Wat Bangladesh ons leren kan over de nabije toekomst
“Gefundeness fressens” voor alle mediacritici zou je denken. Maar neen. Er ligt in Belgenland weinig volk wakker van de onevenwichtige manier waarop ‘onze’ media berichten over twee zich tegelijk afspelende overstromingsrampen. Rampen die ook veel te weinig in de context van de klimaatverandering geplaatst worden.
De ene dode is de andere niet voor de media
De hoge hakken van mevrouw Trump op weg naar het ondergelopen Texas: daar opende eind augustus een VRT-tv-journaal zijn berichtgeving mee over orkaan Harvey. Wat later zagen we Melania op gympies. Dan was onze kniehoog gelaarsde koning Boudewijn bij de historische overstromingen in Ruisbroek (1976) toch iets minder wereldvreemd.
Aan de overkant van de aardbol – in India, Bangladesh en Nepal – voltrok en voltrekt zich ondertussen een overstromingsramp waarbij die van Texas in het niets verzuipt. Maar daar hoor je in de Belgische, en meer algemeen de westerse media, veel minder over.
Op zaterdagochtend 2 september hoefde je op de meeste ‘Vlaamse’ kranten-websites al niet meer naar nieuws over de overstromingen in Azië te zoeken. Dat Serena Williams bevallen is, dat de politie in Borgerhout door jongeren aangevallen werd (of toch niet?), dat duizenden Belgische ‘pacemakers’ gehackt kunnen worden, dat er op Zaventem bomalarm was: dat vernam u wel bij De Standaard Online, De (VRT-)Redactie (sorry: VRT-NWS) en co.
Waar bleef de ‘weekend-zelfreflectie’ over de berichtgeving van de voorbije week over de ‘twee overstromingen’? Ook ‘alternatieve’ media zoals het mondiaal magazine MO of Apache.com en De Wereld Morgen, brachten tot op zaterdagavond evenmin mediakritiek inzake de waterrampen.
Dan deden een paar Nederlandse media beter. Het Algemeen Dagblad kopte (al op 31 augustus): “Waarom is er nú pas aandacht voor de ramp in India, Nepal en Bangladesh?” Dit bericht handelde echter vooral over de nood om massaal hulp te bieden én de daartoe benodigde media-aandacht.
De Nederlandse openbare omroep NOS bracht eveneens op woensdag 31 augustus een bijdrage die titelde “Watersnoodrampen: waarom krijgt Houston meer aandacht dan Bangladesh?” ( 1)
Jade van Doornik schreef: “In de afgelopen twee weken berichtte nos.nl zeven keer over de overstromingen in Zuid-Azië, waar ruim 1500 doden zijn gevallen. Over de storm Harvey in Texas verschenen ongeveer 20 berichten. Lokale media daar melden intussen 21 doden. Op dit moment zijn er in Houston twee correspondenten aan het werk voor de NOS. In het zwaar getroffen gebied in Bangladesh is niemand. Waarom krijgt de ene ramp meer aandacht dan de andere?”
Bij andere media lag de verhouding inzake berichtgeving over de twee overstromingen ongetwijfeld nog veel schever. Denk aan de VRT-journaals die als Trump nog maar ergens in de buurt is, steevast in een ‘Amerikaanse overdrive’ gaan.
Welke (media-)mechanismen bepalen wat en hoe we van de wereld te zien krijgen?
Behalve de Trump-factor zijn er nog een rits andere mediaspecifieke fenomenen in het spel.
Om te beginnen krijgen de Europese media veel makkelijker informatie doorgespeeld van de (Engelstalige) Amerikaanse dan van Aziatische media.
Merkwaardig genoeg blijven de overstromingen in zuidelijk Azië nu ook onderbelicht in de Aziatische media. Joeri Boom, de NOS-correspondent in Zuid-Azië: “Voor lokale media is dit ‘business as usual’. Ze gaven alleen het begin van de overstromingen veel aandacht, dat was vorige maand toen de teller op 224 doden stond. Daarna is het afgezwakt en ging het nieuws vooral over andere zaken, zoals de aanslag in Barcelona en de Chinese en Indiase militairen die tegenover elkaar stonden in het grensgebied. Er zijn dus niet uit alle getroffen gebieden beelden.”
Dick Jansen, chef van de buitenlandredactie bij NOS Nieuws beaamt dat. “Wat er is aan beelden, hebben we grotendeels laten zien.”
De grote internationale persbureaus boden de afgelopen dagen ook al “geen enkel videobeeld aan vanuit het overstroomde gebied in Zuid-Azië.” In schril contrast met de beeldenstortvloed uit Texas.
Zoals altijd spelen verder ook afstand en herkenbaarheid een grote rol.
Boom: “Je hebt de ongeschreven journalistieke wet waarbij geldt: dichterbij is belangrijker.”
“Dat heeft niets te maken met de waardering die we voor de slachtoffers hebben”, zegt NOS-hoofdredacteur Marcel Gelauff. “Wat altijd meespeelt in de beslissing ergens over te berichten, is de nieuwswaarde en de relevantie voor ons publiek en onze kijkers.”
