Het moest een topevenement worden, een wereldvrouwenmars tegen geweld en armoede. Eerst op Europese basis in Brussel, drie dagen later op wereldniveau in New York. Veel vrouwenorganisaties keken uit naar dit grootschalig evenement. De vele inspanningen die door vrouwen- en vredesorganisaties al geleverd zijn, zouden daar voor de buitenwereld zichtbaar worden en men zou er vooral iedereens aandacht vestigen op de bijzondere thema???s: geweld en armoede.
Ieders aandacht? Het was een mooie zonnige zaterdag die 14 oktober. Ik was ontroerd door die duizenden vrouwen, een kleurrijk gezelschap, die de wereld vertegenwoordigden en in Brussel hun solidariteit kwamen uitschreeuwen.
De dag voordien vond in het Europees parlement een colloquium plaats. Georganiseerd door Europarlementslid Louisa Morgantini en Women in Black. Vooral de vrouwen uit Kosovo, Servië, Palestina en Israël kregen aandacht. Meteen een goede aanzet voor de komende wereldvrouwenmars.
Uiteindelijk waren er de zaterdagmorgen zo???n twintigduizend aanwezig in het Jubelpark. De organisatie verliep vlot, al hoorde je hier en daar wel wat kritiek. De kop van de indrukwekkende stoet die via de (helaas lege) Wetstraat en de Belliardstraat trok, kwam al terug binnen toen de laatsten nog moesten vertrekken.
In het licht van de recente gebeurtenissen in Belgrado en het conflict tussen Israël en Palestina, was ik er zelf persoonlijk van overtuigd dat de media grootschalige aandacht aan het gebeuren zouden geven.
Ik had beter moeten weten. ???s Avonds werd al meteen duidelijk welke nieuwswaarde de media aan de gebeurtenis gaf. Het bevestigt het feit dat vrouwen en media nog steeds geen goede combinatie vormen en er ook bij ons behoorlijk wat discriminatie heerst. Bijvoorbeeld: TV1 bracht in zijn avond-journaal een onopvallend klein item over de wereldvrouwenmars, gesitueerd ergens tussen de andere onbelangrijke feiten. Het ergste was nog de denigrerende toon. Men had het over zo???n 11.000 deelnemers en vooral over de lange sjerp die de vrouwen hadden gebreid. Men zei letterlijk: "Er is nog niks veel veranderd, bij de verovering van de Bastille zaten de vrouwen ook te breien." Dat die sjaal eigenlijk een soort verbindingssignaal was, werd op die manier weggehoond. Noteer dat de eindredacteur van TV1 die dag, een man was.
Bij VTM kwam de mars wat uitgebreider aan bod. Voelbaar met meer respect. Daar werden 40.000 deelnemers gesuggereerd. Al was het verwonderlijk dat vrouwen uit de conflictzones niet het woord kregen.
De maandagberichtgeving in de kranten was nog meer ontmoedigend. De Standaard gaf enkel een grote foto met een onachtzaam onderschrift, dezelfde foto maar kleiner werd afgedrukt in Het Nieuwsblad. De Morgen bracht wel een artikel, de andere kranten vonden het blijkbaar de moeite niet.
Waarom? Te weinig sensatie? Niet genoeg spektakel?
Misschien omdat de media nog altijd een (h)echt mannenbastion zijn? Het is inderdaad zo dat er uitzonderlijk weinig vrouwen zijn die een leidinggevende functie bekleden (Behalve vrouwenbladen natuurlijk)
En als mannelijke hoofd- of eindredacteurs moeten beslissen wat er in een krant, magazine of op tv komt, weten ze heus wel waarmee ze de gemene deler van hun publiek zullen bereiken én bekoren. Het moet snel gaan, een tikje mooi ingeklede sensatie is nooit te versmaden. In dit beeld passen vredevolle opstappende vrouwen niet.
Toch blijf ik me afvragen waarom er dat totale gebrek aan belangstelling is? Was de overvloed aan informatie over de mars vooraf te groot? Zodat het verzadigingspunt van interesse vooraf was bereikt? Was de mars naar de pers toe wel op de juiste manier ingekleed?
In ieder geval is er momenteel in de media een heel kwalijke evolutie aan de gang.
Het inhoudelijke van de nieuwsgaring heeft zijn absolute prioriteit verloren. Bij elk item worden lezers of kijkers meteen in koel cijferwerk omgezet. Hoe kunnen we aandacht krijgen? De vraag waarmee is ondergeschikt. Waarde heeft het moeten afleggen tegen de rekenmachine!
De media zijn een meedogenloos marketinggebeuren geworden. En in deze marketingstrategie is de vrouw heel, heel belangrijk. Anders dan wij ons voorstellen. Vrouwen zijn nu hét verkoopsargument geworden. Hoe meer bloot, hoe meer kijkers, hoe meer lezers.
Het vrouwenbeeld wordt zelfs zo massaal misbruikt alsof er van emancipatie enz. nooit geen sprake was. De decennialange strijd wordt achteloos van tafel geveegd. Als voorbeeld verwijs ik naar programma???s als Big Brother en bepaalde magazines die enkel en alleen drijven op het prikkelend effect dat vrouwen op mannen hebben. Onderzoeken wijzen uit (CIM) dat ze daarmee ook een groot deel jonge mensen, (soms vanaf 14 à 15 jaar) bereiken.
Deze evolutie is eigenlijk een onderdeel van een discussie die op gang zou moeten komen omtrent de totale vervlakking waarmee onze samenleving heeft af te rekenen. Want ook het item cultuur krijgt wat belangstelling betreft klappen.
Maar het ergste is dat vrouwen niet in opstand komen, je hoort omzeggens geen kritiek. Tenzij binnensmonds of in besloten kring. Zelfs na het negeren van de wereldvrouwenmars door de media, zijn de organisaties die daaromtrent een kritische reflectie maken zeldzaam.
Hoe dan ook, in het verkoopsbeeld dat vrouwen in de media geworden zijn, passen geen strijdbare vrouwen, geen feministen, geen opstandige wezens, geen kritische noten.
(Uitpers, november 2000)
* De auteur is hoofdredacteur van Telepro en voorzitter van Moeders voor Vrede