De Palestijns-Israëlische onderhandelingen zijn dreigen opnieuw een maat voor niets te worden. Zeventien jaar na de lancering van Oslo struikelen ze ditmaal over de Israëlische weigering om de bouw van nieuwe wooneenheden in de illegale nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever stop te zetten. Het lijkt er op dat Israël eens te meer tijd willen winnen voor nog meer voldongen feiten om vervolgens op basis daarvan een soort grens af te bakenen rond Palestijnse enclaves die weinig van doen hebben met een soevereine staat.
Op 23 september dit jaar liet President Obama zich in zijn toespraak voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties optimistisch uit over de Israëlisch-Palestijnse onderhandelingen: “Israëls nederzettingenmoratorium heeft op het terrein een verschil gemaakt en verbeterde de atmosfeer voor gesprekken.” En verder: “Wanneer we hier terugkomen volgend jaar, kunnen we een akkoord bereikt hebben dat zorgt voor een nieuw lid van de Verenigde Naties: een onafhankelijke, soevereine staat Palestina, die in vrede leeft met Israël.”
De realiteit op het terrein moet hem nochtans weinig redenen tot deze positivistische stemming geven. Het Israëlische moratorium op de bouw van nieuwe nederzettingen in de bezette Westelijke Jordaanoever kwam er na grote Amerikaanse druk en was nodig om de Palestijnen terug aan de onderhandelingstafel te krijgen. Drie dagen na de toespraak van Obama, liep het moratorium af. Een maand later verspreidde het persagentschap Associated Press het bericht dat sinds het aflopen van het 10 maanden oude moratorium, de werken gestart waren aan 550 nieuwe wooneenheden.(1) Dat is bouwen aan een snelheid die vier keer groter is dan de afgelopen 2 jaar. Volgens de Israëlische organisatie ‘Vrede Nu’ is het zelfs zo dat er 600 nieuwe wooneenheden zijn gebouwd en 167 nieuwe caravans zijn bijgekomen gedurende het moratorium dat op 26 september afliep. De Israëlische premier Netanyahu omschreef dit moratorium ooit eens als “een eenmalige maatregel, beperkt in de tijd om de bredere Israëlische belangen te verdedigen”.(2) Het gaat dus om een politiek die er vooral op gericht is om de goede relaties met Washington te behouden, eerder dan een signaal van vrede te geven aan de Palestijnen.
Israëlisch plan
De Israëlische premier Netanyahu is meteen na het aflopen van het moratorium een offensief gestart om de goedkeuring te verkrijgen van zijn eigen plan. Volgens de Israëlische ambassadeur in de VS, Michael Oren, geciteerd in de Israëlische krant Haaretz, heeft de Amerikaanse regering een genereus pakket met diplomatieke, veiligheids- en financiële voordelen aan Israël aangeboden in ruil voor enkele maanden extra-verlenging van het moratorium op de bouw van nederzettingen.(3) Het uitstel dat president Obama trachtte te bekomen is niet alleen omdat hij hoopte dat de gesprekken uiteindelijk uit het slop kunnen worden getrokken, maar moet vooral ook gezien worden in het licht van de belangrijke tussentijdse parlementsverkiezingen in de VS begin november. Premier Netanyahu heeft dit bod uiteindelijk verworpen in een berekende zet om meer uit de brand te slepen. Israëlische media berichtten dat het de bedoeling is van Netanyahu om een herbevestiging te krijgen van een belofte van Obama’s voorganger Georges Bush, dat in een akkoord zal vastgelegd worden dat Israël niet zal moeten terugkeren naar de grenzen van 1967.(4) In Washington lijkt men daar op in te spelen, maar dan met zogenaamde ‘land swaps’, de uitwisseling van stukken territorium die al dan niet gedeeltelijk de nederzettingen moeten compenseren.(5)
