bij de buren van Oekraïne. En bij historici die vinden dat de regering “onvoorzichtig met de geschiedenis van het land omspringt”.
Reputatie
Wat in die “wet ter verdediging van de reputatie van de Poolse republiek en natie” staat: Het is op straffe gaande tot drie jaar gevangenis, verboden de Poolse staat of Poolse natie (mede-) verantwoordelijk te stellen voor nazimisdaden begaan ten tijde van het Derde Rijk, of voor misdaden tegen de mensheid of oorlogsmisdaden. Het zijn aantijgingen die door de feiten worden tegengesproken, aldus nog de tekst. Er zijn verder ook straffen voorzien voor wie door Oekraïense nationalisten gepleegde misdaden, ontkent.
Waarover het gaat? Polen pakt graag uit met de zesduizend ‘Rechtvaardigen’, Polen die tijdens de naziperiode op risico van eigen leven, joden hebben geholpen uit handen van de nazi’s te blijven. Maar er zijn de steeds weerkerende beschuldigingen dat andere Polen met de nazi’s hebben samengespannen om joden op te pakken en uit te roeien. Tijdens die bijna zes jaar Duitse bezetting (1939-1945) zijn naar schatting zes miljoen burgers van Polen omgekomen, ca drie miljoen joden, de andere vooral etnische Polen.
De discussie daarover laaide weer op na de zege van de PiS in 2015. Minister van Justitie Zbigniew Ziobro pakte het jaar daarop uit met het voorstel “om de reputatie van de Poolse natie te beschermen”. Eerder had president Andrzej Duda de musea en culturele instellingen al gewaarschuwd tegen het aantasten van de Poolse eer. Terwijl de overheidsmedia en onderwijs opdracht kregen het patriottisme aan te moedigen.
Pogroms
Polen heeft zeer zwaar geleden onder de nazibezetting, terwijl anderzijds Stalin in 1940 in Katyn meer dan 20.000 Pöolse officieren deed afslachten. Daar gaat de discussie niet over, Polen was een van de grootste slachtoffers. Uitroeiingkamp Auschwitz en andere kampen zijn gruwelijke getuigen van de gruwelen. In Warschau herinnert het museum ‘Polin’ (Polen in het yiddish) aan de duizendjarige geschiedenis van de joden in Polen. En in 2016 ging in Markowa het museum Ulma open. In dat dorp verborg het Poolse echtpaar Jozef en Wiktoria Ulma als goede christenen acht joodse buren. De nazi’s kwamen er op uit en executeerden de Ulma’s en hun zes kinderen. Zij verpersoonlijken de “Rechtvaardigen” die op risico van eigen leven joden hielpen overleven.
Er waren ook andere Poolse christenen die naastenliefde anders zagen. Daar herinnert het monument aan de pogrom in Jedwabne aan. In 1941 maakten Poolse dorpelingen er jacht op hun joodse buren die zich in een schuur verschansten. De Polen staken de schuur in brand, 300 joden kwamen om. Daarover werd lang niet gepraat, tot Jan Gross, een Pools-Amerikaans historicus, in 2001 het boek ‘De buren’ publiceerde. Het was daarop dat de toenmalige sociaaldemocratische president Aleksander Kwasniewski naar Jedwabne trok om in naam van de natie excuses aan te bieden. Poolse ‘patriotten’ nemen het Gross kwalijk dat hij dat boekje opendeed.
Zwijgen
Waarover men beter niet spreekt dus. Met de nieuwe wet riskeren onderzoekers als Gross tot drie jaar gevangenisstraf, want zij tasten de eer van de Poolse natie aan. Poolse “patriotten” hebben een petitie gelanceerd om de afzetting te eisen van Piotr Cywinski als directeur van het museum in Auschwitz, want hij heeft in hun ogen Polen onrecht aangedaan.
Het is maar een kleine stap meer naar een spreek- en schrijfverbod over antisemitisme in de Poolse geschiedenis en vandaag. Dat antisemitisme leeft regelmatig op, ook tijdens de communistische periode. Toen studenten in maart 1968 in actie kwamen, repliceerde partijleider Gomulka met een zogenaamde antizionistische campagne met sterke antisemitische accenten. Van de 30.000 joden die nog in het land waren, emigreerden er 20.000. Ook al bleven er nog nauwelijks over, toch bleven en blijven nogal wat Polen de kwalen van het land aan de joden wijten.
