De 34 doden die op 16 augustus gevallen zijn aan de mijn van Marikana toen de Zuid-Afrikaanse politie er op stakers schoot, zijn twee maanden later uit de actualiteit weggevloeid. Een week of vijf na de slachtpartij heeft de eigenaar van de platinamijn, het Britse Lonmin, een overeenkomst gesloten waardoor de mijnwerkers vanaf nu op het einde van de maand met 11.000 rand naar huis trekken, zo’n 1100 €. Dat is iets minder dan wat ze eisten maar wel bijna drie keer zoveel als ze voor de staking verdienden. Achter het conflict is er een punt gezet, hoog tijd om de wonden te laten helen en de doden een plaats in hun loodzware bestaan te geven. Toch is het laatste woord over Marikana, en ruimer de hele mijnsector in Zuid-Afrika, niet gezegd.
Wat er daar gebeurd is, kan van beslissende invloed zijn op het vakbondswezen, de alliantie van de vakbondskoepel met het regerende ANC, de toekomstige ontwikkelingen binnen die partij tot zelfs de presidentsverkiezingen over twee jaar. Bovendien geeft Marikana aan welke crisis er onderhuids woedt bij de mijnreuzen. Laten we een en ander stuk voor stuk onder de loep nemen.
De NUM onder vuur, Cosatu in de verdrukking
Opvallend in Marikana was dat de staking niet verliep onder de vlag van de legendarische mijnwerkersbond National Union of Mineworkers, de ruggengraat van de vakbondskoepel Cosatu, de Confederation of South African Trade Unions. Bij de NUM met zijn 300.000 leden zijn maar de helft van de arbeiders van Lonmin aangesloten. 30 procent zijn er lid van AMCU, de Association of Mineworkers and Construction Union. Het is die vakvereniging die de strijd aanbond met de directie van Lonmin voor meer menswaardige lonen.
De klad zit in de NUM, dat is duidelijk. Stond ze ten tijde van de Apartheid vooraan op de barricaden, tegenwoordig is haar toenmalige leider, Cyril Ramaphosa – ooit in de running voor de opvolging van Nelson Mandela -, lid van de raad van bestuur van Lonmin. Dat is geen toeval. Een groep Zuid-Afrikanen, onder wie topfiguren van het ANC, heeft het gemaakt in het bedrijfsleven. Maar het lukt die nieuwe tycoons niet om de onder de Apartheid geschapen afgrond tussen rijk en arm minder diep te maken. Het liberale model dat de globalisering kenmerkt en de ontwikkelingen stuurt in de groeilanden van de wereld, zoals Zuid-Afrika er een is, versmalt die kloof niet, integendeel. Het resultaat is dat de NUM, dicht aanschurkend bij die elite, het soort acties zoals in Marikana niet meer trekt en dat een concurrerende bond het initiatief in handen genomen heeft.
Dat is een pijnlijke zaak voor Cosatu. Bekend is dat de koepel alleen greep heeft op formele sectoren van economie. Maar typisch voor de gang van zaken is dat miljoenen Zuid-Afrikanen hetzij hun brood op een informele manier verdienen, voornamelijk van een uitkering leven of gewoon werkloos zijn en van geen hout pijlen kunnen maken. Dat dezer dagen zelfs een grote bond niet meer erin slaagt om de eisen van arbeiders in de mijnsector te kanaliseren is een teken aan de wand. In die bedrijfstak die de economie draagt verliest de NUM voet aan de grond.
Op termijn kan dat de stabiliteit in de hoogste politieke regionen aantasten. Cosatu vormt al decennialang een alliantie met het ANC en de communistische partij. Bij de laatste verkiezingen waren ze samen goed voor meer dan twee derde van de stemmen. Hun huwelijk heeft tot dusver alle stormen doorstaan, tijdens de apartheid en de overgang en ook achteraf. Maar wat is een vakbondskoepel waard als een van zijn grootste leden in wat de levensader van Zuid-Afrika is buitenspel dreigt te komen staan? Het is al herhaaldelijk gezegd en geschreven dat de triple alliance uiteindelijk ten dode opgeschreven is, laten we dus voorzichtig zijn met uitspraken. Maar de vakbondsevolutie in het mijnwezen kan van cruciale betekenis zijn.