Netanyahu heeft zich zijn hele politieke carrière verzet tegen een Palestijnse staat. In zijn laatste kiescampagne die hem uiteindelijk via een extreemrechtse coalitie naar het premierschap loodste, sprak hij enkel over een regeling die hij ‘economische vrede’ noemde. Hij was tegen de ondertekening van de Oslo-akkoorden en tijdens zijn eerste premierschap (1996-1999) deed hij er alles aan om de uitvoering ervan te vertragen ofwel de inhoud ervan anders te interpreteren. Pas in juni 2009, na intense druk van de VS, sprak hij in een toespraak aan de Bir Ilan Universiteit, voor het eerst zijn steun uit aan een Palestijnse staat, maar de voorwaarden en beperkingen die hij daaraan koppelde doen twijfelen of hij dit wel echt meende. Hij vroeg in ruil voor een Palestijnse staat een volledige demilitarisering van het voorgestelde gebeid zonder controle over het eigen luchtruim. Jeruzalem met zijn 200.000 Palestijnse bewoners zou onverdeeld Israëlisch territorium moeten blijven, terwijl de Palestijnen Israël moeten erkennen als een joodse nationale staat ook al bestaat eenvijfde van die staat uit Palestijnen. Daarbovenop verwerpt hij elke erkenning van het recht op terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen die weggelopen zijn van het oorlogsgeweld in 1948 en 1967. En tenslotte aanvaardt hij niet dat er een bouwstop zou komen in de illegale joodse nederzettingen, zoals nochtans bepaald in de ‘road map for peace’ van 2003. Daarin ligt vast dat de nederzettingen alleen kunnen uitbreiden door ‘natuurlijke aangroei’, d.w.z. dat de Israelische regering geen beleid mag voeren waarin joodse gezinnen bewust gehuisd worden in de joodse kolonies. Die ‘natuurlijke groei’ heeft er trouwens voor gezorgd dat de kolonistenbevolking sinds de start van het ‘vredesproces’ in 1993 verdrievoudigd is.
Netanyahu heeft de uitbreiding van de nederzettingen altijd verdedigd. Zo verzette hij zich in 2005 tegen het plan van premier Sharon om de nederzettingen in de Gazastrook te ontmantelen. Hij nam uit protest ontslag uit de toenmalige regering, waarin hij minister van Financiën was. Kort nadien kwam het tot een breuk binnen de regerende Likoed-partij. Bij het begin van zijn premierschap herhaalde Netanyahu dat het een grote fout was om uit Gaza weg te trekken en hij benadrukte dat er geen nieuwe ‘evacuaties’ meer zullen komen. Hij lijkt dus geenszins van plan om nederzettingen te ontmantelen. Dat is voor de Palestijnen onaanvaardbaar omdat ze de leefbaarheid van een Palestijnse staat praktisch onmogelijk maken, tenzij de joodse nederzettingen op Palestijns grondgebied gewoon een onderdeel zouden vormen van de toekomstige Palestijnse staat. Maar daar wil Israël dan weer niets van weten. De Israëlische regering streeft er naar om via de joodse nederzettingen in de Palestijnse gebieden net zoveel mogelijk extra land in te lijven en te bestempelen als een onscheidbaar onderdeel van de joodse staat. Volgens het internationaal recht en de Conventies van Genève zijn alle nederzettingen in de bezette Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem nochtans illegaal. Het electorale klimaat dat Netanyahu zelf mee heeft geschapen, biedt hem weinig ruimte voor compromis. Hij leidt de meest rechtse regering uit de Israëlische geschiedenis, waarbinnen de kolonistenorganisaties erg invloedrijk zijn.
Welk vredesproces?