Een nieuwsredactie zou idealiter een compleet overzicht willen geven van alles wat er gebeurt in de wereld, maar dat is onmogelijk, stelt Gelauff.
Gebrek aan empathie met mensen die veel van ons verschillen speelt ook mee. Jade van Doornik citeert psycholoog en gedragstherapeut Martin Appelo: “Met het rationele deel van ons brein denken we: iedereen heeft evenveel recht op ons medeleven en begrip. Maar uit onderzoeken blijkt dat mensen die minder op elkaar lijken, minder empathie voor elkaar kunnen opbrengen.”
Die reactie verklaart volgens Appelo waarom we meer aandacht besteden aan Houston dan aan Azië. “Een groot deel van ons brein werkt nog vanuit de oude opvatting: onze eigen groep moeten we beschermen, een andere groep is potentieel gevaar.”
Enny Das, hoogleraar Communicatie en Beïnvloeding aan de Radboud Universiteit, mocht er bij de NOS de ‘Construal Level Theory” bij halen. Die is gebaseerd op vier factoren:
– Fysieke nabijheid: hoe dichtbij gebeurt iets op de wereldkaart?
– Sociale nabijheid: hoe dichtbij staan de mensen die getroffen zijn?
– Tijdelijke nabijheid: hoe lang geleden is iets gebeurd?
Hypothetische nabijheid: is het echt gebeurd, of blijft het bij ‘wat als’?
De chef buitenland van de NOS, Dick Jansen, hoopt alvast dat NOS-correspondent Joeri Boom nog de kans krijgt om Bangladesh binnen te komen. Op dit moment komt hij het zwaar getroffen gebied niet in omdat er een speciaal visum nodig is om er te kunnen filmen en dat wordt niet afgegeven. Hier zien we nog een mechanisme in werking: het buitenhouden door overheden van ongewenste pottenkijkers.
“Een vet varken weet niet wat een mager varken mankeert”
Een ander aspect dat vermeld moet worden: het klasse-karakter van de media. De toonaangevende journalisten en vooral de eigenaars van de media behoren tot de ‘rijkere klassen’. In het geval van de overstromingen in Texas moest de Amerikaanse mediawatcher ‘Fair’ dan ook opmerken dat over het lot van de armen onder de overstroomden opvallend weinig bericht werd. En laat die armen in Texas dan ook nog vaak zwarten zijn over wie een overwegend blanke pers berichten moet.
Vaak kunnen journalisten van de gevestigde media zich totaal niet inleven in de levenssituaties van de armen waarover ze verondersteld worden te berichten.
FAIR: “Most reporters don’t understand what it’s like to live under severely constrained economic circumstances—and media rarely help people learn such things,” says Stephen Pimpare, a University of New Hampshire professor who has authored several books on Americans’ attitudes toward poverty. “So they are baffled by some people’s inability to do what, to them, seems easy and obvious.”
In dit geval: ‘getting out’: het rampgebied verlaten. Maar hoe doe je dat als je geen auto hebt ? Als je ziek of oud bent? (2)
Meer dan 41 miljoen Aziaten in het water
“A third of Bangladesh under water as flood devastation widens”. Die titel van CNN gaf duidelijk de omvang aan van de ramp in Azië. Een derde van Bangladesh ondergelopen. (Plùs tal van gebieden in de buurlanden). Stel je voor: een derde van België onder water. Dan krijg je zoiets zoals dat op kaartjes over de toekomstige klimaatontregeling voorspeld wordt: bijna heel ‘Vlaanderen’ onder water. De ‘Vlamingen’ houden ‘de Walen’ best te vriend. ‘Straks’ moeten die hen opvangen als het land tussen Maas en Noordzee onder loopt.
CNN-journalist Steve George merkte op vrijdag 1 september ook op hoe ‘de wereld’ de ogen vestigde op de overstromingen in Texas terwijl in Bangladesh en delen van Nepal en India meer dan 41 miljoen mensen te kampen hebben met de gevolgen van de moessonregens. En het eind van de ellende is nog lang niet in zicht, want ook in Pakistan moeten ze zich aan het ergste verwachten.
Ramp boven ramp: de Rohingya-tragedie
Alsof het doodarme Bangladesh al niet genoeg problemen had, moet het moslimland – dat ontstond uit de opsplitsing van Brits koloniaal India in 1947 in een hindoe- en twee van elkaar gescheiden moslimdelen – nu ook een moslimvluchtelingenstroom uit boeddhistisch buurland Myanmar opvangen.
CNN had het ook over deze vluchtelingenstroom. Over hoe Bangladesh met zijn voor het water op de dool zijnde eigen inwoners nu ook voor een ‘asielcrisis’ staat. “The sheer number of displaced people would be a monumental challenge for any government, but in Bangladesh, where as many as 27,000 Rohingya refugees have this week arrived across the border from Myanmar — joining an estimated 85,000 currently housed in camps — the situation becomes additionally perilous.”
Bangladesh kampt zo met twee humanitaire crisissen tegelijk. Als het die niet verwerken kan – en daar ziet het naar uit – dan dreigt er één en ander. Een oncontroleerbare verspreiding van ziektes met name.