Oekraïne
De wet ter bescherming van de reputatie van de Poolse natie, doet ook de bloeddruk rijzen van de Oekraïense president Petro Petrosjenko en van vele andere Oekraïners.
Voor Kiev is Warschau nochtans een sleutelpartner om Oekraïne te verdedigen in de Europese Unie en vooral om zich af te zetten tegen de gemeenschappelijke vijand Rusland. Maar met de wet is er meer dan een haar in de boter. Die wet stelt namelijk ook het “negationisme” rond Oekraïense misdaden strafbaar. Die Oekraïnse misdaden tegenover Polen waren er, maar ook Poolse tegenover Oekraïners, dat is nooit een idyllische relatie geweest. Oud en jong in Polen spreken met weemoed over de grote Poolse stad Lwow, nu het Oekraïense Lviv, bastion van Oekraïense nationalisten. Ze spreken even weemoedig over een andere Poolse parel, Wilno, nu Vilnius, hoofdstad van Litouwen.
De Poolse wet verwijst vooral naar de activiteiten van de Oekraïense nationalisten van de UPA, het Oekraïense Verzetsleger dat de gewapende arm was van de OUN, de Organisatie van Oekraïense Nationalisten. Die nationalisten hielpen tot 1943 de nazi’s die hen een onafhankelijke Oekraïense staat hadden beloofd. Dat was een ijdele belofte, het kwam tot een breuk. In 1943-1944 vochten Polen en Oekraïense nationalisten in de gebieden Volhynië en oostelijk Galicië een bloedige oorlog uit, waarbij de UPA tussen 60.000 en 100.000 Poolse burgers ombracht. Op 11 juli 1943 vielen Oekraïnese milities tegelijk 160 Poolse dorpen aan en roeiden de ganse bevolking uit. Dat laat littekens na.
Rehabilitatie
Het ligt Warschau dan ook zwaar op de maag dat Kiev die Poolse groepen,zoals UON en UPA, aan het rehabiliteren is. Kiev ontkent de misdaden van het UPA wel niet, maar vindt de term genocide ongepast. Warschau heeft het niet alleen over de oorlogsperiode, maar ook over de acties van de Oekraïense nationalisten tussen 1925 en 1950. Dat had wel vooral plaats in gebieden die voorheen tot tsaristisch Rusland behoorden en in 1919 door de Polen waren veroverd. Oekraïnese nationalisten namen dat niet en voerden strijd, ook gewapend, voor de hereniging val alle Oekraïense gebieden.
Na de staatsgreep van maarschalk Pilsudski van 1926 in Polen, voerde Warschau in de gebieden met minderheden – Oekraïeners, Wirussen, Litouwers…samen 31 % van de bevolking – een politiek van assimilatie. Na enkele Oekraïense aanslagen ging Pilsudski er met de grove borstel door, de Oekraïeners werden collectief verantwoordelijk gesteld, dorpen werden platgebrand. Ook dat laat littekens na.
Brandhaard
Na de Tweede Wereldoorlog werden de grenzen van Polen volledig hertekend, 9 miljoen etnische Duitsers werden verdreven uit een gebied dat aan Polen werd toegevoegd, maar de oostelijke gebieden gingen naar Sovjetrepublieken. Polen werd in de communistische periode bijna etnisch homogeen. Desondanks bleven de (kleine) minderheden zich gediscrimineerd voelen. Vandaag zijn er ca twee miljoen Oekraïners in Polen, vooral om er te werken. Warschau vindt dat een bewijs dat het openstaat voor vreemdelingen;maar zelfs die buren voelen zich niet altijd op hun gemak, ze voelen zich slachtoffer van vooroordelen (“achterlijk” bijv.). De jongste spanningen doen er geen deugd aan.
De Pools-Oekraïense relaties zijn dus duidelijk historisch beladen. Met de wet ter verdediging van de Poolse reputatie en met de sluipende rehabilitatie van Oekraïense oorlogsmisdadigers, kunnen we een escalatie verwachten. Het zoveelste oude conflict dat dezer dagen wordt opgewarmd op een continent dat daar zo zwaar heeft onder geleden.