Het ANC in de hoek waar de klappen vallen
Hoe dan ook krijgt het ANC de wind van voren, of de band met Cosatu blijft bestaan of niet. De 34 doden in Marikana zijn gevallen onder de kogels van de politie, een van de meest zichtbare overheidsapparaten. De onderzoekscommissie die president Zuma ingesteld heeft, komt pas met haar bevindingen naar buiten in januari, ruim laat maar daarvoor zijn er redenen. Zo dadelijk komen we daarop terug. Toen Jacob Zuma in Marikana op bezoek kwam, liet hij na om met de stakende mijnwerkers of de familie van de slachtoffers contact te nemen. Een blunder van formaat.
Wie er wel op het terrein te zien was, is Julius Malema, de gewezen voorzitter van de jeugdliga van het ANC. De man staat bekend voor zijn populistische en opruiende taal – o.m. aan het adres van de blanke boeren -, waarvoor een rechtbank hem overigens veroordeeld heeft. Er loopt tegen hem nog een proces wegens fraude en witwasoperaties. In april is hij uit de partij gezet. Maar Malema’s aanhang is levendig en een terugkeer naar het podium waarop in Zuid-Afrika de échte politieke machthebbers zich bewegen – en dat is binnen het ANC, niét erbuiten – ligt ongetwijfeld in zijn bedoeling.
Zuma moet op zijn tellen passen
Wie weet, komt het al in december tot de terugkeer van Malema via de grote poort. Halverwege die maand houdt het ANC zijn congres in Mangaung, het vroegere Bloemfontein. Op die bijeenkomst moet Zuma de verlenging van zijn mandaat als partijvoorzitter krijgen. Als dat gebeurt, staat niets hem nog in de weg om zich over twee jaar kandidaat te stellen voor een nieuwe ambtstermijn van vijf jaar als president. Maar iedereen herinnert zich hoe het in 2007 op het ANC-congres in Polokwane afliep. Toen stemden de partijleden Thabo Mbeki weg voor Zuma en dat resulteerde enkele maanden later in het aftreden van de zittende president. Geen wonder dat Zuma de enquête naar het bloedbad in Marikana over de congresperiode heen wil tillen.
Vijf jaar geleden was voor het gros van de partij Mbeki de te kille intellectueel, die zijn troepen autoritair leidde en geen duimbreed afweek van het liberaal gekleurde economische beleid dat hij ontworpen had. Met de keuze voor Zuma hoopte het congres op verandering. Stond hij immers niet bekend als een man van het volk, die geregeld zijn opwachting maakte in een strijdlustige Zoeloe-outfit en zonder schroom zijn veelwijverij en ongebreidelde potentie etaleerde?
Maar zijn fans waren vergeten dat Zuma en Mbeki jarenlang twee handen op een buik waren en niemand Zuma ooit betrapt heeft op uitspraken die op een grondige economische koersverandering kunnen wijzen. Wat te gebeuren stond, gebeurde dan ook. De afgelopen drie jaar veranderde er weinig, miljoenen Zuid-Afrikanen leven nog altijd in hemeltergende omstandigheden, mijnwerkers van een hongerloon.
Ook blijft Zuma trouw aan zijn reputatie dat hij slordig omspringt met de grens tussen overheidsgelden en persoonlijke bezittingen. In de affaire van steekpenningen op een lucratief contract met een Franse wapenleverancier, die tot de veroordeling van naaste medestanders van hem geleid heeft, is Zuma net de dans ontsprongen. De voorbije maanden is het de renovatie van zijn residentie in zijn geboorteplaats Nkandla die ophef maakt, met plaats voor vier van zijn vrouwen en de graven van zijn voorvaderen, en een landingsplaats voor een helikopter. De ingreep kost twintig miljoen Euro. En er zijn plannen voor een nieuwe stad in de buurt – Zumaville heet ze in de volksmond -, met scholen, winkels, zwembaden en tennisbanen, waarvan de kostprijs het tienvoudige bedraagt. Als Malema genoeg kan stoken, dan kan hij in Mangaung Zuma het vuur aan de schenen leggen.
