Viktor Orbán is wijselijk thuisgebleven. Niet Straatsburg werd bedreigd, maar wel degelijk de aangelanden van de Donau in zijn eigen land. Wat zich ophoopt in Polen, Oostenrijk, Slowakije en Tsjechië moet zich nu eenmaal een weg banen naar de Zwarte Zee. Alarmfase rood is ingesteld. Dat Commissievoorzitster Ursula van der Leyen een receptie voor de kandidaat-commissarissen links liet liggen en spoorslags vertrok naar Silezië om de waterramp op te meten, is een halfslachtige en doorzichtige opsmukoperatie om de EU niet voor schut te zetten. Zeker nu Hongarije tijdelijk voorzitter van de EU is.
Voor Hadja Lahbib, dinsdag nog opgezadeld met “preparedness” – stand-by, zeg maar, of degelijke voorbereidselen – valt het mee dat de grote rampen zich voordoen voor zij voor de vierschaar van het parlementaire hoorzitting moet komen. Ze zal, indien geslaagd, haar opruimwerk achteraf wel hebben, met tomeloze vuurhaarden in Portugal (en Spanje) en een half verzopen middenrif van het Europese vasteland.
De afwezigheid van Orbán ving het Europees Parlement op met een heel ander debat: hoe de klimaatgedreven rampen op te vangen, en liever nog, te vermijden.
Behalve Sloveens commissaris Janez Lenarčič, belast met crisisopvang, snelle noodhulp, burgerbescherming en nog wat akkefietjes, vroegen en kregen liefst 77 parlementsleden het woord (nog afgezien van de blauwe kaarten, die een bijkomende vraag voorstellen, en van het Catch the Eye slot, extra vraagstellers die bij de voorzitter van het debat nog aangewezen worden). Het mag niet verwonderen dat vooral afgevaardigden uit de zwaarst getroffen gebieden, met nog Roemenië erbij, hun vinger opstaken.
Opbod
Maar op de obligate dankbetuigingen aan de reddingswerkers na, vergleden de opmerkingen vaak snel in politiek opbod. Steen des aanstoots was inzonderheid de zwakte of het ontbreken van stuwdammen en de opvangbekkens. Vooral de Hongaren bereiden zich voor op het ergste. Gabriella Gerzsenyi van de nieuwe oppositiepartij tegen Fidesz, de Tiszapartij van Orbáns vroegere medewerker en nu uitdager Péter Magyar, wees wel op de uitzonderlijke samenwerking tussen beide staatslieden nu het land voor een katastrofe vreest: “We moeten dammen en rivieroevers snel versterken, want 32% van het land kan onder water lopen, en dan komen 2 miljoen Hongaren in grote moeilijkheden. Europa moet zorgen voor meer waterzekerheid en een nieuwe strategie om wateroverlast te verhinderen. Daarom moeten de bestaande fondsen, zoals het cohesiegeld, passend ingezet worden”.
Het liep al meteen mis toen tien minuten later Ewa Zajączkowska-Hernik fors uithaalde naar de beperkingen die de Green Deal had “opgedrongen”. Zij bezwoer het halfrond niet onverschillig te blijven voor het “pseudo-eco-activisme”. Hernik is gekozen voor een zeer rechtse, vrij racistische partij in Polen, Korwin Radom, genoemd naar de beruchte neestemmer (op alles) en raddraaier Janusz Korwin-Mikke uit de vorige legislatuur (2014-2019), die neerkijkt op vrouwen. Nu is ze voor het eerst verkozen in het Europees Parlement en zetelt ze voor de kleinste fractie, het Europa van Soevereine Naties. Ze hekelde de Poolse milieuminister die “in de greep zit van ecoterroristen. Zij slaagden erin de bouw van een grote stuwdam te verijdelen. Die dam moest het zuiden van Hongarije beschermen. Dat ze hun propaganda eens inhouden, dergelijke mensen moeten voor het gerecht verschijnen”.
Met een blauwe kaart sneerde haar landgenoot Michael Szczerba (Europese Volkspartij) dat ze zelf moest ophouden met haar “politieke afrekeningen”. “Je hoort je land te verdedigen, het is dankzij Polen dat we vandaag dit debat kunnen voeren. Nuttiger is onmiddellijk het mechanisme voor burgerbescherming te activeren. Het volk heeft hulp nodig, geen desinformatie of propaganda”. Hernik beet fel van zich af: “Uw eigen minister belooft leningen met lage rente voor de slachtoffers van de watersnood. Dat is immoreel. Strategische investeringen blokkeren is het resultaat van die politiek. Het helpt niks als Tusk maar weer eens op tv komt”.
Het ruimtetoezicht van het Copernicus programma, en waarschuwingssyteem, schiet te kort, en “nog na de middag op 16 september was het Burgerbeschermingsmechanisme niet eens opgestart”, voegde Elisabeth Dieringer (Duitsland, Patriotten voor Europa) eraan toe. En dat was, volgens de Tsjechische communiste Kateřina Konečná (niet ingeschreven) , nog niet het ergste. “Europa heeft nog een laatste kans om met het Solidariteitsfonds de burgers te overtuigen. Geef geld, geen papieren beloftes”. Dat Solidariteitsfonds is nochtans al ruim twintig jaar actief. De bedoeling was en is onmiddellijk bij te springen in geval van grote natuurrampen, en, sinds 2020, ook van crisissen die de volksgezondheid raken (om Covid niet bij naam te noemen). De stichting in 2002 gebeurde, ironisch genoeg, vanwege zware zomeroverstromingen in Midden-Europa. Sindsdien verluidt het dat de Unie al 130 keer in 24 lidstaten is bijgesprongen, en ook in drie kandidaat-lidstaten (Albanië, Montenegro, Servië).
