Buitenlandse militaire basissen zijn neokoloniale voorposten die oorlog, geweld, mensenrechtenschendingen en milieuvervuiling in de hand werken. Op veel plaatsen stuiten ze op verzet van de bevolking. Veel getuigenissen op de 4e conferentie tegen militaire basissen in Berlijn. Vrede vzw verzorgde de openingsrede.
Waarom we ons moeten verzetten tegen buitenlandse militaire basissen
Het einde van de Koude Oorlog zorgde voor enkele optimistische jaren. Even koesterden we de illusie dat de hoogdagen van het militarisme ten einde waren. De wereldwijde militaire uitgaven kenden midden de jaren negentig een sterke daling. Na de ontbinding van het Warschaupact verloor de NAVO haar bestaansreden. Maar eind de jaren ’90 kreeg het militair industrieel complex opnieuw de wind in de zeilen. De Joegoslaviëcrisis vormde het ideale argument voor de NAVO om zich opnieuw heruit te vinden en te transformeren tot een mondiale interventieorganisatie, ook al wordt dat niet gedekt door het NAVO-verdrag van 1949. Kort daarna kwam 9/11, de aanval op Afghanistan en de oorlog in Irak. Eind 2011 kondigde NAVO-secretaris-generaal Rasmussen het einde van de NAVO-oorlog in Libië aan met de woorden dat het de “meest succesvolle operatie in de geschiedenis van de NAVO”. Maar jaren van oorlogen en bezettingen deden Afghanistan, Irak en Libië in chaos en geweld belanden. In die context strekten de NAVO-lidstaten hun tentakels wereldwijd uit. Niet alleen door het opzetten van militaire interventies. De NAVO maakt ook volop werk van tientallen bilaterale en multilaterale partnerschappen in de Pacific, het Midden-Oosten, Latijns-Amerika en andere delen van de wereld. De ‘oorlog tegen terrorisme’ vormde het voorwendsel om de buitenlandse militaire aanwezigheid te versterken, om militaire samenwerkingsakkoorden te sluiten met lokale regeringen en om het belang van overzeese militaire basissen te benadrukken, die in werkelijkheid een militair verlengstuk van geostrategische belangen vormen.
De NAVO greep de oorlog in Oekraïne aan om de nationale defensiebudgetten terug op te drijven. President Trump zette de andere NAVO-lidstaten onder druk om daar vlug werk van te maken. Sinds 2015 zijn de defensiebudgetten van de Europese NAVO-lidstaten en Canada op vijf jaar tijd met 21% gestegen. Alle NAVO-leden samen geven nu al 987 miljard dollar uit. Dat is meer dan de helft van de werelduitgaven. In een multipolaire wereld met verschillende opkomende grootmachten moet dat militair apparaat de westerse militaire, politieke en militaire hegemonie in de wereld handhaven.
Het klopt dat China zijn mondiale invloed, probeert uit te breiden – zoals via het grootschalige Belt & Silk Initiative -, zoals elke grootmacht dat doet, maar tot nu is dat voornamelijk politiek en economisch. Het Chinese defensiebudget groeit sterk, maar het bedraagt minder dan een derde van wat de VS uitgeeft. Met 1 buitenlandse militaire basis (in Djibouti) ligt de focus heel sterk op de verdediging van de eigen grenzen en de regionale belangen, maar anders dan dat het geval is met de NAVO, niet om te komen tot een mondiale militaire controle en al zeker niet voor op het opzetten van militaire interventies. In Europa wordt de Russische dreiging opgeklopt en gebruikt voor het opvoeren van de militaire activiteiten in Polen en de Baltische staten hoewel het Russische defensiebudget maar 7% bedraagt van dat van de NAVO-lidstaten samen.
