Over de machtsovername van Enrique Peῆa Nieto in Mexico.
Wie een voorbeeld wil van hoe de media de realiteit kunnen ‘maken’ moet even kijken naar The Economist van vorige week en naar de Mexicaanse progressieve pers van deze week. ‘Van duisternis naar dageraad’ titelt het Britse liberale blad in een speciale bijlage over het land. ‘Het einde van een nachtmerrie’ titelt het Mexicaanse weekblad Progreso. Men zou kunnen denken dat de Britten enkel kijken naar de economie, en de Mexicanen ook naar de mensenrechten. Maar die balans blijkt toch niet te kloppen.
Op 1 december neemt president Peῆa Nieto de macht over van Felipe Calderón. Calderón was de tweede president van de conservatieve PAN-partij die in 2000 voor het eerst in meer dan zeventig jaar de macht van de Institutionele Revolutionaire Partij (PRI) had kunnen breken. Na twee mandaten komt de PRI echter weer aan de macht. En wat in ‘2000’ als ‘Mexicaanse lente’ kon worden omschreven, laat meer dan bittere ontgoocheling na. Er zijn weliswaar enkele belangrijke wetswijzigingen gebeurd die zouden moeten zorgen voor meer democratie, transparantie en ‘accountability’, maar dit staat heel ver van wat de Mexicanen hadden gedroomd. Zal de PRI het dit keer beter doen? Zal de nieuwe president met zijn jonge imago – hij is nauwelijks 48 jaar – definitief afstand kunnen nemen van wat Vargas Llosa ooit de ‘perfecte dictatuur’ noemde?
Dat de progressieve Mexicaanse pers zo negatief is over het afgelopen ‘sexenio’ – de zesjarige ambtsperiode van Calderón – kan met enkele cijfers worden gestaafd.
Mensenrechten?
Het ergst is inderdaad het resultaat van de strijd tegen de drugshandel. Officieel vielen er de afgelopen zes jaar 46.015 doden. Volgens de Commissie voor de mensenrechten zijn er ook 24.091 mensen verdwenen. Er werden 15.921 niet-geïdentificeerde lijken gevonden in gemeenschappelijke of clandestiene graven. Heel wat lijken zijn ‘opgelost’, zo weet men, in ‘verwerkingscentra’. Bij de slachtoffers zijn ook heel wat Middenamerikaanse migranten die op hun weg naar de Verenigde Staten in handen vielen van drugsbendes.
Er weden 4.000 vrouwen vermoord, en nog eens bijna 4000 zijn verdwenen. Dit is niet enkel een verschijnsel in het Noorden van Mexico, waar Ciudad Juarez een bijzonder zwarte reputatie heeft, maar ook in andere steden en regio’s zijn vrouwen niet veilig.
De Commissie voor de mensenrechten kreeg in totaal 8929 klachten binnen tegen leger en politie. Op slechts een kleine minderheid werd afdoende gereageerd. De VN-commissie tegen marteling stelt een alarmerende stijging van het aantal martelingen vast. De schendingen van mensenrechten zijn de afgelopen jaren vervijfvoudigd.
Dit alles is het gevolg van één van de eerste maatregelen van Felipe Calderón in 2006. Hij zette het leger in tegen de drugstrafikanten, maar het gevolg is niet enkel dit schrikbarend aantal doden, maar ook dat nagenoeg één derde van alle dorpen nu in handen is van de georganiseerde criminaliteit.
The Economist ziet die problemen wel, maar ‘ze worden aangepakt’ en het dodental is het afgelopen jaar lichtjes gedaald…
Dit gruwelijk falen wordt mede verklaard door het feit dat de PAN nooit aanwezig is geweest op het platteland, terwijl de PRI wel altijd voor de nodige institutionele kanalen kon zorgen en criminele praktijken – bij manier van spreken – in goede banen kon leiden. De PAN is er met de botte bijl en zonder kennis van zaken tegen aan gegaan en heeft verloren. De grootste verliezer is echter de Mexicaanse bevolking die leeft met permanente angst.
Universele gezondheidszorg
Ook sociaal is de bevolking er niet op vooruit gegaan. Officieel heeft Mexico sinds kort een universele gezondheidszorg, maar de ongelijkheid blijft immens groot en het gaat nog steeds om minimale diensten. Velen vrezen dat dit ‘minimummodel’ binnenkort voor iedereen zal gelden.
Mexico is lid van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling), maar heeft het laagste cijfer voor sociale uitgaven van alle lidstaten, nauwelijks 8 % van het nationale inkomen, tegenover een gemiddelde van 22 %. De inkomensarmoede is op 6 jaar tijd gestegen tot ongeveer 60 miljoen mensen, of 15 miljoen meer dan zes jaar geleden. De rijkste 10 % van de bevolking verdient 25 keer meer dan de armste 10 %. In vergelijking met andere landen van Latijns Amerika staat Mexico op de voorlaatste plaats.
Mexico is één van de grootste voedselimporteurs ter wereld geworden, terwijl het vroeger voedsel exporteerde.
Op de valreep heeft Felipe Calderón in het parlement nog een hervorming van het arbeidsrecht laten goedkeuren, met de gekende maatregelen van flexibilisering, terwijl het minimumloon nauwelijks 1000 Pesos bedraagt (60 Euro). Sinds 1976 heeft het 76 % van zijn koopkracht verloren.