Hoewel Obama het voortdurend heeft over een vredesproces, gaat het meer om een proces dan om vrede. Volgens de Canadese-Palestijnse advocate en voormalig adviseur van de Palestijnse onderhandelaars, Diana Buttu, was de toespraak van Obama voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties vooral gevuld met lege woorden. Hij zei niets nieuws. Het is hetzelfde lege verhaal dat al sinds het begin van het Oslo-proces in 1993 telkens opnieuw wordt afgehaspeld. Obama lijkt geenszins van plan om de hefbomen waarover hij beschikt effectief in werking te zetten om Israël te dwingen om het internationaal recht en de eerder afgesloten akkoorden te respecteren. De Amerikaanse militaire steun aan Israël bedraagt jaarlijks om en bij de 3 miljard dollar. Nog nooit heeft Washington die steun afhankelijk gemaakt van Israëls respect voor het internationaal recht en de stopzetting van de uitbreiding van de nederzettingen. Na afloop van zijn ontmoeting met Netanyahu op 6 juli dit jaar zei Obama: “Zoals premier Netanyahu al in zijn toespraak aangaf, is de band tussen de Verenigde Staten en Israël onbreekbaar. Ze omvat onze nationale veiligheidsbelangen, onze strategische belangen, maar nog belangrijker, een band tussen twee democratieën die een gezamenlijke set van waarden delen en wiens bevolking na verloop van tijd dichter en dichter naar elkaar toe zijn gegroeid.”(6)
Mustafa Barghouthi van het Palestijns Nationaal Initiatief en lid van de Palestijnse Wetgevende Raad schreef: “Onderhandelingen tussen twee ongelijke partijen kunnen niet slagen.” Om succes te boeken in onderhandelingen moet er een redelijk machtsevenwicht bestaan. De Israëlische regering controleert alles: de grond, het luchtruim, de grenzen, het water, de handel en zelfs de economie. Israël beschikt ook over een machtig, modern militair apparaat. Als bovendien een nog machtigere bondgenoot zorgt voor internationale dekking in de VN-Veiligheidsraad, dan is het een koud kunstje om eenzijdig de politieke ruimte voor een akkoord in te perken en voldongen feiten op de grond te creëren. Het feit dat de VS zich zo nauw verbonden voelt met één van de conflictpartijen, verklaart wellicht waarom het ‘vredesproces’, waarin Washington zich consequent opwerpt als bemiddelaar, nog niet tot een resultaat is gekomen.
De nederzettingen zijn slechts een facet van een ‘matrix’ van bezetting, die bestaat uit wegen, wegblokkades, veiligheidszones, afscheidingsmuur en ‘natuurreservaten’. “De matrix heeft in de loop der jaren het land, de waterbronnen en de economische ruimte opgeslokt van een mogelijke onafhankelijke Palestijnse staat, waarover gedurende dezelfde periode zogezegd onderhandeld werd”, aldus Barghouthi en hij vervolgt: “Vermoedelijk zijn we het kritische punt al lang gepasseerd waarop nog meer nederzettingen de definitieve doodsteek betekenen voor een twee-staten-oplossing”. Aan Palestijnse zijde valt er weinig te bespeuren van het optimisme waar president Obama zich in de media graag toe laat verleiden. Bovendien wordt het absurd als Israël alsmaar huizen blijft bijbouwen op territorium dat de inzet vormt van onderhandelingen en tegelijkertijd honderden orders uitvaardigt voor de afbraak van Palestijnse huizen, alleen al in Oost-Jeruzalem, omdat ze zonder bouwvergunning zijn gebouwd. Voor Palestijnen is het echter quasi onmogelijk om zo’n vergunning te bekomen. Israël gebruikt die politiek om Oost-Jeruzalem geleidelijk aan etnisch te zuiveren van alle Palestijnse inwoners.