Een immens netwerk van Amerikaanse buitenlandse militaire basissen
De VS beschikt naar schatting over rond de 800 overzeese militaire basissen en posten in ongeveer een 80-tal landen (andere bronnen stellen dat er zich basissen in tot 160 landen bevinden, afhankelijk van de gebruikte definitie van ‘militaire basis’). Die kosten de Amerikaanse belastingbetaler rond de 50 miljard dollar aan personeels-, onderhouds-, en transportkosten. Als je daar ook de overzeese oorlogskosten (Overseas Contingency Operations), die 90 miljard dollar bedragen, bij optelt dan weet je dat de buitenlandse militaire aanwezigheid 140 miljard dollar van het Amerikaanse militaire budget opslorpt. De VS beheert 90-95% van het totaal aantal militaire basissen en posten in de wereld. Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Rusland beschikken tussen de 10 tot 20 buitenlandse militaire basissen. De belangrijkste gastlanden zijn in de eerste plaats de verliezers van WO II, zijnde Duitsland, Japan en Italië. Zuid-Korea is een ander belangrijk gastland nadat het met de VS een akkoord tekende na de Koreaanse oorlog van 1950-1953). De laatste jaren is de trend dat er minder militaire basissen zijn, maar in meer landen, met mobielere (‘rapid deployable’) troepen en waarbij in toenemende mate gebruik wordt gemaakt van lokale troepen. De laatste jaren is de militaire belangstelling voor het grondstoffenrijke Afrika sterk toegenomen. Minstens 13 landen zijn er substantieel aanwezig met de VS (rond de 10.000 troepen) en Frankrijk (7.500 troepen) als belangrijkste buitenlandse machten. Vooral de strategische Hoorn van Afrika valt in de belangstelling omwille van geostrategische ligging.
Een paar woorden over de situatie in mijn land. België is een van de landen die een belangrijke militaire draaischijf vormt. Op het grondgebied bevindt zich zowel het NAVO-hoofdkwartier (Brussel) – het politieke en administratieve hart van de Alliantie – als SHAPE (Casteau), het militaire hoofdkwartier van de Allied Command Operations (ACO). In Brussel bevindt zich ook het Europese Defensie-Agentschap (EDA) met tal van lobbyisten van het militair industrieel complex. In juni 2020 kondigde president Trump de terugtrekking aan van een derde van de VS-troepen uit Duitsland. Zijn minister van Defensie Mark Esper, verklaarde dat 12.000 troepen zouden verplaatst worden naar Oost-Europa (op roterende basis), Italië en België. Het VS-oppercommando in Europa, het Specials Operations Command Europe en Africom (voor operaties in Afrika) zouden eveneens in België worden gevestigd. De aankondiging gebeurde zonder de toestemming te vragen van de betrokken regeringen. Het is verontrustend dat dit in België weinig politieke ophef lijkt te veroorzaken, hoewel de gevolgen op vlak van veiligheid groot kunnen zijn.
Wat is het probleem met buitenlandse militaire basissen?
Buitenlandse militaire basissen zijn neokoloniale voorposten die oorlog, geweld, mensenrechtenschendingen en milieuvervuiling in de hand werken. Ze zijn niet in het belang van de lokale bevolking, noch voor de belastingbetaler van de landen met militaire basissen. Militaire basissen dienen de belangen van multinationals, de leidende elite en het militair industrieel complex. We moeten ons verenigen in deze strijd, de vredes- en milieubeweging, de beweging voor sociale rechtvaardigheid met een duidelijk doel: de sluiting van alle buitenlandse militaire basissen.
1. Militaire basissen vormen de ruggengraat van de militaire apparaten van de VS, NAVO en de EU. Zij worden intens gebruikt tijdens militaire manoeuvres en maken integraal deel uit van oorlogscampagnes. Voor de oorlog tegen Irak (2003) waren de militaire basissen in Turkije, Duitsland, Saoedi-Arabië en de Golfstaten cruciaal. Militaire faciliteiten in Irak en Syrië worden gebruikt voor luchtbombardementen in de strijd tegen de Islamitische Staat waarbij tussen de 8.000 en 13.000 burgers omkwamen. De luchtmachbasis in Ramstein speelt een belangrijke rol in de drone-oorlog om terreurverdachten uit te schakelen.
2. Militaire basissen en installaties spelen een belangrijke rol bij undercoveroperaties van de CIA. Zo verschenen recent berichten over buitenrechtelijke executies van terreurverdachten in Kenia door paramilitaire eenheden die de CIA, met de hulp van Britse inlichtingendiensten, heeft opgezet, getraind en bewapend. De vliegtuigbasis Manta in Ecuador werd in de jaren 2000 gebruikt voor het Plan Colombia, een controversieel oorlogsplan tegen narcoticabendes en de FARC-guerrilla. President Rafael Correa beval de terugtrekking aan van de VS-troepen in 2009, nadat het tienjarig programma afliep.
