Van Palmyra tot Kunduz. Of het falen van militaire interventies in een tijd van gesofisticeerd wapentuig.
De westerse militaire interventies van de voorbije 35 jaar kunnen moeilijk een succes genoemd worden. Op het eilandje Grenada de regering omverwerpen (25 oktober 1983, onder meer omdat ze een burgerluchthaven liet bouwen door de Cubanen), dat was nog een makkie. Franse troepen die in Mali beletten dat islamisten verder oprukken, een matig en vooral zeer voorlopig succes. Maar de meeste interventies hebben de toestand alleen maar erger gemaakt dan daarvoor.
“Jullie hebben Saddam Hoessein ten val gebracht en opgeknoopt. Is Irak er daardoor nu beter aan toe? Jullie hebben Kadhafi verjaagd en omgebracht. Is Libië er nu beter aan toe?” Aldus Sergej Lavrov, Russisch minister van Buitenlandse Zaken. Zelfs Washington moet nee knikken op die vragen. Maar worden daar conclusies uit getrokken?
Kunduz
Kunduz is grotendeels in handen van de Afghaanse Taliban, 14 jaar nadat ze eruit verdreven werden. Eind 2001 startte een van de grootste naoorlogse militaire operaties. De Verenigde Staten en in hun zog de Navo stuurden massaal troepen om Al Qaida en tegelijk de Taliban te verdrijven. Honderdduizenden militairen van Navo-lidstaten deden in die 14 jaar dienst in Afghanistan. De vroegere secretaris-generaal van de Navo, Anders Fog Rasmussen, verklaarde dat Afghanistan voor de Navo de ultieme test was. Hier moest de Alliantie haar rol bewijzen in de nieuwe wereldorde.
Ondanks de massale inzet van troepen en de vorming van een Afghaanse legermacht, ziet het ernaar uit dat de Navo eraan is voor de moeite, maar het nog niet durft toegeven. De Taliban zijn niet verslagen, hun operatie in Kunduz moet aantonen dat zij aan een opmars bezig zijn. Wellicht veel minder gemakkelijk dan in 1995-1996 toen zij met logistieke steun van het Pakistaanse leger oprukten in een land dat de strijd tussen al die islamistische milities beu was.
Maar de tegenstand is zwak, het regeringsleger bestaat uit weinig gemotiveerde militairen. En een deel van de bevolking verwelkomt de Taliban, zoals in Kunduz en omgeving waar de Afghaanse overheid in haar jacht op Taliban de bevolking van ganse dorpen en wijken uit hun woningen verjaagde en er vluchtelingen van maakte.
Veertien jaar militaire interventie op dergelijk massale schaal en het resultaat is bedroevend.
Coalitie
De balans van de grootscheepse oorlogsinterventie van 2003 in Irak is nog veel erger. Saddam werd opgeknoopt en zijn leger, 400.000 manschappen, ontbonden. We vinden nu veel toplui van Saddams leger bij… IS. De architect van de inname van Mossoel vorig jaar, “El Doury”, was zowat een rechterhand van Saddam; De onderdrukking van de Arabische soennieten door radicale sjiieten, effende het terrein voor eerst Al Qaida, later IS. IS is de vrucht van de oorlog van 2003. Washington heeft daar alvast één les uit getrokken: indien Assad ooit zou verdwijnen, zullen ze zijn leger en administratie niet ontbinden maar er mee samenwerken.
In een poging in Irak en Syrië het tij te keren, prutste Barack Obama vorig jaar een “internationale coalitie” samen om IS vanuit de lucht “terug te dringen”. Voor de IS-propaganda was dat het bewijs dat de grote confrontatie tussen de christelijke kruisvaarders en het leger van Allah nakend is, zoals de profeet voorspelde. IS rekruteerde daarop massaal verder en bood meer dan weerwerk. Met veel moeite konden het Iraakse leger en zijn bondgenoten het stadje Tikrit innemen, maar kort daarop nam IS de veel belangrijker stad Ramadi in. De plannen van het leger om Mossoel te heroveren, werden ineens op de zeer lange baan geschoven. De soennieten van Irak hebben meer schrik van de sjiitische milities dan van IS.
In Syrië haalde de coalitie al evenmin winst. Het waren de Koerdische milities die IS uit Kobani verdreven, maar IS plantte zijn vlag in Palmyra, ongehinderd door bombardementen van de coalitie. Dus een jaar lang intensieve Amerikaanse militaire inspanningen, hebben hoogstens belet dat IS nog meer terrein won. Mager is dat.
Lavrov heeft zeker gelijk waar hij het heeft over Libië. Daar is het resultaat van het Navo-optreden onverdeeld rampzalig. Met een tak van Al Qaida aan de macht in Tripoli, terwijl IS een kuststrook van 200 kilometer controleert.
Niets doen?
Moeten we dan niets doen tegen repressieve dictaturen?
De westerse leiders hebben veel van die dictaturen lang opgevrijd. Er was niets mis met Saddam Hoessein toen hij het Koerdische Halabja met gifbommen bestookte, want hij was een bondgenoot tegen Iran waartegen hij acht jaar lang een barbaarse oorlog voerde. Voor Assad werd vaak de rode loper uitgerold, en ook Kadhafi werd met alle eer ontvangen in onder meer Rome en Parijs. Daar gaat het dus niet om. De westerse interventies hebben geen humanitaire motieven, anders zou met Saoedi-Arabië bestoken. Of Israël.
Dat was evenmin het geval met de oorlog om Kosovo, laatste stap in de nagestreefde opdeling van Joegoslavië. Het resultaat van de Navo-interventie, gevolgd door een EU-voogdijschap, is dat de Kosovaren nu de tweede grootste groep vluchtelingen in West-Europa vormen. Vluchtend voor een rampzalige economische toestand en een regering met sterke maffieuze banden.
Niets doen tegenover onrecht in de wereld? Het zou mooi zijn te beginnen bij bevriende regimes, zoals het Saoedische, die massaal misdaden tegen de ‘menselijkheid’ begaan – de Saoedi’s momenteel in Jemen. Misschien kan dat model staan? Of Israël waar de brutale repressie in de bezette gebieden dagelijks slachtoffers eist?