INTERNATIONALE POLITIEK

Voor een Bank van het Zuiden

Zowel in letterlijke als figuurlijke zin zijn de Ontwikkelingslanden (OWL) netto geldleners aan de meer geïndustrialiseerde landen. Ze lenen geld aan de Amerikaanse schatkist en aan de landen van West-Europa door hun schatkistbons te kopen. De OWL houden Amerikaanse schatkistbons aan voor een bedrag van meer dan verscheidene honderden miljarden dollar.

Zelfs de Wereldbank erkent dat de OWL nu netto kredietverleners zijn aan de meest geïndustrialiseerde landen. In het jaarrapport van 2003 van de Wereldbank, dat de titel draagt Global Development Finance, kan men lezen: “De Ontwikkelingslanden in hun geheel zijn netto geldschieters aan de ontwikkelde landen”. In Global Development Finance 2006, komt ze terug op het onderwerp: “De OWL voeren kapitaal uit naar de rest van de wereld, in het bijzonder naar de Verenigde Staten” (p. 139).

Alleen al deze vaststelling is voldoende om de nietigheid aan te tonen van de heersende theorie betreffende ontwikkeling. Inderdaad, volgens het overheersende denken, bestaat één van de voornaamste obstakels voor de ontwikkeling van het Zuiden(1) erin dat er gebrek is aan kapitaal. Dus om zich te ontwikkelen moeten de OWL elders de kapitalen, waarover ze in onvoldoende mate beschikken, gaan zoeken. Ze moeten zich tegelijkertijd in de schulden steken en buitenlands kapitaal aantrekken.

Tussen 2000 en april 2006, zijn de wisselreserves van het geheel van de OWL (waaronder ook de landen van het voormalige Sovjet-blok) bijna verdrievoudigd (ze namen toe van 973 tot 2.679 miljard dollar). De deviezenreserves van de OWL die olie uitvoeren zijn verviervoudigd (van 110 tot 443). Die van China zijn meer dan vervijfvoudigd (van 116 tot 875). In Latijns-Amerika was de groei bescheidener: ze namen in dezelfde periode slechts met 40% toe.

Het wereldtotaal aan wisselreserves bedroeg in december 2005 het equivalent van 4.170 miljard dollar (waarvan 2/3 in Amerikaanse dollar, het overige derde bestond uit euro, yen, pond sterling en Zwitserse frank), waarvan slechts 1.292 miljard in het bezit waren van de meest geïndustrialiseerde landen. Men moet ook weten dat de Verenigde Staten slechts het equivalent van 38 miljard dollar (in verschillende deviezen) bezitten en de eurozone slechts 167 miljard. Japan daarentegen houdt er 829 miljard aan (BRI, 2006, p. 88).

De OWL zijn nooit in zo’n situatie geweest: ze beschikken over een som van meer dan het dubbele van de deviezenreserves van de meest geïndustrialiseerde landen.

De actuele politiek inzake wisselreserves is in vele opzichten absurd, want ze houdt zich aan de orthodoxie van de internationale financiële instellingen. In plaats van een belangrijk deel van hun wisselreserves te gebruiken voor investeringsuitgaven en voor lopende uitgaven (in de domeinen van opvoeding en van gezondheid bij voorbeeld), bedienen de regeringen van de OWL zich ervan om hun schulden terug te betalen of lenen ze het geld aan de Amerikaanse schatkist of aan de schatkisten van de landen van West-Europa. Maar daar blijft het niet bij. De regeringen van de OWL gebruiken hun deviezenreserves als garantie voor toekomstige betalingen en gaan nieuwe schulden aan bij buitenlandse privé-banken of op de financiële markten. Dat is absurd vanuit het standpunt van het algemeen belang.

Een andere absurde politiek vanuit het standpunt van de natie bestaat erin dat, om inflatiedruk te voorkomen die verband houdt met het belangrijke niveau van de deviezenreserves, de OWL zich in de schulden steken bij de lokale banken om het teveel aan geld uit circulatie te halen.