CNN: “Providing clean water and sanitation are our major priorities right now. The floodwaters will soon become a breeding ground for deadly diseases such as diarrhea, malaria, dengue and Japanese encephalitis,” said Antony Balmain, IFRC’s Communications Manager in Asia Pacific. “As we’ve seen in flood hit parts of Sri Lanka, there is a very real possibility this could yet get much worse.” (3)
“Living on the edge”
Hoe overleven tientallen miljoenen deltabewoners de 21 ste eeuw?
Zoals CNN berichtte, is men in Bangladesh vertrouwd geraakt met overstromingen, maar dan wel op een gruwelijke wijze. “Much of the country is built on low-lying and flood-prone areas, making it particularly vulnerable to seasonal monsoon rains. In 2007 more than half of Bangladesh was seriously affected by deadly monsoon flooding, leading to over 1,000 deaths, the majority of them children.”
In een rapport van de ‘World Bank group’ staat Bangladesh opgelijst bij de “potential impact hotspots” in een wereld die bedreigd worden door “extreme river floods” die te wijten zijn aan de klimaatopwarming.
Maar niet alleen de Bangladeshi zijn kwetsbaar. Ongeveer de helft van de expanderende wereldbevolking woont in overstromingsgevoelige delta-gebieden. “Living on te edge” noemde de webstek ‘Chinadialogue’ het. (4)
Bij ons gaat het om de Schelde- en Rijn-Maas-delta’s. In Azië bv. om de delta’s van de Mekong, de Parelrivier, de Yangtze en de Ganges-Brahmaputra. In de Amerika’s bv. de Mississippi-delta en de Amazonedelta. In Afrika de Nijldelta en de Nigerdelta.
In veel van dat soort delta’s doet zich het bij ons zelden besproken fenomeen van ‘bodem-daling’ voor. Zo daalt bv. de bodem onder Jakarta (Indonesië) met 25 centimeter per jaar. De gebouwen, infrastructuren en de meer dan 10 miljoen inwoners zijn daar helemaal niet op voorbereid. Ook de Mekongdelta in Vietnam is sterk aan het dalen. Per jaar met 1 tot 4,7 centimeter. Halverwege deze eeuw zal de delta bijna één meter lager liggen. Dat waar ze nu slechts één tot twee meter boven zeeniveau uitsteekt. In de delta wonen ongeveer 20 miljoen mensen.
In de Chinese Parelrivierdelta wonen zelfs 64 miljoen mensen. In 2015 stak dit gebied Tokyo voorbij als de grootste stedelijke regio ter wereld. Deze kolossale megapolis is in feite een conglomeraat van 9 steden die een speciale economische zone vormen – onder de 9: Shenzhen, Guangzhou, Foshan en Dongguan – en vormt een centraal onderdeel van de Chinese productie-industrie.
Maar de grootste delta-bewonende populatie is toch die van Bangladesh: circa 165 miljoen.
Als nog maar een deel van al de laaggelegen-delta-bewoners op de dool moet, krijg je wereldwijd maatschappij ontwrichtende fricties, temeer daar de vluchtelingen niet welkom zullen zijn in de niet ondergelopen regio’s die dan weer geteisterd worden door hittegolven en droogtes die even bedreigend kunnen zijn als stormen en overstromingen.
Klimaatoorlogen, overbevolkingsoorlogen …
Waar zal het allemaal toe leiden? In het gedrukte MO-Winter-2015-nummer bracht journaliste Alma De Walsche een vooruitblik op de 250 miljoen klimaatvluchtelingen die de wereld tegen 2050 vermoedelijk zal kennen. Ze citeerde de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, John Kerry.
Die waarschuwde op een klimaatconferentie zomer 2015 als volgt: “Je denkt misschien dat Europa vandaag onder de voet gelopen wordt door migranten vanwege extremisme. Wacht tot er geen water meer is, of geen voedsel, of tot de ene stam ten strijde trekt tegen de andere, puur om te overleven.”
Tot wat voor soort burgeroorlogen de klimaatontwrichting leiden kan, kregen we al te zien in het Soedanese Darfoer – “de eerste echte klimaatoorlog”, dixit De Walsche – en in Syrië. De burgeroorlog in Syrië kan je overigens ook een overbevolkingsoorlog noemen. In 1955 telde het land 4 miljoen inwoners. In 1990: 12,5 miljoen. In 2010: 21 miljoen. En terwijl de bevolking op twee decennia bijna verdubbelde daalden door droogte de landbouwopbrengsten. Meer mensen. Minder voedsel. De gevolgen kennen we.
Noten
(1) De link naar NOS.
(2) Zie het goed gedocumenteerde FAIR-bericht: “Disaster Coverage Still Has Blind Spot for Low-Income Victims”.
(3) Het kan nog veel erger.
(4) Kwetsbare deltagebieden.
Zie ook het artikel “Population dynamics, delta vulnerability and environmental change: comparison of the Mekong, Ganges–Brahmaputra and Amazon delta regions”