Olaf Scholz, de Duitse kanselier, is onlangs naar Peking geweest, vergezeld van een grote schare Duitse zakenlui. De Franse president Emmanuel Macron en de Italiaanse premier Giorgia Meloni gaan binnenkort. Maar als het aan VS-president Joe Biden ligt, moeten Europese leiders daar de vloer niet plat lopen; Washington maant hen integendeel aan de Amerikaanse lijn te volgen en hard te zijn voor China. Ongeacht de belangen die ze hebben bij goede relaties.
Buitenspel
Goede relaties, China is wel de belangrijkste handelspartner van talrijke Europese landen, Duitsland voorop. Vandaar dat zeker de Duitsers, maar ook de Fransen, de Italianen en talrijker andere landen van de EU die ijver van Washington tegen China, afremmen.
Dus, Europa moet in Azië met de VS aan hetzelfde zeel trekken. Maar zonder veel zeggenschap, het moet zijn eigen belangen even opzij zetten. De Fransen zijn nog niet bekomen over de vuile toer die de VS hen lapten door vorig jaar achter hun rug de Australische bestelling van Franse duikboten te torpederen en te doen vervangen door een bestelling van duikboten uit de VS.
Eveneens achter de rug, terwijl ze er bij zaten, bedisselden VS-president Biden met de toenmalige Britse premier Boris Johnson de oprichting van een nieuw samenwerkingspact voor de Indo-Pacific, de Aukas – samen met Australië. De Fransen mooi buitenspel.
De Quad, een ander militair gezelschap voor die Indo-Pacific, is ook een onderonsje van de VS, Japan, Australië en India. Zoals Aukus onderdeel van de containment politiek van China.
Nergens dus komt iemand uit de EU eraan te pas.
Containment
Maar in de 20 jaar oude politiek van ‘containment’ van China, heeft Washington de Europeanen wel hard nodig. Dat containment is al zo lastig omdat er zo weinig aan meedoen. China heeft meer en meer invloed in Afrika, Latijns Amerika, een groot deel van Azië, het staat op goede voet met Rusland, en heeft stevige zakelijke relaties met veel Europese landen.
Dat laatste is een doorn in het oog van Washington dat zijn eigen positie in de wereld ziet verslappen. Joe Biden werd eerder dit jaar bij zijn bezoek aan Saoedi-Arabië gewoon vernederd toen hij daar pleitte voor minder olieproductie. En het debacle van 15 augustus 2021 in Kaboel, waar de Amerikanen en de Navo inderhaast na 20 jaar massale interventie, moesten opkrassen, illustreerde hoe onbetrouwbaar de VS als bondgenoot wel zijn.
Een reden temeer om dat op andere terreinen te compenseren. Er is Europa zelf waar Poetin met zijn inval in Oekraïne Washington een immense kans heeft geboden om zijn positie in Europa te verstevigen. Dat is voor Washington niet marginaal, maar evenmin prioritair. De grote rivaal is al minstens 20 jaar China, de belangrijkste confrontatiezone is de Indo-Pacific.
Bij elke gelegenheid brengen de VS-leiders China ten berde. Zoals ook in het communiqué na afloop van het bezoek van de Franse president Emmanuel Macron aan zijn collega Joe Biden. In 2019 hebben de VS het thema China ook op de agenda van de Navo geplaatst. Tegen de zin van verscheidene Europese lidstaten in die graag beklemtonen dat binnen de Allianthie de benaderingen van China wel uiteenlopend zijn.
Maar sinds 2019 maakt China dus deel uit van de ‘uitdagingen’ waar de Navo mee te maken heeft. De VS dringen sindsdien aan op hardere taal en willen daar allerlei kwesties bij betrekken, zoals Chinese investeringen in Europa’s infrastructuur., cyberveiligheid, ruimtevaart…Veel Europeanen vinden dat dit een bevoegdheid is van de EU of van de staten, dat de Navo daar geen zaken mee heeft.
Washington heeft via de oorlog in Oekraïne en de energieproblemen, een andere invalshoek beklemtoond: de afhankelijkheid. Een thema dat vooral in Duitsland leeft. Europa heeft zich te afhankelijk gemaakt van Russisch gas, aldus deze redenering. Het mag niet afhankelijk zijn van verkoop aan de Chinese markt of zeker niet van Chinese technologie. De campagne tegen Huawei heeft alvast vruchten afgeworpen.
Tech war
De VS probergen de Europese bondgenoten onder meerg via de Navo bij hun ‘tech war’ te betrekken. Voor Washington is het absoluut prioritair te beletten dat China de VS op vlak van supertechnologieën de VS overvleugelt. Vandaar het strijdplan voor de ‘ontkoppeling’ van de technologie, het weren van China uit het door de VS beheerste circuit.
Op dat vlak heeft het vooral zijn Aziatische bondgenoten nodig, de tech-tijgers als Japan, Zuid-Korea, Singapore, Taiwan. Stuk voor stuk landen (Taiwan inbegrepen) die niet erg happig zijn om aan die oorlog deel te nemen. Ze hebben zeer nauwe economische relaties met de Volksrepubliek en dus veel te verliezen. China is bij voorbeeld de beste klant van Taiwans chipsfabrikanten, het koopt 60 % van de productie.
Taiwan is erg gehecht aan zijn productie van halfgeleiders – Taiwanezen beschouwen het als hun veiligheidsschild: het is een extra stimulans voor de VS om het land bij te staan in zijn defensie en de Volksrepubliek heeft er ook alle belang bij dat die bedrijven draaien.
Het gebrekkige enthousiasme bij de Aziatische partners, belet Washington niet de druk op te voeren. Maar om de belangen van die partners voorlopig niet al te veel te schaden, is dat beperkt tot de meest gesofisticeerde sectoren, zoals AI, cybersecurity, ruimtevaart… sectoren waarin de VS hoopt de bovenhand te houden, althans tot 2050. Het China van Xi heeft er vertrouwen in tegen 2049 toch aan de top te staan.
Het wordt dus een oorlog van minstens één generatie. Europa kan intussen dromen van le doux commerce om zich buiten het gewoel te houden. Maar met een oorlog die nu rond ontkoppeling van systemen draait, lukt dat niet. En als we zien hoe ‘westers Europa’ op andere terreinen zwicht voor de Amerikaanse druk, kunnen we ons ook hier aan enige volgzaamheid verwachten.