Potentiële alternatieven

Laten we terugkeren naar de gunstige conjunctuur voor de OWL in 2006. Zoals we hierboven hebben gezien, is de toestand om verschillende redenen gunstig voor de OWL:

– een betekenisvol aantal onder hen beschikt over een nooit bereikt niveau van internationale reserves terwijl zowel de Verenigde Staten als West-Europa zich op een historisch laag niveau van reserves bevinden;
– de ruiltermen zijn voorlopig gunstig voor hen;
– het IMF is voorlopig verzwakt.
We kunnen eraan toevoegden dat in 2005 het gemiddelde groeicijfer van de OWL het dubbele bedroeg van de gemiddelde groei van de meest geïndustrialiseerde landen, en de internationale rentevoeten, alhoewel ze aan het stijgen zijn, zijn relatief laag.

Op politiek vlak heeft links in verscheidene landen successen geboekt in 2005-2006 : er is de overwinning van Evo Morales in de presidentsverkiezingen van november 2005 in Bolivië, en er is een belangrijke vooruitgang van links bij de verkiezingen in India en in Mexico.

Op militair vlak zijn Washington en zijn bondgenoten vastgelopen in Irak en in Afghanistan, iets wat een directe interventie op het terrein tegen een ander land bemoeilijkt.

Op het vlak van de multilaterale akkoorden die gunstig zijn voor de grote mogendheden, werd in 2005 de Vrijhandelsassociatie van de Amerika’s (FTAA of ALCA in het Spaans) opgegeven en de onderhandelingen in de Wereldhandelsorganisatie (WTO) over de Doha-agenda zitten vast (momenteel in elk geval).

In dergelijke context is het potentieel mogelijk een alternatieve strategie in praktijk om te zetten:

– Moesten de OWL de terugbetaling van de openbare schuld op losse schroeven willen zetten, dan zouden ze nu in de beste positie zijn om dat te doen, want ze hebben de middelen om het hoofd te bieden aan dreigementen met vergelding van de kant van de multilaterale, bilaterale en privé-schuldeisers. Het niveau van hun reserves geeft hen een enorme speelruimte.

Als Argentinië alleen het hoofd kon bieden aan de privé-schuldeisers tussen einde 2001 en begin 2005 (die eisten de hervatting van de afbetaling van hun schuld die zowat 100 miljard dollar bedroeg), en ernstige toegevingen kon verkrijgen, dan kan men zich zonder problemen voorstellen welke macht een front van verschillende landen zou hebben.
Het is het moment om werk te maken van audits van de schuld.
Een front van landen voor de niet-betaling zou ook de eis op tafel kunnen leggen van de terugbetaling van de historische en ecologische schuld door de meest geïndustrialiseerde landen.

De publieke opinie en de sociale bewegingen zouden in ruime mate sympathie hebben voor een wettige en waardige houding van de regeringen van het Zuiden.
– De regering van de OWL zouden ook het initiatief kunnen nemen om een Bank van het Zuiden en een Internationaal Muntfonds van het Zuiden op te richten. Ze zouden zich kunnen terugtrekken uit de Wereldbank en uit het IMF, twee organismen die volledig worden gedomineerd door enkele van de meest geïndustrialiseerde grote mogendheden.
– Ze zouden een strategie voor de stabilisatie van de prijzen van de grondstoffen en van de elementaire landbouwproducten kunnen uitwerken door kartels te vormen van producerende landen en door de OPEC (Organisatie van olie-uitvoerende landen) te versterken.
– Ze zouden regionale groeperingen in het Zuiden kunnen oprichten of versterken en, waarom niet, een gemeenschappelijke munt creëren.
– Ze zouden opnieuw een controle op de bewegingen van kapitalen en op de wissel kunnen invoeren.
– Ze zouden zich weer van de controle over de natuurlijke rijkdommen van hun landen kunnen verzekeren.
– Ze zouden op het vlak van de opvoeding, de cultuur, van onderzoek (onder meer op het domein van de gezondheid) met voldoende middelen een gedurfde openbare politiek kunnen ontwikkelen.
– Ze zouden inspiratie kunnen vinden in de uitwisselingsakkoorden tussen de Bolivariaanse Republiek Venezuela, Cuba en Bolivië en nieuwe vormen van uitwisselingen met compensatie of ruil (petroleum in ruil voor onderwijs en gezondheidsdiensten bij voorbeeld) kunnen veralgemenen.
– Een dergelijke strategie zou inhouden dat er prioriteit wordt gegeven aan een radicale herverdeling van de rijkdom, zowel binnen de OWL als tussen het Zuiden en het Noorden van de planeet. De sociale inhoud van een alternatieve strategie is fundamenteel. Die moet een socialistische inhoud krijgen op straffe van te vervallen tot een karikatuur van een alternatief. De socialistische inhoud heeft niets te maken met een simpele politiek van vermindering van de armoede, de ontwikkeling van maatregelen voor openbare bijstand en een vage humanisering van het kapitalisme. De socialistische inhoud impliceert diepe structurele hervormingen, te beginnen met het in vraag stellen van de privé-eigendom van de grote productiemiddelen, van de natuurlijke rijkdommen en van alle gemeenschappelijke goederen. Om Che(2) te parafraseren: Een socialistisch alternatief of een karikatuur van een alternatief.
– Het alternatief moet ook een essentiële dimensie hebben voor de emancipatie van de vrouwen door de realisatie van echte gelijkheid tussen de seksen.


