Guy Verhofstadt is ernstig onder de indruk van de charmes van Wladimir Poetin, president van de Russische Federatie. Hij is niet de eerste, zijn Britse collega Tony Blair (Labour), trok in maart zelfs naar Rusland om er de campagne van Poetin bij de presidentsverkiezingen te ondersteunen.
Onze premier was niet weinig fier dat hij in Moskou drie uur lang met zijn gastheer had vertoefd. Hij hoopt hem volgend jaar te mogen begroeten op de Europees-Russische top van oktober in Brussel. Verhofstadt beloofde Poetin naar eigen zeggen dat hij er zou voor zorgen dat die top informatie aan Moskou over de uitbreiding van de Europese Unie zou bezorgen.
Verhofstadt ondertekende ook enkele samenwerkingsakkoorden, waaronder het belangrijkste o.i. dat over samenwerking in de strijd tegen de maffia is.
"Hij zou waarschijnlijk 70 jaar geleden met Al Capone gaan spreken zijn over de bestrijding van de maffia", dacht ik eerst. Alhoewel ten onrechte, Poetin is geen maffiabaas, hij consolideert alleen maar een gecriminaliseerd systeem gebaseerd op gecriminaliseerde eigendomsverhoudingen.
Poetin heeft een conflictuele relatie met maffiabazen en oligarchen omdat hij van hen verlangt dat ze hun kapitalen niet langer is fiscale paradijzen en vastgoed buiten Rusland plaatsen, maar dat ze die in eigen land houden en investeren. De catastrofale brand van de tv-toren Ostankino en de ramp met de duikboot Koersk maakten pijnlijk duidelijk dat niet alleen een groot deel van de bevolking verarmde, maar dat de infrastructuur van het land er na tien jaar complete verwaarlozing zeer erg aan toe is. Elke natuurramp zal bijkomende catastrofale gevolgen hebben, waarschuwt minister van Noodtoestand Sergej Sjogoe. Een aardschok kan bij voorbeeld tot zware milieurampen leiden omdat olie- en aardgaspijpleidingen tegen die schokken niet meer bestand zijn.
Poetin heeft het vooral gemunt op oligarch Wladimir Goesinsky wiens media in 1995-1996 zeer kritische geluiden lieten horen over de oorlog in Tsjetsjenië. Ook nu blijven die media iets zelfstandiger dan de rest. Maar de andere oligarchen moeten zich niet teveel zorgen maken. Zij hebben zelfs zonder enig probleem hun bankimperia kunnen heroprichten na de crisis van de zomer van 1998 waarvoor ze een grote verantwoordelijkheid droegen. Hun banken "verdwenen", maar doken met de hulp van de Russische Centrale Bank, een knooppunt van corruptie, onder de vorm van "instellingen" weer op. Alexander Smolensky van de gecrashte Sbs-Agro, had zeer nauwe banden met Jeltsin en nu met Poetin. De man heeft met de hulp van de Centrale Bank en via stromannen een nieuw imperium opgericht rond een kleine regionale bank die door Sbs werd gecontroleerd en waarmee nu tientallen andere instellingen zijn verbonden die zelf worden gecontroleerd door dekmantelbedrijven op Cyprus. Vandaar dat het IMF, zelf mee verantwoordelijk voor deze situatie, vreest dat er weer een crisis komt als in 1998, dat er on der het systeem een tijdbom ligt te tikken.
Het deert de westerse bezoekers allemaal niet dat de plunderingen doorgaan. Poetins eigen verleden weegt ook niet zwaar op het oordeel dat die westerse regeerders over hem hebben, Verhofstadt incluis. Het kan hen weinig schelen dat die man als chef van de geheime dienst elk onderzoek naar corruptie in het Kremlin en het witwassen van smeergelden en maffiageld in de doofpot stak. De sterke vermoedens dat Poetins geheime dienst achter de dodelijke bomaanslagen van september 1999 stak om zo de bevolking voor te bereiden op een oorlog in Tsjetsjenië, deert evenmin. Zoals ze zich ook niet storen aan die oorlog in Tsjetsjenië en de enorme schendingen van de mensenrechten waaraan Russische militairen zich schuldig maken. Natuurlijk, diplomatie heeft alles te maken met belangen van heersende klassen. Maar dan zwijgt men beter over humanitaire interventies op de Balkan.
De kwestie Tsjetsjenië is wel braafjes ter sprake gebracht. "Ik heb de indruk dat Rusland naar een politieke oplossing zoekt voor Tsjetsjenië", wist de Belgische premier naden te vertellen. Een indruk? Poetin heeft dat dus niet met zoveel woorden gezegd. Maar zelfs indien hij dat zou gezegd hebben, de Russische president heeft met dergelijke verklaringen al zo dikwijls de buitenwereld en de eigen opinie zand in de ogen gestrooid. In feite houdt hij zo de deur open voor een initiatief om geen gezichtsverlies te lijden, want het ziet er niet naar uit dat de Russische militairen op het terrein de Tsjetsjeense opstand kunnen platslaan. In feite wekt hij de indruk dat een ‘politieke oplossing’ mogelijk is alleen maar onder druk van de gebeurtenissen op het terrein, niet omdat westerse leiders hem onder druk zouden zetten – wat ze trouwens ook niet doen.
Verhofstadts positieve indruk werd ook niet beroerd door Poetins autoritaire aanpak van de media. De begeleidende Belgische journalisten kregen er een staaltje van, want al hun op voorhand gestelde schriftgelijke vragen – onder meer over maffia – raakten niet door de censuur. In Belgrado werd een tv-zender gebombardeerd, wat talrijke doden kostte, omdat het een "propagandazender" was. In Moskou ligt dat blijkbaar helemaal anders.
Maar Verhofstadt kwam niet met lege handen thuis. Er komt dus samenwerking tegen de georganiseerde misdaad. Het is niet de eerste keer dat er daar sprake van is. Er bestaat effectief samenwerking, maar de resultaten blijven uit. Belgische speurders hadden het in Moskou met collega’s over de vele in België gestolen wagens die daar opduiken. De Russische speurders zegden bij wijze van grap dat het best mogelijk zou zijn dat ze op dat ogenblik in een in België gestolen wagen rondreden. "Voor de grap" werden de identificatiegegevens genoteerd. "Ongelooflijk, maar het was inderdaad een bij ons gestolen wagen", vertelt een Belgische speurder. Het is symptomatisch voor de "samenwerking".
Maar misschien zou onze overheid beter een onderzoek instellen naar de houding van Belgische diplomaten en ambtenaren die het Russische maffiosi zo gemakkelijk hebben gemaakt om aan visa en verblijfsvergunningen voor ons land te komen. "Vele duizenden", zegt Alain Lallemand van Le Soir. "Dat klopt", zegt een speurder. Wijlen Alfred Cahen, jarenlang onze ambassadeur in Parijs en Kinshasa, had tenslotte in 1998 stappen gedaan om de Oekraïense maffiabaas Semion Mogilevitsj toegang te verlenen tot Frankrijk, waar hij enkele villa’s had gekocht, en andere landen van de Schengengroep binnen te laten. Cahen "wist niet wie dat was". Twee minuten op Internet volstonden om te weten welk vlees er in de kuip zat. Zoals de Russische overheid de Tsjetsjeense maffia zware slagen zou kunnen toebrengen in Moskou, kan de Belgische dat met de Russische en andere Oost-Europese maffiagroepen in eigen land.
(Uitpers, januari 2001)