INTERNATIONALE POLITIEK

Van Halewyck biedt extreemrechts een mooie tribune

Johan Sanctorum en Frank Thevissen (red.), Media & Journalistiek in Vlaanderen kritisch doorgelicht, uitg. Van Halewyck – 384 blz. – 25,00 euro.

De jongste tijd zijn artikels, essays, studies en boeken over de media in. Dat hoeft niet te verbazen. Het medialandschap verandert immers zienderogen. Iedere bezinning over media en journalistiek is dan ook welkom. Die bezinning moet echter vanuit een democratisch standpunt totstandkomen. Daarin is de uitgeverij Van Halewyck niet geslaagd, door in een boek over de media een aantal warhoofden en extreemrechtse propagandisten aan het woord te laten.

De media staan meer dan ooit in de belangstelling. Zowel over de toekomst van de media (houden de kranten stand tegen de nieuwe media zoals internet, blogs, twitter?) als over de kwaliteit (toenemende commercialisering, sensatiejournalistiek en gebrek aan maatschappijkritiek) wordt druk gediscussieerd. De uitgeverij Van Halewyck meende hier een graantje te kunnen meepikken en gaf voor enkele maanden een boek uit over de media: ‘Media & Journalistiek in Vlaanderen kritisch doorgelicht’. De uitgeverij vertrouwde de samenstelling van het boek toe aan Johan Sanctorum, publicist en ex-consultant van het communicatiebureau van Noël Slangen, en Frank Thevissen, communicatie-adviseur en ex-docent aan de VUB.

Sanctorum en Thevissen kozen de gemakkelijkste formule om zo’n boek samen te stellen: links en rechts en in dit geval vooral uiterst rechts enkele auteurs een bijdrage laten schrijven en oeps er is een boek. Dat zou geen probleem zijn, indien die auteurs zich aan de kritische doorlichting van media en journalistiek in Vlaanderen hadden gehouden, zoals de titel van het boek laat vermoeden. Voor de meeste auteurs is echter het tegendeel waar.

In zijn voorwoord schrijft de Gentse politoloog Carl Devos dat hij niet de eerste was aan wie de samenstellers hadden gedacht om een voorwoord te schrijven. Sommigen, die voor hem werden gevraagd, weigerden dit omdat ze hun naam niet samen met andere namen in het boek wilden zien verschijnen. Ook een aantal aangezochte auteurs weigerden hun medewerking toen ze vernamen wie er zoal een bijdrage tot die boek zou leveren.

Cordon médiatique

Een begrijpelijke reactie als men vaststelt dat dit boek, naast enkele kritische bijdragen over de media, een regelrecht propagandastuk is geworden voor het Vlaams Belang en voor het extreemrechtse gedachtegoed in het algemeen. De samenstellers achten het ‘onvermijdelijk dat hier het cordon médiatique rond één oppositiepartij (die door hen niet bij naam wordt genoemd, PL) scherp in beeld komt, als een soort paradigma van de postmoderne gezagsgetrouwheid binnen de geschreven en audiovisuele media – vooral de publieke omroep overigens’.

Dat het onvermijdelijk wordt geacht dat een boek over de media zich toespitst op het cordon médiatique rond het Vlaams Belang (VB), heeft tot gevolg dat de enkele waardevolle bijdragen over de pers als schaamlapje dienen voor een pleidooi ten gunste van het Vlaams Belang en het reactionaire denken. Het is het goede recht van uitgeverij Van Halewyck een boek ter verdediging van extreemrechts uit te geven. Maar dan had ze het boek een titel moeten geven die overeenstemt met de inhoud. Iets als ‘De onheuse behandeling van het Vlaams Belang in de pers’, maar niet ‘Media & Journalistiek in Vlaanderen kritisch doorgelicht’.

Die dubbelzinnigheid van het boek komt ook tot uiting in de repliek van Frank Thevissen op de bespreking van het boek in De Journalist, het magazine van de Vereniging van Vlaamse Journalisten. Thevissen neemt het niet dat die bespreking onder de titel ‘Mediakritiek met een donker randje’ verscheen. Over de pro-VB-bijdragen in het boek rept hij met geen woord (De Journalist, november 2009). Die bijdragen zorgen niet alleen voor een donker randje, maar ronduit voor een donkere inhoud van het boek.