De Bank van het Zuiden en het Muntfonds van het Zuiden

Er moet een eerste keuze worden gemaakt: het oprichten van een of twee instellingen. Als men er twee opricht, zou men een bank hebben die tot taak heeft de ontwikkeling te financieren en men zou een muntfonds hebben dat onder meer als opdracht zou hebben de landen te beschermen tegen speculatieve aanvallen en ze te helpen hun uitwisselingen te realiseren in het geval er een liquiditeitsprobleem zou zijn. Men kan ook deze belangrijke functies toevertrouwen aan één grote instelling.


De Bank van het Zuiden heeft onder meer als doel de afhankelijkheid van de landen aan de periferie van de internationale financiële markt te doorbreken, hun eigen spaargeld te kanaliseren, de kapitaalvlucht tegen te houden, de middelen te leiden naar de prioriteiten van een onafhankelijke economische en sociale ontwikkeling, de investeringsprioriteiten te veranderen enz. Het gaat om een openbare bank die een alternatief is voor de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank en voor de Wereldbank.

De Bank van het Zuiden kan kredieten met of zonder rente toekennen, zoals ze ook, in de vorm van giften, niet terug te betalen hulp kan geven.

De bank zal vooral worden gefinancierd door de bijdragen van de lidstaten in de vorm van quota en giften. Men kan ook denken aan fiscale inkomsten via regionale en internationale belastingen.

De begunstigden van deze kredieten en giften moeten openbare entiteiten zijn (staten, provincies, gemeenten, openbare bedrijven voor productie of diensten). Om te vermijden dat de activiteit van de bank zou dienen voor de versterking van het grootkapitaal, moet er nauwkeurig worden toegezien op de private machten die kredieten en giften kunnen krijgen. De geschiedenis van de laatste twee eeuwen loopt over van openbare en volksbanken die in essentie ten dienste hebben gestaan van de versterking van de kapitalistische accumulatie, zonder enig reëel voordeel voor het volk.

De Bank van het Zuiden kan niet worden losgemaakt van de schuldsituatie. Er moet vermeden worden dat de bankactiviteit dient om de openbare schulden te beheren ten profijte van het financieel kapitaal.

Een ander belangrijk aspect is dat van de noodzaak voor democratische volkscontrole, die samengaat met de initiatieven voor een audit van de schuld. De actieve participatie van de parlementen in de controle op de activiteiten van de Bank moet ook worden gestimuleerd.

Wat hier is gezegd, zijn maar enkele sporen die nog collectief en nauwkeurig moeten worden uitgewerkt.

Toekomstige perspectieven van de economie

De verbetering van de ruilvoet voor de landen die basisproducten uitvoeren is niet naar de zin van de meest geïndustrialiseerde landen. Dit zowel om economische als politieke redenen, want deze toestand stimuleert de initiatieven van de landen van het Zuiden. Het hoge niveau van de reserves in het bezit van het Zuiden verontrust om dezelfde redenen de hoofdsteden van de meest geïndustrialiseerde landen en de raden van bestuur van de grote transnationale ondernemingen.

De door de regeringen van de meest geïndustrialiseerde landen getroffen beslissingen hebben tot doel de situatie in hun voordeel te veranderen. Overigens volgt de economische cyclus zijn eigen logica (zie infra). Het gebrek aan wil van de kant van de regeringen van de landen in de periferie riskeert goed en wel hen een historische kans te verspelen.

Laten we even terugkomen op de variabele “terugbetaling van de schuld”.

