Toen Jacques Monsieur in mei vorig jaar in de Franse stad Bourges voor illegale wapenhandel een symbolische voorwaardelijke celstraf van 4 jaar kreeg toegemeten dacht iedereen dat de zaak afgesloten was. Na zijn veroordeling tot 10 jaar effectief in de Iraanse hoofdstad Teheran waarvan hij er maar 18 maanden uitzat en zijn voorwaardelijke en dus eveneens symbolische celstraf van 40 maanden in België dacht men: Dit hoofdstuk is voorbij.
Niets bleek minder waar. Op 27 augustus van dit jaar werd de man immers door de Amerikaanse politie op de luchthaven van New York gearresteerd op verdenking van onder meer wapensmokkel naar Iran. In totaal riskeert de man een maximumstraf van 65 jaar. Hij zit nu in de Baldwin County Jail vlakbij de stad Mobile in de staat Alabama te wachten op zijn proces. Dat hij daar vast zit heeft te maken met het feit dat de voorafbetalingen voor die leveranties volgens de aanklacht zouden gebeurt zijn via een bank in die stad.
Een trouwe soldaat
Een zeer merkwaardig en in nogal wat opzichten moeilijk te geloven verhaal. Uit alle vaststaande gegevens waaronder de twee Belgische parlementaire rapporten van het Comité I, zijn interview met David Severnay voor Radio France International en andere feiten blijkt immers dat de man vanaf vermoedelijk het begin der tachtiger jaren steeds nauw samenwerkte met de Belgische, Israëlische en andere Westerse inlichtingendiensten. Waarbij hij zich ontpopte tot een der groten der private wapenhandel en daaruit ook uitgroeide tot een topspion. Een man die vooral en met groot succes infiltreerde in het Iraanse militair industrieel complex. De man was op zeker ogenblik zowat de grootste handelsreiziger in Iraans militair materieel. Vanaf 1985 kon er geen militair conflict zijn of daar was Monsieur, uiteraard in de schaduw.
Tot hij in 1997 als gevolg van het grote schandaal rond de Franse staatsoliemaatschappij Elf in opspraak raakte, gearresteerd werd en vluchtte naar Iran. Daar had men zijn spelletje ondertussen door en vloog hij wegens spionage in de cel. Zijn rol als spion was uitgespeeld. En dus, dacht men, ook die van wapenhandelaar want zonder rugdekking van de Westerse veiligheidsdiensten is dat een beroep dat alleen maar risico’s kent.
Volgens het Amerikaanse ministerie van Justitie klopt dat niet en contacteerde Monsieur in februari van dit jaar een zich als wapenhandelaar uitgevende Amerikaanse undercoveragent. Dit met de vraag of hij enkele motoren type J85-21 gemaakt door industriegigant General Electric kon leveren voor Iran. Deze dienen in hun militaire versie – er is ook een type bestemd voor burgervliegtuigen – als vervangingsmotoren voor de F5-E/F gevechtsvliegtuigen van Northrop Grumman. Een vliegtuig dat uit het midden van de jaren vijftig dateert en door de VS vooral aan ‘bevriende’ staten werd verkocht zoals Iran, de Filippijnen en Colombia. De Iraanse luchtmacht heeft er zo’n 60 in haar bezit.
Na 50 jaar zijn die toestellen natuurlijk totaal verouderd en bovendien is er een van 1979 geldend embargo toen Iran zich losscheurde van de VS. Dat Iran al jaren op zoek is naar vervangstukken voor die vliegtuigen is dan ook geen verrassing. Waarom echter zou het daar nu nog achter zoeken? Het type is al meer dan 50 jaar oud en toen al niet bepaald het neusje van de zalm. Iran kan beter nieuwe Russische vliegtuigen kopen als de Mig 35, SU 30 en SU 35 die mogelijks zelfs beter zijn dan de F 15, F 16 en F 18 van de Amerikaanse luchtmacht. Het heeft al een aantal Russische vliegtuigen en praat samen met Syrië op dit ogenblik over de gezamenlijke aanschaf van meer Russische vliegtuigen.
Het verhaal dat geheel gebaseerd is op verklaringen van de Amerikaanse overheid lijkt om die reden dan ook heel merkwaardig. Het roept alleszins vragen op. Zeker daar ook nu nog, na al drie weken in de cel Monsieur zich blijft onschuldig noemen.
Nog meer bizar is dat de man volgens de verklaring van de Amerikaanse overheden naar Iran motoren van gevechtsvliegtuigen zou smokkelen. De man is bijna 15 jaar lang een trouwe soldaat van de VS en het Westen geweest die zonder enige scrupules in hun opdracht op soms massale schaal wapens leverde, embargo’s brak en zo medeverantwoordelijk is voor ontelbare dodelijke slachtoffers. Uit het interview met Severnay en alle andere gegevens blijkt dat de man zeer vijandig stond tegenover een onafhankelijk Iran dat hij als een gevaar voor het Westen zag want het was volgens hem voor zijn wapenproductie te onafhankelijk van het Westen geworden. En dat kon voor hem niet. Zijn trouwheid aan de Westelijke militaire alliantie is trouwens beloond geworden, niet alleen financieel. Ondanks de zware criminele feiten die deze gigantische illegale wapensmokkel toch is, heeft het Belgische en Franse gerecht hem alleen een symbolische straf gegeven, celstraffen met uitstel. Men kon gezien de publiciteit die de man had gekregen zelfs moeilijk minder doen. Trouwens ook Iran was met 10 jaar cel waarvan 18 maanden effectief nog mild geweest voor de man.