Zo vertrekt Jan Neckers, voormalig producer bij de VRT en momenteel columnist van ’t Pallieterke, vanuit een kritiek op het ‘politiek correcte denken’ om bladzijden lang de houding van de VRT ten opzichte van het Vlaams Blok /Vlaams Belang te laken. Voor hem is het VB een partij als een andere. Geen woord over het ondemocratische, racistische en asociale programma van het VB. Geen wonder dat zijn extreemrechtse pleidooi eindigt in wartaal ter verdediging van de paus omdat die het gebruik van condooms veroordeelt, ter veroordeling van euthanasie en zelfs van het gebruik van voornamen. Want de voormalige voorzitster van Groen! Mieke Vogels noemen, in plaats van Vogels, klinkt volgens hem veel te warm en te sympathiek. Volge wie kan. Neckers heeft gelijk het naïef multiculturalisme te hekelen, maar als hij in een adem het VB salonfähig maakt, bewijst hij alleen maar een waarachtig medewerker van ’t Pallieterke te zijn.

Ook Johan Sanctorum valt het ‘cordon sanitaire’ of ‘cordon médiatique’ aan. Hij heeft het over een partijpolitieke boycotafspraak tegen het VB, waaraan de pers, vooral de VRT, gretig deelneemt. Over de houding van de pers ten opzichte van het VB valt veel te zeggen. Vooral dat de pers het VB uitsluitend als een nationalistische en racistische partij voorstelt en het extreemrechtse sociaaleconomische programma van de partij doodzwijgt. In die zin bewijst de pers het VB een mooie dienst. Want daardoor blijven de publieke opinie en ook de leden van het VB onwetend over het antisociale programma van een partij die zich graag volks noemt.

‘DDR-praktijken’

Guido Naets, voormalig zelfstandig journalist en voormalig woordvoerder van het Europees Parlement, beklaagt er zich in zijn bijdrage over dat de mediaconsument (lees: Guido Naets) ‘zijn frustratie zelfs in geen lezersbrief kwijt kan’. Van uitgeverij Van Halewyck kreeg Naets de kans voluit zijn reactionaire gangen te gaan. Zijns inziens wordt objectieve berichtgeving zo goed als uitgesloten vanwege allerlei protocols over het cordon sanitaire, de aanbevelingen van het Centrum voor Gelijke Kansen en Racisme, het VRT-protocol over het VB enz.

Perskritiek op George W. Bush, de paus, het christendom, het Westen, de ‘tjeven’ (sic), Vlaanderen, Yves Leterme, de milieuverloedering, de kolonisering, het vroegere Zuid-Afrikaanse apartheidsregime, de globalisering, de NAVO enz. doet Naets aan DDR-praktijken denken. Hij heeft gelijk als hij de slaafse onderworpenheid van een aantal Belgische journalisten aan de vroegere paarse regeringscoalitie hekelt. Onder druk van het politiek correcte denken produceerden ze een journalistieke eenheidsworst. Spijtig genoeg ziet Naets door zijn ideologische verblindheid niet in dat hij in hetzelfde bedje ziek is en samen met anderen een reactionaire eenheidsworst fabriceert.

Geen wonder dat hij zijn bewondering uitspreekt voor uiterst conservatieve en reactionaire (ex-)journalisten zoals Derk Jan Eppink, ex-De Standaard en nu Europees parlementslid voor Lijst Dedecker, Guy Tegenbos, De Standaard, Mia Doornaert, ex-De Standaard en nu adviseur van eerste minister Yves Leterme, Frans Crols ex-Trends en Mark Grammens, uitgever van het Journaal. Of Luc Van der Kelen (Het Laatste Nieuws) en Rik Van Cauwelaert (Knack) zich vereerd voelen in dit rijtje te prijken, is zeer de vraag. Voor Naets moet een journalist tegen de stroom op durven roeien, maar niet als die stroom de extreemrechtse richting uitgaat.