De mijnsector in de rats
Waarom hield Lonmin zo halsstarrig vast, tot er doden vielen, aan zijn weigering om in te gaan op de looneisen van de mijnwerkers van Marikana? Het antwoord is makkelijk. De prijs van platina daalt namelijk, verleden jaar met 17 procent. De slabakkende autonijverheid is daarvan de oorzaak. Als je dan weet dat de lonen van de mijnwerkers 60 procent van de kostprijs vormen, ligt het voor de hand dat de mijnonderneming
op die factor ingrijpt. Anders komt haar winst van 311 miljoen $, 15 procent van de omzet, onder druk en zoiets laat beurskoersen dalen. Bovendien moét ze dat wel in Zuid-Afrika doen. Lonmin, derde producent in de wereld, hangt af van de voorraden in de Zuid-Afrikaanse bodem. 80 procent van het platina is daar te vinden. Hoe weinig voor de staking uitbrak de mijnwerkers in Marikana ook in hun loonzakje vonden, de ijzeren logica van de markt en de universeel geldende recepten om de gevolgen van de wereldwijde crisis op te vangen maken dat zij het moeten uitzweten. Om die reden was Lonmin zo lang niet bereid om de stakers op hun eisen tegemoet te komen.
Lonmin, het topje van de ijsberg
Het bloedbad dat de politie op 16 augustus in Marikana aangericht heeft, heeft de staking onder de aandacht van de wereld gebracht. Maar het is lang niet het enige conflict in de Zuid-Afrikaanse mijnen. Begin van de maand heeft Anglo American Platinum, het grootste platinabedrijf ter wereld, twaalfduizend mijnwerkers ontslagen. Ook zij hadden het werk neergelegd en eisten een hoger loon. In de mijn van Impala Platina, ’s werelds nummer twee, waren er werkonderbrekingen die om hetzelfde draaiden, meer geld.
Half oktober staakten er zo’n tachtigduizend mijnwerkers in Zuid-Afrika, ook in de goud- en ijzerertssector. De goudkoers mag dan hoge toppen scheren, de prijs van ijzererts is op zes maanden met 15 procent gezakt. De achterliggende reden? De Chinese staalindustrie stagneert als gevolg van de afgekoelde groei. Dat maakt duidelijk hoe sterk een op export van mineralen steunende economie zoals de Zuid-Afrikaanse afhankelijk is van het Chinese wel en wee. In geen enkel Afrikaans land investeert China zoveel als in Zuid-Afrika, 4,1 miljoen euro, drieënhalve keer meer dan in Nigeria, tweede op de lijst.
China en Afrika, moeilijke tijden
Overigens laat de impact van China zich evengoed voelen in andere Afrikaanse landen. Waarom hebben begin augustus stakers in de koolmijn van Sinazongwe in Zambia hun Chinese directeur gedood? Omdat ze het niet eens raakten over de invoering van een minimumloon. Het erts mag verschillen, de problematiek is identiek. Een Chinees project in Gabon, dat o.m. de bouw van een ijzerertsmijn omvat, is uitgesteld. Ook op andere continenten zien we gelijkaardige ontwikkelingen. Het grootste mijnbedrijf ter wereld, het Australische BHP Billiton, de belangrijkste leverancier van China, zoekt uit welke van zijn investeringen het naar een latere datum kan verschuiven. Anglo American stelt zijn investeringen in Brazilië uit.
In Le Monde vond ik onlangs een citaat van Joël Ruet, onderzoeker aan het Centre national de la recherche scientifique. Ruet stelt dat de groei in China pas weer aan zal trekken “dès qu’elle connaîtra le nom de ces nouveaux dirigeants, en octobre”. De start van het volkscongres van de Chinese communistische partij is sindsdien vastgelegd op 8 november. Het is wachten op de opvolger van president en partijsecretaris Hu Jintao. De mijnwerkers in Zuid-Afrika moeten nog even geduld oefenen voor hun managers wat tegemoetkomender zullen zijn in de onderhandelingen.