Precies 100 jaar geleden stierf Lenin. Is mogelijk om het op een rustige, beschouwende manier over zijn erfenis te hebben, wetend welke afschuwelijke misdaden het stalinisme heeft verricht en de decennialange exploitatie ervan door neoliberale ideologen (‘There Is No Alternative’) het collectieve geheugen hebben vergiftigd?
Een goed vertrekpunt is de geweldige, 600 bladzijden tellende autobiografie van romancier en politiek activist Victor Serge (1890-1947), ‘Mémoires d’un révolutionnaire 1905-1945’. De Frans-Russische Serge, als jongeman actief in anarchistische groepen in Brussel en Parijs, belandde uiteindelijk in Moskou waar hij de bolsjewistische revolutie (1917) omarmde. Actief in de persafdeling van de communistische internationale, leerde hij van nabij de leiders van de revolutie kennen, zoals Lenin, Trotski en Zinoviev, alsook hun amechtige pogingen om de revolutie te redden in wat hij “een onmenselijke tijd” noemt. Een tijd gedomineerd door buitenlandse invasies, burgeroorlog, hongersnood, de ‘Witte Terreur’…
Isolement
Maar het internationale isolement van de revolutie was uiteindelijk de beslissende factor van de degeneratie in de loop van de jaren ’20. Lenin en Trotski beseften goed dat de Russische Revolutie slechts de aankondiging of inspiratie kon zijn van revoluties in de ontwikkelde Europese landen, in de eerste plaats in Duitsland.
Het uitblijven van die Duitse revolutie overtuigde Serge ervan dat de Revolutie op een nederlaag zou uitdraaien, en hij was ervan overtuigd dat dit ook Trotski’s overtuiging was. “Maar wat stond ons anders te doen”, zo schrijft hij, “dan die nederlaag moedig het hoofd te bieden?”
Serge spaart evenwel de leiders niet. Volgens hem is de oprichting van de geheime dienst Tcheka (december 1918) om de contrarevolutionaire acties te bestrijden een kantelpunt. De Tcheka werd al vlug “een Inquisitie die geheime procedures hanteerde en controle door de publieke opinie in de weg stond”. Victor Serge nam meer en meer afstand van de bureaucratisering van het regime, om uiteindelijk de linkse oppositie rond Trotsky tegen de stalinistische degeneratie te vervoegen.
Uitgesloten uit de partij in 1928, gevangengezet en een ‘nonpersoon’ geworden, beschrijft hij de huiveringwekkende jaren waarin hij op elk moment in de folterkamers van het regime aan zijn eind kon komen. In 1933 werd hij gedeporteerd naar een afgelegen strafkamp, om enkele jaren later dankzij een steuncampagne van Franse intellectuelen te kunnen emigreren. Hij stierf in Mexico in 1947.
‘Mémoires d’un révolutionnaire 1905-1945’ is een geweldig boek. Het heeft een fantastisch voetnotenapparaat, met daarin minibiografieën van vrijwel alle communistische leiders actief in de eerste helft van de 20ste eeuw.
Uitgeverij Lux Editeur, 2010 (2017), 10 euro.