3. Militaire basissen maken deel uit van de in de jaren negentig opgezette ‘rendition’-programma’s waarbij terreurverdachten naar bestemmingen werden getransporteerd om ze te folteren of zonder juridische bijstand of proces op te sluiten. Het bekendste voorbeeld is Guantanamo, maar er waren verschillende overzeese basissen met inbegrip uit Europa, bij betrokken.
4. De VS maakt van zijn militaire basissen in België, Duitsland, Italië, Nederland en Turkije gebruik voor de opslag van kernwapens. In oorlogstijd zijn het piloten van de betrokken landen – op Turkije na – die de opdracht kunnen krijgen om deze bommen in te zetten in het kader van de Nuclear Sharing-politiek van de NAVO. Dat is in strijd is met het Non-proliferatieverdrag dat de directe of indirecte controle over kernwapens door niet-kernwapenstaten verbiedt.
5. Militaire basissen zorgen voor heel wat milieuproblemen door het vrijkomen van toxische stoffen en vervuiling van water, het gebruik van verarmd uranium of vervuiling door transport. Het Amerikaans legerapparaat is een van de grootste uitstoters van broeikasgassen. Op de Marianaeilanden (Guam, Tinian,…) is er verzet van de plaatselijke bevolking omwille van de milieu-impact van schietoefeningen en de geplande uitbreiding van een marinebasis voor de hervestiging van 5000 ‘Marines’ vanuit de Japanse marinebasis in Okinawa. Dat komt omdat het verzet van de bevolking in Okinawa te groot is geworden. Militaire basissen zijn historisch verantwoordelijk voor de seksuele exploitatie van vrouwen, zoals via institutioneel georganiseerde prostitutie tijdens de oorlogen in Korea en Vietnam. Dat werkt tot vandaag door. In Djibouti is de aanwezigheid van verschillende militaire basissen (VS, Frankrijk, China, Spanje, enz..) en het sterk aangroeiend militair personeel de drijvende kracht achter de seksuele uitbuiting van vrouwen en meisjes in een land waar jaarlijks tienduizenden vluchtelingen passeren en de werkloosheidsgraad 60% bedraagt. In 2015 drong de VN Mensenrechtenraad er bij het VS-leger op aan om seksueel geweld tegen te gaan en de juridische vervolging van daders te garanderen. Veel seksueel geweld door militairen blijft ongestraft. In Okinawa waar 34 militaire basissen van de VS zijn gevestigd, zijn er slechts zeven veroordelingen uitgesproken in 120 gerapporteerde gevallen van verkrachting de afgelopen decennia. Door de problemen van seksueel geweld, misdaad, straffeloosheid en milieuvervuiling stuiten de VS-troepen in Okinawa op grote tegenstand. Toen de VS een nieuwe marinebasis wilde bouwen, organiseerde de lokale bevolking gedurende drie jaar dagelijkse blokkades. In 2008 werden de bouwactiviteiten stilgelegd door een gerechtshof in de VS om ecologische redenen. Het illustreert hoe lokaal verzet tegen militaire basissen kan lonen en waarom de internationale vredesbeweging haar solidariteit en steun moet uitspreken.
7. De bilaterale overeenkomsten die de VS met derde landen sluit (de ‘status of forces-akkoorden – SOFA) over de juridische status van de Amerikaanse militaire aanwezigheid, gaan over het algemeen ten koste van het gastland. Doorgaans geven ze de VS buitengewone bevoegdheden. Volgens de overeenkomst voor het gebruik van de Manta-basis in Ecuador mochten de Amerikaanse troepen gratis gebruik maken van de vliegbasis, evenals de marinehaven van Manta en faciliteiten die met de basis verbonden waren. De overeenkomst gaf de Verenigde Staten ook het recht om over het land te vliegen en dezelfde behandeling te krijgen als de vliegtuigen van de marine van Ecuador in de zeehavens van het land. De SOFA garandeerde immuniteit voor personeel en hun families tegen detentie door de Ecuadoraanse autoriteiten. Het gaf Amerikanen die op de basis werkten het recht Ecuador binnen te komen en te verlaten met Amerikaanse identificatie zonder belasting te hoeven betalen en sterk verminderde belastingen op inkomen of eigendom en overdracht van goederen die in Ecuador worden geïmporteerd.
(*) Deze tekst is een lichte bewerking van de openingslezing op de 4e conferentie tegen militaire basissen en oorlogen in Berlijn.