De regering van Romano Prodi is reeds gevallen na amper twintig maanden. Het kan na de lange regeerperiode van Silvio Berlusconi, vijf jaar, kort lijken. Maar rekening houdend met de bijzondere samenstelling van die regering, is dat nog lang: van de communisten van Rifondazione en de PdcI tot en met de rechtse groepjes van Clemente Mastella en Lamberto Dini die binnen de coalitie ook waakhonden van het Vaticaan speelden. Dat Vaticaan heeft actief meegewerkt om Prodi ten val te brengen.
Prodi werd voor de tweede keer premier na een bijzonder nipte verkiezingsoverwinning 20 maanden eerder. Prodi was toen de kandidaat-premier van de “Unione”, een “unie” die was opgedrongen door een kiesstelsel dat het Italiaanse politieke landschap moet vereenvoudigen, alsof het bestaan van veel georganiseerde politieke stromingen negatief zou zijn.
“Centrumlinks”, van links naar rechts
Die Unione wordt meestal aangeduid als “centrumlinks”, maar dat is dan wel een zeer grove vereenvoudiging. Centrumlinks is niet eens het kleinste gemeen veelvoud van de partijen en groepen die daaronder schuil gaan/gingen.
Links de PRC, Rifondazione Comunista, waarbinnen ook talrijke stromingen samenleven, gaande van enkele trotskistische groepen tot linkse reformisten die er de bovenhand hebben. Verder de Partij van Italiaanse Communisten, PdcI, die zich van Rifondazione afsplitsten toen die de eerste regering Prodi hielp ten val brengen. De Verdi, groenen, die zich in Italië links opstellen. De ‘Rosa nel Pugno’ , een minicoalitie van een restant van de socialistische PSI en de Radicalen van Marco Pannella die lang bij Berlusconi zaten, want op veel vlakken rechts. Verder de DS, Democraten van Links, erfgenamen van de communistische PCI waarvan een linkervleugel zich afsplitste als SD, Democratisch Links. Rifondazione, PdcI, Verdi en SD vormden onlangs een los samenwerkingsverbond.
Die afscheuring was een reactie op de fusie van de DS met de centrumbeweging Margherita tot PD, Democratische Partij. De Margherita zelf was een “liberaal democratisch” samengaan van diverse stromingen waarvan verscheidene uit de christendemocratie komen. De DS was al lang steeds meer naar rechts opgeschoven zodat die fusie geen probleem mocht zijn. Maar die problemen zijn er wel, vooral rond ethische kwesties (samenlevingscontracten voor samenwonenden, wetenschappelijk onderzoek op embryo’s…) en het internationaal samenwerkingsverband: met de sociaaldemocraten of met de liberalen?
Het plaatje is niet volledig. Bij de Unione zaten naast allerlei minigroepjes ook nog het Italia dei Valori van gewezen magistraat Antonio Di Pietro, in hart en nieren een anticommunist en ethisch conservatief. Een van zijn leden werd voorzitter van de parlementscommissie Defensie met de stemmen van rechts om te beletten dat een communiste voorzitster zou zijn geworden. Dan was er nog de groep rond Lamberto Dini, in 1994 minister van Begroting in de rechtse regering Berlusconi, de man tegen wiens pensioenplan miljoenen staakten en betoogden en die later premier werd van een “technische regering” met de steun van… links.
De parlementsleden van Dini stemden nu tegen de regering.
En dan tenslotte Clemente Mastella, een sinistere figuur uit de christendemocratie die in 1994 de omvorming van de oude christendemocratie niet zag zitten en samen met anderen een rechtse christendemocratische partij oprichtte die bij Berlusconi aansloot. Mastella is het prototype van de cliëntelistische politicus die in zijn regio in het gewest Campania nog altijd tracht te heersen als in de “goede oude tijd” dat de almachtige christendemocratie subsidies en postjes uitdeelde. Toen Mastella oordeelde dat hij betere voorwaarden kon krijgen bij “centrumlinks” stapte hij gezwind over. Na de zege in 2006 kreeg hij zowaar de post van minister van Justitie, een beetje in wanverhouding tot de sterkte van zijn Udeur, iets meer dan 1 procent.
Slikken
Dat het binnen deze coalitie als snel tot felle botsingen zou komen, vergde geen groot politiek inzicht. Links binnen de regering deed talrijke toegevingen om toch maar die rechtse groepjes bij zich te houden en de meerderheid niet kwijt te spelen. Uit naam van het afweren van Berlusconi werd de ene toegeving na de andere geslikt.
