Terwijl de zittende president, Michelle Bachelet, zowat 100 % haalt in alle populariteitspolls, zal haar regering roemloos ten onder gaan. De kandidaat van de ‘Concertación’ – de na Pinochet aan de macht gekomen alliantie van christen-democraten, sociaal-democraten en socialisten – maakt weinig kans. De overwinning gaat waarschijnlijk naar een Berlusconi-achtig stinkrijk zakenman. Maar in feite is er zo goed als geen politiek verschil tussen de drie hoofdkandidaten.
De opperste tovenaren van de politiek hebben drie personages op de scène gezet, maar er is slechts één keuze. Sebastian Piñero Echenique, Eduardo Frei Ruiz Tagle en Marco Enriquez-Ominami zijn als mensen verschillend, qua leeftijd, fysiek, karakter, enz. Andere verschillen zijn er niet. Vandaar dat de propaganda en de contrapropaganda vooral met deze aspecten bezig zijn, bij gebrek aan andere en inhoudelijkere punten. Het zijn drie kandidaten in de schaduw van de macht die hopen te kunnen winnen, maar het is drie keer meer van hetzelfde. Zij pleiten voor een verdieping van het kapitalistische systeem dat door de dictatuur is ingevoerd en door het beleid van de ‘Concertación’ is vervolmaakt, zij geven voorrang aan winst in plaats van aan de gemeenschapsbelangen, zij verkiezen het individuele boven het sociale, het ‘mijne’ boven de rechten van de anderen.
Er is nog een vierde kandidaat, Jorge Arrate Mac Niven, van ‘Juntos Podemos Mas’ (‘Samen kunnen we meer’, een alliantie van de Communistische Partij en van Christelijk Links). Hij is de enige met een programma dat wezenlijk verschilt van dat van de anderen, zoals de hernationalisering van de kopermijnen of het bijeenroepen van een Grondwetgevende Vergadering. Maar Arrate heeft jammer genoeg weinig kans om meer dan 3 tot 5 % te halen, zoals de vorige kandidaten van de KP.
Het scenario voor deze verkiezingen is al lang van te voren uitgetekend. De opperste tovenaren hebben de weg geëffend – met verstand, tijd en middelen – om de publieke opinie ervan te overtuigen dit systeem nog een keer te bevestigen. Het werd nochtans ingesteld door de militairen in een 17-jaar lang durende samenwerking met het bedrijfsleven en het werd verbeterd en vervolmaakt door de regeringen van de ‘Concertación’. Het ‘gezond verstand’ is het resultaat van de werkwijze van de oligarchen die het land al een kwart eeuw lang leiden en het zal er voor zorgen dat hetzelfde model nog een keer wordt voortgezet door de opvolger van O’Higgins, de vader van het vaderland.
Wat verandert is echter het feit dat niet de ‘Concertación’ veel kans maakt om te winnen. Er is nu een kandidaat van rechts aan de beurt, de financier en speculant Sebastián Piñera. Voor hem werd de weg geëffend door de regerende ‘Concertación’ zelf. De partijen die nu aan de macht zijn hebben alles gedaan om de verschillen tussen links en rechts te laten vervagen. De ‘Concertación’ bekeerde zich tot het liberalisme, zodat de sociaal-christelijke en de socialistische partij hun principes konden afzweren. Tegelijkertijd kon de ‘Alliantie voor Chili’ – het cynische synoniem voor de rechterzijde – het ‘pinochetisme’ afzweren en zich bekennen tot de ‘democratie’. De politieke durf ging zelfs nog verder. Bij ‘de mensen’ werd de indruk gewekt dat dit hetzelfde was als de ‘Concertación’. De twee lijken nu inderdaad als twee druppels water op elkaar. In zoverre dat Piñera nu de mateloze hebzucht van de banken aanklaagt – iets wat hij bijzonder goed kent – en dat hij, net zoals Frei en Enríquez Ominami beweert de sociale programma’s van president Bachelet te zullen voortzetten.
