Nepal is volledig uit het Belgische politieke beeld verdwenen, dat een minister ‘ooit’ ontslag nam ten gevolge van de Belgische wapenleveringen aan Nepal, lijkt volkomen vergeten. Er was nochtans gezegd dat de Belgische diplomatie de situatie in Nepal nauwgezet op de voet zou volgen. Voor Brussel is Nepal nu zeer ver weg. Niet zo voor Washington dat de CPN(M) – de maoïstische communistische partij van Nepal – onlangs op de lijst van terroristische organisaties plaatste, met alle gevolgen vandien.
De classificatie van de PCP (M) als terroristische organisatie eind april kwam net voor de eerste gespreksronde tussen de monarchie en de maoïsten. De regering van koning Gyanendra had eerder beslist de maoïsten niet langer als terroristen te klasseren. Ze ging daarmee in op een eis die de maoïsten eind januari hadden gesteld om tot een bestand en tot onderhandelingen te komen.
Waarom heeft het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken dan toch besloten de PCP (M) op een van haar lijsten van terroristische organisaties te plaatsen? Officieel omdat de maoïsten helpen om van Nepal, met zijn poreuze grenzen en de onveiligheid in grote delen van het land, een transitland voor terroristen te maken….
Het heeft er echter veel van weg dat Washington de koning aflost. De Nepalese koninklijke regering bestempelt de maoïsten niet langer als terroristen, maar Washington zorgt voor een zwaard van Damocles. Want enkele dagen eerder hadden de Amerikanen en de regering van de koning een akkoord gesloten voor "bijstand in de strijd tegen het terrorisme".
In feite kregen de Amerikanen op die manier het recht om militair tussen te komen in het door terrorisme bedreigde Nepal. Dat past perfect in de Amerikaanse doctrine van preventieve oorlog.
Officieel zijn er in Nepal 48 Amerikaanse militaire adviseurs, maar daarnaast zijn er nog een ongekend aantal niet-officiële agenten van allerlei Amerikaanse diensten. Zoals België (en Groot-Brittannië en India) leveren ook de VS wapens aan het ‘Koninklijk leger van Nepal’ dat nochtans berucht is voor aanhoudende schendingen van de mensenrechten.
Half juni hebben in een vallei bij Kathmandu opnieuw gemeenschappelijke Amerikaans-Nepalese manoeuvres plaats, voor zover bekend de derde dit jaar. Die manoeuvres zijn een uitvoering van het akkoord dat Washington en Kathmandu in oktober vorig jaar sloten. De Amerikanen trachten de indruk te wekken dat dit niets nieuws is, dat dergelijke samenwerking al acht jaar bezig is en dat de bedoeling ook is om de Nepalese militairen vertrouwd te maken met de beginselen van de mensenrechten! Alleen is de militaire samenwerking volgens de Amerikanen gewoon wat "intensiever ten gevolge van de groeiende Amerikaanse steun en de toegenomen noodzaak van die samenwerking." "Dit maakt deel uit van de modernisering van onze strijdkrachten", zeggen Nepalese officieren.
Die Amerikaanse dreiging werpt een grote schaduw over de in mei gestarte onderhandelingen tussen de regering van de koning en de maoïsten. Die laatste wekken de indruk dat ze zich soepel willen opstellen. Zo lieten ze de eis vallen voor de verkiezing van een grondwetgevende vergadering die een nieuwe grondwet zou opstellen, ze nemen voorlopig vrede met amendementen op de huidige koninklijke grondwet.
Daarmee smeden de maoïsten nauwere banden met de oppositie van de partijen die vertegenwoordigd zijn in het vorig jaar (4 oktober) door de koning ontbonden parlement. Die partijen, vooral de Nepalese Congrespartij en de Communistische Partij van Nepal (Verenigde Marxist-Leninisten), startten eveneens in mei en met maanden vertraging hun campagne tegen de machtsgreep van de koning.
De maoïsten steunen die campagne, maar tegelijk zorgen ze ervoor hun eigen basis te versterken. Ze laten op diverse manieren, zoals massameetings, acties in bedrijven en scholen, voelen dat ze onder de bevolking grote steun genieten, wat tenslotte hun grootste sterkte is in de onderhandelingen met de regering van Lokendra Bahadur Chand, de premier van de koning.
De maoïstische leiders willen vooral vermijden de indruk te geven dat ze zich zwak opstellen. « Let op, interpreteer onze soepelheid niet als zwakte», zegden ze eind mei. Daarmee reageerden ze onder meer op de provocatie van de regering die tegen de afspraken in weigert verscheidene maoïstische leiders, onder wie drie leden van het centraal comité, vrij te laten.
Door dit soort provocaties tracht koning Gyanendra bij de achterban van de maoïsten twijfel te zaaien, wat zelf twijfel doet rijzen aan ‘s konings bereidheid om tot een vreedzame oplossing te komen. Want met de Amerikaanse paraplu voelt Gyanendra zich wellicht gesterkt om zo weinig mogelijk toegevingen te doen en zijn bewind te bestendigen.
Maar wie let daar nu in Brussel nog op?
(Zie ook Uitpers oktober 2002 –Nepal een "prille democratie"; januari 2003 – België en VS in zelfde Nepalese schuitje; februari 2003 – Amerikaanse oefeningen in Nepal; april 2003 – Intussen in Nepal, vrede).
(Uitpers, nr.43, 4de jg., juni 2003)