Is Jacques Monsieur zo dom?
Waarom zou hij dan nu zonder toestemming van zijn vroegere bazen wapens naar Iran gaan smokkelen. Het geld? Twijfelachtig, want de man zit er nog steeds erg goed in. In 1999, in volle problemen rond zijn bestaan als spion en wapenhandelaar, verkocht hij zijn kwekerij voor Lusitaanse paarden Les Amourettes in La Celle Condé bij Lignières en de stad Bourges in het departement Cher. Mogelijks omdat het eigendom op zijn naam stond en dus dreigde te worden aangeslagen. Les Amourettes is nu kwekerij annex renbaan voor wedstrijden voor een type zwarte ezels eigen aan de streek en is eigendom van de Conseil General van de regio. Zelf zit Jacques Monsieur met een nieuwe kwekerij voor Lusitaanse paarden vlakbij de stad Arles in de Franse Provence. Hij zou er volgens bronnen over een dertig witte paarden beschikken. In de sector is hij trouwens een gekend figuur. Geldnood lijkt er dus niet in te zitten.
Wat ook merkwaardig is, is de zeer amateuristische wijze waarop alles zich afspeelde. Als we het verhaal van de VS mogen geloven dan contacteerde Monsieur een man in de VS voor de aankoop van enkele vliegtuigmotoren, blijkbaar twee stuks, die dan officieel aan Colombia zouden worden verkocht maar feitelijk via de Verenigde Arabische Emiraten naar Iran zouden worden verscheept. Nu is het aantal verkopen en verkopers van dergelijke motoren in de VS per jaar erg beperkt. Het zijn er vermoedelijk maar een paar die dat doen en er is maar één producent, General Electric. Men kan er dus bijna absoluut zeker van zijn dat de Amerikaanse inlichtingendiensten dit wereldje nauwgezet in de gaten houden. En diegenen die hier actief zijn hebben ook alle reden om nauwgezet met die inlichtingendiensten samen te werken. Wie dat niet doet kan het gegarandeerd wel schudden. Denken dat men dus in de VS zomaar een motor als de J85-21 kan kopen alsof het een Chevrolet of een grasmaaier is, is aan het verkeerde adres.
Bovendien moest de verkoop via Colombia gebeuren. En Colombia is in wezen een Amerikaanse kolonie waar de Amerikaanse inlichtingendiensten met een simpel telefoontje zo kunnen weten of het land wel zo’n motoren besteld heeft. Misschien regelen zij wel zelf de aankopen. Wie weet. Ook dat is dus merkwaardig en getuigt niet van groot inzicht in het wereldje van de wapenhandel en de inlichtingendiensten. Wereldjes die Jacques Monsieur normaal als weinigen anderen moet kennen. Ook weet Monsieur ongetwijfeld van de recente arrestatie van een aantal collega’s door de VS door middel van door de VS gelegde valstrikken zoals hier. Met als bekendste slachtoffer zijn ex-partner de Rus Victor Bout die in Thailand in een cel zit.
Raar is ook verder het feit dat hij voor zijn e-mails gebruikt maakte van een gmailadres van het Amerikaanse Google. Wat betekende dat al de mails die hij zo verstuurde via de VS passeerden en ook daar konden onderschept worden. Zelfs de mails naar zijn buren kwam via Californië toe. En hij hoort toch te weten dat de Amerikaanse politie- en inlichtingendiensten sinds de aanslagen van 11 september 2001 zonder amper enige opgave van reden alle elektronische communicatie zoals mails mogen onderscheppen. Wat hier gebeurde. En dan begaf hij zich nog naar het hol van de leeuw, de VS zelf. Kan de man werkelijk zo dom zijn?
Mysterie is zeker de in Parijs woonachtige Iraniër Dara Fotouhi, van vorming geneeesheer. Zakelijk niet bepaald een hoogvlieger als blijkt uit zijn Dadly SARL die op 18 januari 2007 na een zakelijk niet bepaald gelukkig leven door de rechtbank in vereffening werd gezet. Het bedrijf specialiseerde zich in de invoer van voedingswaren uit Iran. “De man is steeds correct geweest en met dergelijke zaken als die waarin hij nu genoemd is hield hij zich zeker nooit bezig. Het verbaasde mij totaal”, stelt een vroegere zakenpartner. Niet bepaald een succesvol zakenman dus. Hij zou volgens bronnen nu in Genève werken bij de Zwitserse groep Jet Aviation AG, een dochter van het Amerikaanse General Dynamics die zich bezig houdt met het verhuren van vliegtuigonderdelen. Merkwaardig is wel dat de VS aan Frankrijk zijn uitlevering niet hebben gevraagd.