Echter, in deze politieke travestieshow van ‘Concertación’ en rechterzijde, moest er ook nog een politieke moord gebeuren. De ideologieën gingen ten onder. Beide partijen verklaarden dat de ideologie dood en begraven was, en dat werd het nieuwe punt van geloof. Zo viel ook de muur tussen beide blokken en werden er sluiks concepten ingevoerd als ‘transversalismo’, ‘progresismo’, een regering ‘met de besten’ en andere stommiteiten die de burgers moeten herleiden tot kiesvee. Bij gebrek aan een antisystemisch alternatief waarmee het vuur aan de schenen van het kapitalisme kan worden gelegd, is het zeer waarschijnlijk dat de rechterzijde zal winnen. Het logisch gevolg daarvan is dat er een nieuwe centrumrechtse coalitie aan de macht komt, met ‘Renovación nacional’, UDI (met de hakken over de sloot), de christendemocratie of een deel ervan, de sociaaldemocratische PPD en zelfs de PS die alleen in naam nog socialistisch blijft.
De overwinning van Piñera zal niemand verbazen. Sinds 1990 haalt de rechterzijde meer dan 40 % in de verkiezingen, en bij de laatste twee presidentsverkiezingen had ze bijna het pleit gewonnen. Ricardo Lagos kon slechts winnen omdat een deel van de linkerzijde geen gehoor heeft gegeven aan de KP om in de tweede ronde blanco te stemmen. Ook Michelle Bachelet had bijna verloren. Ze haalde slechts 45,96 % van de stemmen, tegenover 48,64 % voor de twee kandidaten van rechts. De communistisch-humanistische kandidaat Thomas Hirsch haalde niet meer dan 5,4 %. De KP riep toen op om in de tweede ronde voor Bachelet te stemmen, wat haar kiezers sowieso zouden gedaan hebben.
Op die manier haalde Bachelet 53,5 % van de stemmen en ze werd de eerste vrouwelijke president van Chili. Piñera haalde echter een niet te verwaarlozen score van 46,5 %. Dat is het beste resultaat van de rechterzijde op vijftig jaar tijd. Bedrijfsleider Jorge Alessandri Rodríguez (1958-1964) werd president met 31,2 % dank zij de steun van de Partido Radical in het Congres. Op 4 september 1970 haalde hij 34,9 %, tegen de 36,3 % van Salvador Allende (verkozen tot president in het Congres) en 27,9 % voor Radomiro Tomic van de christendemocratie.
Er zijn nog andere factoren die in het voordeel van Piñera spelen, met name de ideologische erosie en de verschraling van de politiek, samen met de business en met het circusgehalte van de verkiezingen, de slijtage en de corruptie van de ‘Concertación’ na twintig jaar machtsuitoefening, en de organische verwatering van het regeringsblok. Zowel bij de christendemocratie, bij de socialistische en bij de sociaaldemocratische partij (PPD) hebben heel wat parlementairen, leiders en militanten er de brui aan gegeven. De kandidaten Enríquez-Ominami en Jorge Arrate komen uiteraard van bij de SP. Ook senator Alejandro Navarro, die zich niet langer kandidaat stelt, komt van bij de socialisten. Idem voor senator Carlos Ominami. De christendemocratie zag senator Adolfo Zaldívar vertrekken met een groep van parlementairen om de Regionalistische Partij van Onafhankelijken (PRI) te gaan vormen. Bij de PPD gingen senator Fernando Flores & cie weg en stichtten ‘Chile Primero’, met steun aan Piñera. Ook senator Roberto Muñoz Barra deed de deur dicht. Het zegt veel dat vandaag zowel de Senaat als de Kamer van Volksvertegenwoordigers worden voorgezeten door iemand van UDI, de poortwachters van het pinochetismo. Er wordt nu een leegloop verwacht van de ‘Concertación’ in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Men heeft zich met hand en tand verzet tegen een akkoord met de Kommunistische Partij. Met het voorwendsel een eind te maken aan de ‘uitsluiting’ van de KP, is het de bedoeling meer stemmen te halen in sommige districten en op die manier ook de stemmen van ‘Juntos Podemos’ voor Frei te krijgen in een tweede ronde. De tragedie zal zich voltrekken als ‘Concertación’ onvoldoende stemmen haalt om de beloften aan de KP na te leven.