Lering trekken
Uiteindelijk was het Pascal Arimont, het enige Duitstalige lid uit België – die trouwens is overgestapt naar CD&V, omdat Les Engagés (ex-PSC) zijn verhuisd naar het liberale Renew -, die het best de samenvatting maakte van de hele inzet van het debat. “We moeten lering trekken uit wat we meemaakten in 2021, als een waterhoos een zware slag toebracht aan Wallonië. Er is daar voor 4 miljard schade opgetekend na de waterramp. Hoeveel heeft België gekregen van het Solidariteitsfonds ? 87 miljoen. Na twee jaar pas! Een druppel op een hete plaat”. Was dat te wijten aan de burokratie ? Aan de omslachtige regels ? “Niet echt. Hulp komt eerst van het nationale budget, ook de buurlanden leveren spontaan hulp. Dat werkt. Het probleem met het Solidariteitsfonds is dat het oorspronkelijk buiten de boekhouding werd gehouden, en een half miljard per jaar kreeg. Op al die jaren is 8,2 miljard uitgetrokken voor Rampspoedsteun”. Maar er is geen wettelijke basis om juridisch in te grijpen. Die eerste 500 miljoen werden belegd door de lidstaten zelf, bij het jaareinde werd dat geld verdeeld. “Maar ik wil een, noem het maar Klimaat Aanpassings Fonds. Geld snel betalen aan de slachtoffers en een degelijke weerstand opbouwen”.
De officiële papieren van het Parlement spreken nochtans van 1,2 miljard, vandaag zelfs anderhalf miljard ? “Ik verwees naar de oorspronkelijke budgettering. Bij 5 rampen per jaar (dat is het gemiddelde), kunnen we alleen aalmoes geven”.
Solidariteit en vrijwilligerswerk blijven bovendien in de kou staan. Daar ligt de echte reden voor de belabberde steun van de EU. “Kijk, vrijwilligers zoals mijn vader schieten er nog geld bij in. Dat kan toch niet ?” De reden is simpel: hun sociaal statuut stemt niet overeen met hun beroep. Nog sterker: wie grensoverschrijdend werkt, scheurt er zijn broek aan. Een Belg die in Luxemburg gaat werken, wordt daar aangezien als een ambtenaar. Dat vreet aan zijn vergoedingen. De meesten nemen gewoon ontslag. Maar welk initiatief kun je dan nemen om die zaak recht te trekken ? Arimont kent zijn pappenheimers: “Ik ben nu lid van de Commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Al op de eerste werkdag heb ik een onderhoud gehad met het hoofd van de Franse brandweer. Als parlementslid kun je niet ingrijpen. De procedure is simpel. Eerst begin je te lobbyen voor je zaak. Daarna – hebben we gedaan – zetten we een auditie op. We hebben de Commissie uitgenodigd daar bij te zijn. Het komt er op aan dat de Commissie een wettekst schrijft, want dat is haar taak en bevoegdheid, die wij daarna als Parlement kunt aanpakken. Hopelijk raken we er door tegen het eind van deze legislatuur”.
Arimont heeft geluk dat wat hij wil bereiken onder de bevoegdheid valt van Hadja Lahbib – als ze slaagt in de hoorzitting. Arimont heeft met haar al gesproken, ze heeft nota genomen van het initiatief. “Een goed punt”, zei ze. Maar de weg is lang, want wat voor brandweervrijwilligers geldt, is ook toepasselijk op ambulanciers of Rode Kruis mensen. “Een statuut voor vrijwilligers is onontkoombaar”, besluit Arimont. Sara Mathieu (Groen) wil niettemin de milieuafspraken die Frans Timmermans doordrukte niet verloochenen. “Natuurherstel is een van de beste oplossingen om ons te wapenen tegen extreem weer”. Dat is voor haar de meest logische en goedkoopste oplossing.
En dat valt best te realiseren door te snijden in overbodige regels en papierwerk en lobbyisme uit te bannen, vond de conservatief Waldemar Buda (ECR). De aanleg van waterbekkens en potpolders hoeft niet veel te kosten in geld en tijd. “Infrastructuur is de oplossing. Teveel Green Deal rijdt in de wielen van investeringen die voor de hand liggende werken vlug kunnen realiseren”.
Maar hoe de bosbranden dienen aangepakt, dat blijft een raadsel. Tenzij misschien ingrijpen bij duidelijk aangestoken vuurhaarden aan de kusten van Griekenland of de binnenlandse corruptie en ongeïnteresseerdheid op het Iberische schiereiland en in Italië. Waar vastgoedontwikkelaars staan te springen om afgebrand braakland om te toveren in alweer een kustlijn vol snel gebouwde hotels en afgesloten resorts. Strenger toezicht op lobbyisten zou flink wat misbruik verhinderen.