Sedert 2003-2004 kent het merendeel van de OWL met gemiddelde inkomsten geen problemen meer met de afbetaling van de schulden. Dat is het gevolg van verschillende conjuncturele factoren: van een groeiende instroom van deviezen dankzij de hoge prijs van de basisproducten die ze uitvoeren en de komst van vlottende kapitalen die op zoek zijn naar rentabiliteit op korte termijn, onder meer op de beurzen van groeilanden; van de relatief lage interestvoeten; van de extreem lage risicopremies in 2004-2005-2006.

Dat kan allemaal veranderen binnen een of meerdere jaren. De deviezeninkomsten kunnen verminderen en het niveau van de reserves kan dalen; de in het Noorden stijgende interestvoeten kunnen de aflossing van de schuld op schulden met variabele rentevoet verzwaren; de kost van nieuwe leningen om de oude schulden te herfinancieren gaat stijgen omdat ze zullen worden aangegaan aan een hogere interest,;de risicopremies kunnen weer omhoog gaan.

Als de economische conjunctuur gaat verslechteren, riskeren de OWL betalingsproblemen te krijgen en hun deviezenreserves dreigen als sneeuw voor de zon te smelten. Dit is een bijkomend argument om een politiek alternatief in praktijk om te zetten en een front op te richten van landen met schulden tegen de betaling van de schuld.

Besluiten

Er dient zich nu een nieuwe historische kans aan voor de volken en regeringen van de zgn. ontwikkelingslanden om een emanciperend initiatief met internationale draagwijdte te nemen. De gunstige economische conjunctuur voor straffe initiatieven zal niet blijven duren. Als men niets doet of strategische fouten maakt, zal de situatie weer ten kwade keren.

Als de kans niet gegrepen wordt (en de kans is groot dat dit zo zal zijn), zal de geschiedenis haar koers voortzetten en zullen de volkeren in nog moeilijker omstandigheden dan vandaag moeten vechten. De strijd zal voortgaan. Geconfronteerd met de cynische politiek van hun regeringen zullen ze zich moeten radicaliseren en de voorhoede gaan vormen van de emancipatie, zonder God noch Opperste Redder. Dat noemt men een revolutie.

(Uitpers, nr. 81, 8ste jg., december 2006)

Voetnoten

(1) Voor een kritiek daarop zie, Eric Toussaint, “Les idées de la Banque mondiale en matière de développement”, hoofdstuk 10 van het boek Banque mondiale, le Coup d’Etat permanent, CADTM-Syllepse-Cetim, Liège-Paris-Genève, 2006.

(2) Socialistische revolutie of een karikatuur van revolutie.

Relevant

De desindustrialisering van Europa

Het is weinig opbeurend nieuws. De afgelopen twaalf maanden zijn in Frankrijk niet minder dan 66.800 bedrijven in ‘défaillance’ gegaan. Die bedrijven zijn nog niet noodzakelijk allemaal failliet maar…

Europa’s moeilijke keuze

In 2005 verscheen een merkwaardig maar zeer lezenswaardig boek met een jarenlange emailconversatie tussen enerzijds Ernesto Tenenbaum, Argentijns econoom en journalist en anderzijds Claudio Loser, verantwoordelijke bij het IMF…

Cryptomunten doen PSCHIITTT…

Snel rijk worden? Vergeet de Lotto, koop cryptomunten, bitcoins of ethereum of weet ik veel hoe ze allemaal heten. Je koopt, pardon, delft voor duizend euro en voor je’t…

Laatste bijdrages

Wat wil BRICS?

Sinds de 16de vergadering van de BRICS-landen (Brazilië, Rusland, Indië, China en Zuid-Afrika) in het Russische Kazan heeft deze groep een ietwat aparte plaats ingenomen als multilaterale organisatie. Het…

Argentinië. In gesprek met Atilio Boron

FM: Verkozenen van uiterst rechts zijn al lang geen uitzondering meer. Toch blijft het voor veel buitenstaanders moeilijk te begrijpen dat iemand als Javier Milei kon verkozen worden als…

Barnier op de schopstoel. Macron ook.

Veel ministers van de Franse regering Barnier zullen een zeer korte carrière hebben gekend nu Marine Le Pen meedeelde dat ze een motie van wantrouwen indient, zoals links dat…

Van Moddergat tot Wondermond

You May Also Like

×