Van dwangarbeid gesproken: Maleisië
Allerlei kledingbedrijven zeggen de jongste tijd geen katoen meer te willen uit Xinjiang, China, want daar zou dwangarbeid mee gemoeid zijn. Maar wat met medische beschermingswanten uit Maleisië van succesbedrijf Top Glove, ook in ons land op de markt?
Top Glove is de top nummer één in deze sector. Met de sanitaire crisis doet dit bedrijf gouden zaken. De omzet is in een jaar verviervoudigd. Op de beurs in Kuala Lumpur is de koers fel gestegen: een verzesvoudiging. Maleisië is een van de grootste rubberproducenten van de wereld.
Op 25 maart kreeg Top Glove in die stad voor de vijfde keer de trofee van Aziatische onderneming waar het het best is om te werken. Top Glove stelt in 50 wereldwijd verspreide bedrijven 21.000 mensen tewerk.
Geblokkeerd
Dat is blijkbaar niet de mening van de douane van de VS die enkele dagen later de invoer van Top Glove blokkeerde. Die beslissing kwam er na onderzoek van klachten over dwangarbeid bij Top Glove. In juli vorig jaar kwam er ook al een ‘Withhold Release Order’ (WRO) , een bepaling uit 1930 die de invoer tegenhoudt van producten vervaardigd met o.m. dwangarbeid of kinderarbeid. Top Glove zei toen zijn migranten arbeiders te zullen tegemoetkomen. Maar nu is er dus een nieuwe WRO.
De Britse krant The Guardian meldt reeds sinds 2018 dat arbeiders uit Bangladesh en Nepal in mensonwaardige omstandigheden voor Top Glove werken. Ze leven opeengepakt in vieze pakhuizen, moeten zeer lange dagen werken, hun paspoort wordt hen afgenomen, ze zijn slachtoffer van geweld. De Maleisische overheid weet dat, officiële onderzoeken brachten veel van die zaken aan het licht. Maar het duurt voort.
Dat gebeurt niet alleen bij Top Glove. De VS-douane nam ook al om dezelfde redenen maatregelen tegen twee Maleisische bedrijven voor palmolie. Voor sommige ondernemers wordt arbeid in China te duur en zakken ze af naar Zuidoost-Azië met lagere lonen en minder sociale bescherming. In Europa zijn er voor zover bekend nog geen maatregelen genomen.