Eenzelfde reactionair geluid komt van Luc Van Braekel, voormalig consultant bij Coopers & Lybrand en oprichter van internetbedrijven en groepsblogs. Ook hij verwijt de openbare omroep een ideologische monocultuur in stand te houden, wat zijns inziens blijkt uit de behandeling van het VB. Die ideologische monocultuur vindt Van Braekel in zowat de hele pers, omdat hij daar haast exclusief een centrum-links discours aantreft. Blijkbaar leest de auteur de commentaarstukken in de kranten niet, want die verdedigen haast exclusief de rechtse ideologie. Terwijl in de kranten dagelijks pleidooien worden gehouden voor de afbraak van de sociale zekerheid (die ‘modernisering’ wordt genoemd), meent Van Braekel dat ‘elke kritische noot omtrent onze ‘superieure’ sociale zekerheid’ in de pers wordt vermeden.

Leve de pulp

Sanctorum en Thevissen laten ook een aantal verdedigers van de sensatie- of pulppers aan het woord. Voor Siegfried Bracke (VRT) vloeit alle gemopper over de achteruitgaande kwaliteit van de media voort uit een ‘gebrek aan kritische zin’, nostalgie en angst voor verandering. Zijns inziens gaat de kwaliteit van de Vlaamse media er zelfs op vooruit en als voorbeeld noemt hij Het Laatste Nieuws! Nieuws brengen is voor Bracke niet de hoofdopdracht van de pers, wel ‘een goed verhaal’ brengen dat het verschil maakt met de concurrentie. Voor de media zijn oplage en kijkcijfers de enige maatstaf.

Tot tweemaal toe slaakt Bracke een enthousiaste kreet: ‘Leve de commercialisering’ en ‘Leve de kijkcijfers’. Om het serveren van hapklare brokken en smeuïge verhalen te verdedigen, noemt Bracke het ‘vanuit sociaal en democratische standpunt onverdedigbaar’ om nieuws, duiding of cultuur te brengen voor wie daar via andere kanalen reeds over beschikt, de happy few. Geen wonder dat hij een vurig pleidooi houdt voor infotainment. Hoe meer politici aan tv-spelletjes deelnemen, hoe beter.

Reclameman Wim Schamp mag eveneens zijn duit in het pulpzakje doen. Hij verdedigt de in zijn ogen democratische dimensie van de sensatiepers, omdat ze het nieuws toegankelijk zou maken voor het grote publiek. Hij vergeet er alleen bij te vertellen dat de sensatiepers geen nieuws, maar sensatie brengt. Iedereen weet dat de voormalige Amerikaanse president Richard Nixon niet anders kon dan ontslag nemen (Vietnam, Watergate, leugens enz.) Maar volgens Schamp was alles de schuld van de pers en ‘kan men zich achteraf afvragen of de hem ten laste gelegde feiten zwaar genoeg wogen om hem tot ontslag te dwingen’. Hoe ernstig moet men iemand als Wim Schamp nog nemen?

Nog een staaltje van Schamps mening over de media: Journalisten die ieder feit ‘per definitie aan een kritisch onderzoek’ onderwerpen, begaan een zware fout. Op die manier wordt zijns inziens ieder feit verdacht, wat tot de ideologie van de verdachtmaking leidt!! Wat zette uitgeverij Van Halewyck ertoe aan dit soort mensen om een bijdrage te vragen? De laatste bladzijden van Schamps bijdrage maken trouwens duidelijk waarom hij ze geschreven heeft: gal spuwen op die media die het niet op zijn persoontje hebben begrepen.

Gelukkig vertelt een kleine minderheid van de auteurs enkele zinnige dingen over de pers. Zo stelt journalist Karel Anthierens (Humo, Knack, Panorama, Het Volk) de commercialisering van de pers aan de kaak. Hij wijst erop dat de inhoud van dag- en maandbladen hoe langer hoe minder bepaald wordt door newsgetters, journalisten die achter het nieuws aan gaan, maar steeds meer door marketeers. Dat dagbladen en vooral magazines uitpuilen van artikels over lifestyle ligt niet aan de journalisten, maar wordt gewoonweg opgedrongen door de marketing- en advertentieafdelingen van de kranten.

Radicaal in tegenstelling tot de verdedigers van de pulp- en sensatiepers die willen dat de media alleen maar brengen wat het publiek wil, stelt Anthierens dat de journalistieke opdracht erin bestaat ‘achter het nieuws aan te gaan en te onthullen wat de lezer niet weet en waar hij dus ook niet om vraagt’. Ook Carl Devos onderstreept dat na de verzuiling van de pers, de commercialisering voor nieuwe beperkingen en onvrijheden zorgt.