En dan is er die in de acte van beschuldiging vermelde Trast Aero Space welke in het persbericht voorgesteld werd als een organisatie in Kirgizië die de motoren zou kopen voor Iran. Trast Aero Space is echter een vennootschap met hoofdzetel op de internationale luchthaven in Sjarjah, een lid van de Verenigde Arabische Emiraten. Het is een vrij jonge maatschappij die zich als Jet Aviation blijkbaar specialiseert in de koop en verkoop van vliegtuigonderdelen vooral in de derde wereld en inderdaad over een bureel beschikt in Kirgizië.
Povere media
Wat natuurlijk ook weer opvalt is de soms povere wijze waarop over de zaak bericht werd. Behalve de VRT met Terzake en De Standaard in een alinea had niemand in de Belgische pers oog voor het feit dat de man jarenlang geheel ongestoord kon opereren met steun van onze veiligheidsdiensten. En toen de media, gerecht en politiek de zaak ontdekten poogden die inlichtingendiensten nog alles toe te dekken. Iets waarvoor niemand voor zover geweten ooit gestraft werd. Wat nog maar eens de gebrekkige werking van onze democratische instellingen aantoont. Belangrijke zaken die niet aan bod kwamen behalve dan kort in De Standaard en meer uitgebreid in Terzake op Canvas.
Opvallend is dat de ganse Amerikaanse pers zich in essentie beperkte tot het weergeven van het persbericht en de acte van beschuldiging van het Amerikaanse ministerie van Justitie. Met andere woorden, de berichtgeving werd gecontroleerd door de Amerikaanse overheid. Alleen in het beste geval werd kort verwezen naar een oud artikel van Alain Lallemand van Le Soir geschreven voor het Amerikaanse Center for Public Integrity, of naar het interview van David Severnay met Monsieur voor Radio France International. Dieper op die voor de VS nogal belangrijke affaire ingaan was er nergens bij. Opvallend was zeker ook dat de Israëlische media in meerderheid stelden dat die wapenhandel zou gebeuren via Saoedi-Arabië en niet langs de Verenigde Arabische Emiraten.
Het toppunt in de media bij dit dossier is echter zeker weggelegd voor de Franse in België woonachtige ’ terrorisme-expert’ Claude Moniquet, baas van het European Strategic Intelligence and Security Center (ESISC) in Brussel. In een rapport van 8 september stelt die dat de beweringen dat Monsieur voor de Westerse inlichtingendiensten werkte door Monsieur rondgestrooide nonsens waren. En dat wist hij dankzij enkele gesprekken met iemand van de Belgische militaire inlichtingendienst en met leden van de Franse DGST. “Hij vertelde ons soms wel eens iets maar dat was allemaal waardeloos”, aldus een door hem geciteerde uiteraard anoniem lid van onze militaire veiligheidsdienst. Nergens echter wordt er echter in zijn rapport zelfs maar een datum of plaats voor die gesprekken gegeven. Van onder meer de rapporten van het comité I had hij blijkbaar nog niet gehoord. Een duidelijke maar onbeholpen poging om zijn vrienden ter hulp te snellen. Moniquet kwam recent in opspraak door infiltratiepogingen in Greenpeace op vraag van Electrabel, door het verduisteren van goederen en illegale wapendracht. Voldoende voor Binnenlandse Zaken om zijn vergunning voor veiligheidsadvies te weigeren. De man was jarenlang de in de media veel geciteerde expert telkenmale er nog maar eens ‘terreurdreiging’ werd geroepen.
Vermoedelijk komt de zaak van Monsieur al in november voor de rechtbank van Mobile Alabama. Of de man ditmaal een zware straf zal krijgen, als hij al schuldig is, is verre van zeker. Tot heden heeft hij steeds geweigerd namen te noemen van de personen en instellingen die betrokken waren bij zijn vroegere vuile handel. Huidig minister van Defensie Robert Gates was een sleutelfiguur in de Iran-Contra affaire en Richard Holbrook, huidig speciaal gezant voor Afghanistan en Pakistan deed dat vroeger al voor Joegoslavië. Juist twee hoogtepunten in de bloedige carrière van de man. En ten tijde van Joegoslavië was een zekere Bill Clinton president, de echtgenoot van Hillary Clinton en nu minister voor Buitenlandse Zaken. Mogelijks komen wij in november ook zijn versie van de recente feiten te weten. Ook nu immers wou zijn verdediging nog geen enkele verklaring afleggen.
Maar in de duistere wereld van de diplomatie, wapenhandel, politiek en gerecht kan alles gebeuren. “Je moet van niets verschieten met die Amerikanen. Veelal weet de ene inlichtingendienst niet eens wat de andere doet. Het is ook allemaal zo moeilijk te geloven”, aldus een vroegere zakenpartner van Monsieur over die nieuwe ontwikkelingen. Wordt zeker vervolgd.
(Uitpers, nr. 113, 11de jg., oktober 2009)