Links kon wel prat gaan op de terugtrekking van de Italiaanse troepen uit Irak. Maar Italië bleef wel deelnemen aan de militaire interventie in Afghanistan. Rifondazione en de rest van links legde zich daar bij neer, alleen senator Franco Turigliatto weigerde dat en werd uit Rifondazione gezet. Hij zit nu nog in de Senaat voor Sinistra Critica, de groep die uit Rifondazione stapte.
Links kon wel de pensioenhervorming afvijlen, maar moest zich bij voorbeeld tevreden stellen met kleine maatregelen om toch iets te doen aan de enorme flexibilisering van de arbeid die onder Berlusconi heel sterk is toegenomen. Een vierde van arbeiders en bedienden werkt nu met “flexibele” contracten, 60 % van alle werknemers tussen 25 en 39 jaar hebben nog nooit een gewoon arbeidscontract van onbepaalde duur gehad.
Heilige Stoel
De regering zou ook een vorm van samenlevingscontract invoeren, een navolging in beperkte vorm van het Franse Pacs. Rechts binnen de coalitie steigerde, Mastella, Dini en compagnie dreigden met rebellie. Er gingen ook meer en meer stemmen op om de liberaliseringswet inzake abortus terug te schroeven. Die politici kregen volop steun van monseigneur Angelo Bagnasco, de machtige voorzitter van de Italiaanse bisschoppenconferentie. Bagnasco is in feite de man van het Vaticaan in de Italiaanse politiek.
De zakenkrant ‘Il Sole 24 Ore’ meldde zelfs dat Mastella met monseigneur Bagnaso ging overleggen over de crisis en dat Bagnasco, samen met Berlusconi, lang vóór Prodi wist dat er een crisis aankwam. Bagnasco en het Vaticaan voerden al maandenlang in naam van de gezinswaarden actief campagne tegen Prodi en voerden gesprekken met hun vrienden binnen de regeringscoalitie.
Kortom, het was al lang duidelijk dat het Vaticaan geen moeite spaarde om de regering te doen kelderen. Ze werkte openlijk met rechts samen om zogenaamde actiedagen van d e familie te organiseren en viel zelfs de betrokken christendemocratische minister Rosy Bindi aan omdat die te toegeeflijk was voor links. Enkele dagen vóór de crisis was er alweer grote herrie omdat paus Benedictus XVI een bezoek aan de Romeinse universiteit Sapienza afzegde. Het Vaticaanse staatshoofd nam het niet dat profesoren en studenten zich tegen zijn komst hadden verzet. En ook al plooide de regering zich in alle bochten om toch maar duidelijk te maken hoe groot hun respect voor Benedictus XVI is en hoe welkom hij wel is, toch oordeelde het Vaticaan de regering Prodi een sneer te moeten geven. Elk incidentje was voor het Vaticaan aanleiding om zijn afkeer voor deze regering te laten blijken.
Christelijke eenheid
Het Vaticaan heeft sinds het einde van het Italiaans fascisme – waarmee het goede banden had – altijd gestreefd naar de politieke eenheid van de katholieken om zo zijn stempel op de Italiaanse politiek te kunnen drukken. Die eenheid was er grotendeels zolang de ‘Democrazia Cristiana’ bestond. Toen die in 1994, na jaren van verzwakking, in stukken uiteenviel, ging het Vaticaan ijveren om die eenheid te herstellen.
Ze heeft altijd invloedrijke relaties behouden, met voorop senator Giulio Andreotti, zeven keer premier en bijgenaamd “de vos” omwille van zijn sluwheid. Hij en anderen hebben getracht om tussen het centrumlinkse en het rechtse blok een derde pool te vormen die dan steeds op de wip zou zitten. Al die pogingen zijn mislukt. Ook omdat Berlusconi erin slaagde een groot deel van de christendemocratische erfenis binnen te rijven. Zijn Forza Italia werd een van de belangrijkste onderdelen van de Europese Volkspartij (de EVP van Wilfried Martens) en een andere restant van de christendemocratie, de UCD, zit in de rechtse alliantie.
Het Vaticaan mikt er duidelijk op van die rechtse alliantie rond Berlusconi het instrument van de politieke eenheid van de Italiaanse katholieken te maken. De christendemocraten die bij centrumlinks zitten hebben de boodschap gekregen dat ze in het verkeerde kamp zitten. Enkelen hebben de boodschap begrepen en zijn nu overgestapt. Het Vaticaan heeft met de val van Prodi een grote slag thuisgehaald.
De groeiende Vaticaanse inmenging in de binnenlandse politiek van andere landen beperkt zich niet tot Italië. In Spanje heeft de kerkelijke hiërarchie zich onder het mom van verdediging van gezinswaarden ook massaal in de verkiezingscampagne gelanceerd.
(Uitpers, nr 94, 9de jg., februari 2008)