Embedded

De jongste jaren wordt steeds meer op het gevaar van de embedded journalistiek gewezen. En dan gaat het niet alleen over journalisten die samen met en onder controle van het leger naar een of ander oorlogsgebied gaan. Ook andere journalisten laten zich maar al te graag door het establishment opslokken om de ‘waarheid’ van de leidende kringen te verkondigen. Niemand stelt het systeem nog in vraag, zoals Johan Sanctorum stelt. De pers is al lang geen vierde macht meer, maar lost als een bruistablet op in dé macht.

Daarmee samengaand speelt het fenomeen van de group think een nefaste rol. Dit kuddegevoel van de pers verklaart volgens Jef Lambrecht (ex-VRT) onder meer het schaapachtig overnemen van de leugens van president George W. Bush over de toestand in Irak. In de Verenigde Staten heeft men het ook over pack-journalism: de neiging van de media om alle tegelijk achter hetzelfde verhaal aan te hollen, elkaar geen ogenblik uit het oog te verliezen en niet te ver af te wijken van het normatieve discours. Jef Lambrecht citeert in dit verband Judith Miller, die voor de New York Times even sensationele als onbetrouwbare verhalen over de zogenaamde massavernietigingswapens van Saddam Hoessein schreef. Ze praatte dit als volgt goed: ‘Het is niet mijn job om na te gaan of de regering de waarheid spreekt. Mijn job was het om aan het publiek te vertellen wat de regering dacht over Iraks arsenaal.’

Vanzelfsprekend komt ook de zogenaamde burgerjournalistiek in het boek aan bod. Luc Van Braekel verheugt er zich over dat de toekomst aan de burgerjournalistiek is en dat de beroepsjournalisten niet langer ‘de hogepriesters van de waarheid’ zullen zijn. Hij vergeet dat beroepsjournalisten zich aan hun plichtenleer of deontologie moeten houden: afstandelijkheid, objectiviteit, volledigheid, eerlijkheid. Lang niet alle beroepsjournalisten houden zich daaraan. Maar ze kunnen hiervoor wel aangesproken en zelfs gesanctioneerd worden. Voor bloggers geldt dit niet, want die hebben geen regels.

Jef Lambrecht betreurt in dit verband dat de traditionele rol van de journalist verzwakt, op een ogenblik dat de woekering van leugen en misleiding de vraag naar de scheidsrechter, waakhond en analist net doet groeien. Brengt het internet meer en beter nieuws? Lambrecht denkt van niet. Hij schrijft dat ‘de wereld sinds de komst van het internet niet verhelderd, maar verduisterd is’. Want ‘het wereldnieuws is weggesmolten naar de binnenbladzijden en zelfs zogeheten kwaliteitsmedia zijn bezweken voor de sirenenzang van het spektakel en het kerktorennieuws’.

En na de kritiek op de samenstellers van het boek, besluiten we met een zinnige bedenking van een van hen, Frank Thevissen: ‘Kwaliteitsjournalistiek moet vertrekken van een aanbodgestuurd in plaats van een vraaggestuurd redactioneel beleid en minder aan de leiband lopen van zowel het publiek als van allerhande commerciële en niet-commerciële groepen die hun greep op de berichtgeving trachten te versterken.’

(Uitpers nr. 118, 11de jg., maart 2010)

U kunt dit boek via de link hieronder rechtstreeks bestellen bij:

en wie via Uitpers bestelt, helpt Uitpers!

De link:

http://www.groenewaterman.be/anne/index.dll?webpage=index.htm&inpartcode=923398&refsource=uitpers

Laatste bijdrages

“Trump is erg hypocriet”

Er gaat geen dag voorbij of er komt een of ander gruwelverhaal uit Washington. President Trump gaat door met dreigen en alweer dreigen. Van Palestina naar Panama en Mexico.…

Armenië lonkt naar VS na teleurstelling in Rusland

Met een lopend proces in Bakoe tegen de voormalige leiders van Nagorno-Karabach en een steeds brutalere president Ilham Alijev, is Jerevan op zoek naar nieuwe strategische partners. De desillusie…

Fascisme of anarcho-kapitalisme?

Is de aankomst van President Trump en zijn bondgenoten in de VS het begin van een nieuw fascistisch tijdperk? Er is al heel wat inkt over gevloeid want de…

Joden en moslims aan zet

You May Also Like

×