‘De Italianen zullen bij de Europese verkiezingen van juni 2024 waarschijnlijk ook kunnen stemmen voor een ‘Vredeslijst’. Michele Santoro wil uitpakken met ‘Neen aan de oorlog’ als centrale leuze. Santoro is een bekend tv-figuur, als presenator. Hij rekent op talrijke bekende politici om links een alternatief te kunnen bieden aan de centrumlinkse Democratische Partij (PD) die in het vaarwater van Navo en EU zit.
Santoro werd in 2004 als kandidaat van de centrumlinkse Ulivo, in het Europarlement gekozen met 700.000 voorkeurstemmen. Hij is de oprichter van ‘Assemblea!’, samen met de gewezen communistische senator Raniero La Valle, 92. Het valt wel op dat Santoro bij de start is gaan zoeken naar veteranen. Hij rekent o.a. op Fausto Bertinotti, jarenlang leider van Rifondazione Comunista die nog grote successen boekte in 2005. De deelname aan de regering Prodi kostte Rifondazione in 2007 zijn politiek bestaan.
Een andere naam is Massimo Cacciari, filosoof en ex-burgemeester van Venetië. Luigi De Magistris, gewezen linkse burgemeester van Napels, een van de velen die poogt links van de PD verzamelen te blazen. Nicchi Vendola, ooit leider van het kortstondige linkse SEL. En journaliste Luciana Castellina, 94, boegbeeld van de linkerzijde links van de PD. De jongere generaties zijn voorlopig ver te zoeken.
Met zijn vredeslijst neemt Santoro afstand van wat hij het oorlogskamp noemt. De uiterst-rechtse regeringspartijen hebben hun vroegere kritiek op de militaire en andere steun aan het geagresseerde Oekraïne ingeslikt en volgen trouw de koers van Washington. Ook de oppositiepartijen Vijfsterrenbeweging (M5S) en PD zitten op Atlantische koers. Santoro wil met Assemblea het verschil maken.
Het is nog onduidelijk hoe andere groepen ter linkerzijde tegenover dat initiatief staan. Bij de PD rommelt het intussen verder. De nieuwe partijleidster, de meer linkse Elly Schlein, ondervindt veel tegenwerking van het apparaat, wat de vernieuwing van deze in zware crisis verkerende partij niet bevordert. In peilingen doet de PD het nog altijd erg zwak, onder 20 %, terwijl de uiterst-rechtse Fratelli d’Italia van premier Meloni rond 30 % blijft schommelen.