Straatsburg baadde zowaar in een sfeer van euforie toen voorzitter José Manuel Barroso aankondigde dat hij zijn Commissie van 24 leden nog niet aan een stemming zou voorleggen. Een overwinning van de democratie, zegden ook enkele Vlaamse Europarlementsleden. De meerderheid van het parlement had inderdaad voor een verrassing gezorgd door toch voet bij stuk te houden, dit was een krachtproef tussen diverse instanties waarbij de meest democratische het voor één keer heeft gehaald. Met als resultaat enkele correcties maar geen grondige koerswijziging, aan de dogma’s van het ultra-liberalisme wordt niet geraakt.
Dit is Inquisitie, aldus de klok van het Vaticaan dat in het verzet tegen de Italiaanse commissaris Rocco Buttiglione een bewijs zag van een fundamentele antichristelijke campagne van enkele lobby’s van holebi’s en feministen. De Belgische oud-premier Jean-Luc Dehaene merkte terecht op dat het Vaticaan niet zo goed geplaatst is om over Inquisitie te klagen.
Het Vaticaan had nog altijd niet verteerd dat het ondanks de inzet van talrijke bevriende regeringen uit echte EU-lidstaten er niet in geslaagd was de christelijke wortels in het voorwoord van het grondwettelijk verdrag te krijgen. Toen en nu gedroeg het Vaticaan zich alsof het zelf een lidstaat van de EU was. Buttiglione gedroeg zich hoe dan ook als een vertegenwoordiger van twee staten, niet als de behartiger van supranationale Europese belangen.
Buttiglione werd vooral aangevallen voor zijn uitspraken over homo’s (“= zondaars”) en werkende vrouwen met een huisgezin. Alsof dat het enige was dat aan deze man niet klopt. Essentieel was wel dat Buttiglione naast de sector vrijheden ook commissaris van justitie werd. Ook in het vorige Europarlement had de Italiaanse zakenman-politicus Silvio Berlusconi er via zijn invloed in de Europese Volkspartij (EVP) van Wilfried Martens voor gezorgd dat hij een grote greep had op de sector justitie. Dat was niet toevallig, Berlusconi wou zoveel mogelijk richtlijnen vermijden die hem en zijn vrienden persoonlijk zouden kunnen treffen op een ogenblik dat hij zelf als premier wetten deed goedkeuren die de strijd tegen fiscale fraude en witwasserij moesten bemoeilijken.
Er zijn nog andere geurtjes aan Buttiglione, adviseur van het Vaticaan. Jaren geleden rezen er in Italië toch ook vragen bij zijn in Liechtenstein gevestigde academie die hij daarin 1986 mee stichtte en waarvan hij pro-rector is. Was die om culturele, filosofische en wetenschappelijke redenen in een fiscaal paradijs gevestigd? Tenslotte waren ze ook in Italië niet vergeten hoe de Vaticaanse bank in allerlei financiële schandalen verwikkeld raakte.
En dan was er nog de manier waarop Buttiglione door zijn premier tot commissaris was aangeduid. Het had niets te maken met zijn deskundigheid, maar alles met het evenwicht binnen zijn rechtse regeringscoalitie. De aanduiding van een commissaris kwam er na slechte verkiezingsresultaten van Berlusconi’s Forza Italia, terwijl de kleine UDC waartoe Buttiglione behoort, het relatief beter deed. Daarop eiste Marco Follini, leider van de UDC, dat die partij een groter aandeel in de regering zou krijgen. Berlusconi probeerde het met Follini zelf een ministerportefeuille voor te spiegelen, maar dat lukte niet. Follini wou namelijk ook het beleid iets meer naar het centrum, daar waar totnogtoe de rechtervleugel van Forza en de uiterst-rechtse Lega Nord het overwicht hadden.
Maar Buttiglione, minister van Europese Zaken, haastte zich om binnen de UDC Follini te verzwakken, om dus binnen die UDC de kaart Berlusconi te spelen. Met (tijdelijk) succes, hij kreeg de post van commissaris ten nadele van uittredend commissaris Monti die uit liberale hoek nochtans goede punten had gekregen. Meteen deed Berlusconi ook het Vaticaan een cadeautje.
Barroso blijft
Die aspecten hebben wellicht bij talrijke Europarlementsleden meegespeeld om het been stijf te houden tegenover de druk uit enkele belangrijke hoofdsteden. Want Barroso was ervan overtuigd dat het allemaal zo ’n vaart niet zou lopen, hij wist zich uitdrukkelijk gesteund door onder andere drie belangrijke “socialistische” regeringsleiders: Blair, Zapatero en Schröder. Dat die druk niet heeft gewerkt, is in feite de belangrijkste “democratische verworvenheid” van Barroso’s voorlopig falen.
Daarmee is Barroso niet weg. Barroso is aangeduid om een commissie te leiden die een ultra-liberale koers vaart en er is geen enkele druk om daarvan af te stappen. Bij de grote groepen van het Europees Parlement is de druk klein om daar iets tegen te organiseren. De EVP is een bijzonder conservatieve bundeling waarin enkele christen-democraten trachten zich thuis te voelen tussen de vertegenwoordigers van Aznar, Berlusconi, de Britse Conservatieven. De fractie van Liberalen en Democraten stelt zich op ethische punten progressief op maar staat niet te springen om Neelie Kroes-Smit in vraag te stellen, ook al is hij minstens even onaanvaardbaar als Buttiglione als het erop aankomt de belangen van de Europese burgers te vrijwaren. Van de Britse Labour en de Duitse SPD is ook weinig weerwerk te verwachten tegen de ultra-liberale koers die Barroso met zijn commissie wil varen.
Het ziet er niet naar uit dat de alliantie die tegen Buttiglione werd gevormd, ook overeind blijft als het erop aankomt de dogmatici van de liberaliseringen en privatiseringen af te remmen. Het is dus nog veel te vroeg om van een “democratische overwinning” te gewagen. Want terwijl Barroso nog nadacht over de opsmuk van zijn commissie, ondertekenden de staats- en regeringsleiders in Rome het grondwettelijk verdrag dat weliswaar grotere invloed van het Europarlement voorziet, maar tegelijk limieten vastlegt door de liberaliseringen te consacreren.
(Uitpers, nr.58, 6de jg., november 2004)