De migratie is zo goed als stilgevallen, wat kan verklaard worden door de strengere en moeilijkere toegang tot de VS. Langs de 3000 km grens werd een hoge muur gebouwd. Waar in de periode 1995 tot 2000 nog drie miljoen mensen hun toevlucht zochten in het Noorden, was dit tussen 2005 en 2010 al gedaald tot 1,4 miljoen. Vandaag gaat de migratiestroom in omgekeerde richting, wegens gebrek aan werkgelegenheid in de VS.
Meer kapitaalvlucht dan investeringen
Vorige jaar publiceerde Global Financial Integrity een rapport over Mexico. Daaruit bleek dat er in de periode 1970 tot 2010 in totaal ongeveer 872 miljard Dollar illegaal uit het land was verdwenen. In het eerste decennium van de 21ste eeuw zou er jaarlijks 50 miljard Dollar illegaal naar het Noorden (of de Caraïben) zijn vertrokken.
Vandaag worden ook in Mexico cijfers bekend gemaakt en wordt gesteld dat Mexicanen de afgelopen zes jaar meer dan 70 % meer kapitaal hebben uitgevoerd dan dat er rechtstreekse investeringen zijn binnengekomen. In 2012 zijn de productieve investeringen met 16 % gedaald, terwijl er wel 60 % meer speculatief kapitaal is binnengekomen.
Mexico heeft 6 % groei nodig om uit het moeras te komen, zo wordt gesteld. Maar tijdens de afgelopen zes jaar werd nauwelijks een gemiddelde van 1,66 % gehaald, het laagste groeicijfer in 24 jaar. De in de VS begonnen crisis heeft daar veel mee te maken, want in 2009 daalde het nationaal inkomen met 6 %.
De Mexicaanse economie is zeer sterk afhankelijk van de VS. Vier vijfden van de export is voor het Noorden bestemd. En daar zit The Economist dan ook een enorm potentieel, want ‘China is te duur geworden’. Mexico is nu al de grootste exporteur van televisietoestellen, koelkasten, en onderdelen voor de luchtvaartindustrie. Nissan, Mazda, Honda en Audi investeren volop in het land en binnenkort kunnen er drie miljoen auto’s per jaar geproduceerd worden.
De olie-industrie is sterk gedaald de afgelopen jaren, wegens gebrek aan investeringen. Maar ook daar ziet The Economist kansen, omdat Peῆa Nieto wil proberen de oliemaatschappij te privatiseren. Makkelijk zal dat niet zijn, omdat het een grondwetswijziging vergt. Voor het Britse blad, zal het vooral afhangen van de vakbonden die de nieuwe president zal moeten muilkorven.
En ondertussen, de corruptie …
Of er tijdens de afgelopen zes jaar meer of minder corruptie is geweest dan in voorgaande periodes is moeilijk te zeggen. Vast staat wel dat de veiligheidsdiensten, met de politieke politie die Peῆa Nieto nu wil afschaffen, goed voor zijn ambtenaren hebben gezorgd.
De grote dossiers waar de pers nu een overzicht van geeft en waar meer dan waarschijnlijk heel wat
aan de strijkstok is blijven hangen betreffen huisvesting, de bouw van een nieuwe metrolijn in Mexico-Stad, het verkiezingsgeld en de bouw van een nieuwe toren, de ‘Estela de Luz’ naar aanleiding van 200 jaar onafhankelijkheid.
Calderón is zich van geen kwaad bewust. ‘Nu ik wegga dank ik God en de Mexicanen’, zo zei hij. Het was een eer voor hen te hebben mogen werken. De Mexicaanse pers denkt er anders over. In plaats van méér democratie, gingen we met de PAN van een autoritair presidentialisme naar een president zonder autoriteit, zo schreef ‘La Jornada’.
Enkele jaren geleden werd over Mexico nog als een ‘failed State’ gesproken en de veiligheidsdiensten van de VS zijn hier openlijk aanwezig in het land. Vandaag wordt gedaan alsof alle problemen kunnen wegsmelten als sneeuw voor de zon.
Iedereen hoopt dit, uiteraard, maar de kans op een nieuwe werkelijkheid is op korte termijn toch miniem. Economisch hangt alles af van de conjunctuur in de VS en de lonen in China. Dat is ver weg van een nationale ontwikkeling die het land duurzaam op weg naar sociale vooruitgang kan brengen. Op het vlak van mensenrechten zou er wel iets kunnen veranderen, mocht Peῆa Nieto, zoals beloofd, het geweer van schouder veranderen. Maar de drugshandel kan onmogelijk worden stil gelegd zolang er zo’n grote vraag is in de VS, aldus Calderón, en daar heeft hij natuurlijk wel een punt.
Telkens er met een nieuwe lei kan worden begonnen, is er uiteraard een beetje hoop. Op 1 december zullen heel wat groepen, waaronder de verslagen presidentskandidaat Lopez Obrador en de studentenbeweging ‘Yo soy 132’ protestacties tegen de nieuwe president organiseren. Een jonge liberale president is namelijk niet voldoende om iedereen ook illusies te geven.