Verdeeldheid
De impasse maakt dat meer en meer Palestijnen vinden dat het tijd wordt voor een unilaterale maatregel, die erin bestaat een eigen onafhankelijke staat uit te roepen op het grondgebied dat Israël sinds 1967 bezet, met inbegrip dus van Oost-Jeruzalem, en vervolgens aan de ‘internationale gemeenschap’ te vragen om die onafhankelijkheid te erkennen. Maar de violen daarover geraken maar niet gestemd. Het Palestijnse politieke kamp blijft diep verdeeld met Fatah en Hamas als hoofdrolspelers. Een eerste verzoeningsvergadering in de Syrische hoofdstad Damascus op 20 oktober 2010, heeft er alvast voor gezorgd dat er overeenstemming is gekomen over nieuwe verkiezingen en over de hervorming van de enige erkende vertegenwooriger van het Palestijnse volk, de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO), waar Hamas nog altijd geen lid van is. Een tweede vergadering moet ook tot een vergelijk leiden over de veiligheidstroepen. Daarmee is er natuurlijk nog lang geen overeenstemming over de onderhandelingen met Israël. Hamas-premier Ismail Haniye verwijt de Palestijnse Nationale Autoriteit (de Palestijnse regering onder leiding van president Abbas) dat het hulp en geld van de ‘internationale gemeenschap’ aanvaardt, in ruil voor het innemen van bepaalde politieke standpunten. Hij heeft Fatah ook gewaarschuwd voor onderhandelingen met Israël omdat die kunnen uitmonden in de erkenning van Israël als een joodse staat.
De regionale organisatie die 22 Arabische landen verenigt, de Arabische Liga, komt al jaren niet veel verder dan wat lippendienst aan de Palestijnse kwestie. Over de idee van een diplomatieke demarche voor de VN-Veiligheidsraad voor een erkenning van een Palestijnse staat, kon binnen de Arabische Liga geen vergelijk gevonden worden. Egypte bijvoorbeeld was tegen, met het argument dat een dergelijk initiatief toch geen kans maakt bij de Verenigde Staten die over een vetorecht beschikt in de VN-Veiligheidsraad. In plaats daarvan beperkte de Arabische Liga zicht tot een officiele ‘vraag’ aan de VS om “meer vaart te zetten achter de gesprekken” en dan een paar weken later te evalueren waar men staat. Maar het ziet er allerminst naar uit dat een nieuwe ronde vredesgesprekken voor een doorbraak zullen zorgen in dit al meer dan 60 jaar aanslepende conflict.
(Uitpers nr. 125, 12de jg., november 2010)
Noten:
(1) Haaretz, 21 oktober 2010 (http://www.haaretz.com/news/diplomacy-defense/settlers-have-broken-ground-on-nearly-550-west-bank-homes-since-end-of-freeze-survey-shows-1.320398)
(2) Aronson, Geoffrey. Moving beyond a Settlement Freeze. Settlement Report, juli-augustus 2010 (http://www.fmep.org/reports/archive/vol.-20/no.-4/moving-beyond-a-settlement-freeze-2014-the-obama-administration-looks-for-a-new-course
(3) Ravid, Barak. Ambassador Michael Oren confirms U.S. offered incentives for freeze extension. In: Haaretz, 8 oktober 2010 (http://www.haaretz.com/print-edition/news/ambassador-michael-oren-confirms-u-s-offered-incentives-for-freeze-extension-1.317780)
(4) Cook, Jonathan. Israel’s Other “Peace” Plan. In: Counterpunch, 11 oktober 2010 (http://www.counterpunch.org/cook10112010.html)
(5) Mozgovaya, Natasha. Clinton: Two-state solution still possible for Israel, Palestinians. In: Haaretz, 21 oktober 2010 (http://www.haaretz.com/news/diplomacy-defense/clinton-two-state-solution-still-possible-for-israel-palestinians-1.320369)
(6) The White House. Office of the Press Secretary. Remarks by President Obama and Prime Minister Netanyahu of Israel in Joint Press Availability, 6 juli 2010 (http://www.whitehouse.gov/the-press-office/remarks-president-obama-and-prime-minister-netanyahu-israel-joint-press-availabilit