Er is nog een factor die de nederlaag van de ‘Concertación’ in december aankondigt. Marco Enríquez Ominami was een socialistisch afgevaardigde en zoekt nu stemmen bij links en bij rechts. Wat velen aanvankelijk zagen als een poging om vanuit de basis een sociaal-politieke beweging uit te bouwen voor grondige hervormingen, is een persoonlijk electoraal platform geworden waarbij iedereen welkom is, zowel ex-leden van de MIR (revolutionaire beweging) als socialisten en ex-valschermspringers van het neoliberalisme. De rechterzijde vond in dit initiatief een goede reden om de ‘Concertación’ nog meer schade te berokkenen. Vandaar de voorzichtige steun van de mainstream pers. In deze omstandigheden is het electorale landschap – dat enkel kandidaten van het systeem accepteert – verworden tot een volwaardig circus met een demagogische strijd die nog nooit eerder in het land werd gezien. Het record is uiteraard voor Piñera. Hij belooft één miljoen banen en een verdubbeling van het minimum loon. Hij wil degelijke huizen laten bouwen en – oh wonder van de demagogie! – een fiscale dienst creëren om de misbruiken van de banken tegen te gaan. Ook Frei en Enríquez Ominami doen het lang niet slecht. Beloften kennen geen grenzen. Alle drie hebben ze begrepen dat – als de ideologieën dood zijn, zoals ze beweren – de politiek wordt vervangen door de markt en de marktregels. Vraag en aanbod, vrij verkeer van beloften, een strijd zoals op de Beurs om de stoel van O’Higgins te veroveren.
Er is geen inhoudelijk debat – hoeveel inspanningen Arrate ook doet. Enkel beloften en tegenbeloften. Het is een vreemd gedoe waarbij wordt aangeboden wat men niet heeft. Televisie- en radiozenders doen er gretig aan mee. Piñera drijft het zover dat hij een uitkering van 40.000 Pesos (70 US$) belooft van zodra hij president zal zijn. De andere kandidaten kunnen niet onder doen. Waarom zouden ze, als de regering alles doet om de kansen van Frei te verbeteren?
Die buitensporige demagogie kan niet verbergen dat de verkiezingen volledig zijn ontspoord, met drie kandidaten die fundamenteel dezelfde belangen verdedigen. Een aantal thema’s blijven taboe, zoals de controle over de kopersector, de militaire uitgaven – dubbel zoveel als Argentinië en Venezuela – gezondheidszorg en onderwijs van kwaliteit voor iedereen, een Constituerende assemblee voor een democratische en participatieve grondwet. De crisis van het kapitalisme staat niet op de agenda, terwijl de ILO in Genève laat horen dat er dit jaar wereldwijd 61 miljoen werklozen zullen bijkomen en er een nooit eerder gehaald totaal van 241 miljoen zullen zijn. In 2010 komen er nog eens 59 miljoen werklozen en 90 miljoen armen bij. De kandidaten spreken niet over thema’s die hen zouden verplichten ook het economisch systeem zelf te bespreken. Of de uitputting van de vitale hulpbronnen van de planeet door de onverantwoorde en irrationele productiewijze die ook in Chili wordt verdedigd.
Deze demagogie en dit circus om een enggeestig deeltje van de macht te verwerven tonen aan dat het ook in Chili dringend is geworden om net als in andere landen van Latijns Amerika een toekomstgericht antikapitalistisch alternatief te bedenken. Een noodzakelijke utopie!
(Uitpers nr. 115, 11de jg., december 2009)
Vertaald door Francine Mestrum