Ramsey Nasr. Van de vijand en de muzikant. Essays, artikelen, opiniestukke. De Bezige Bij, Amsterdam, 2006, 200 blz. ISBN 90-234-1984-7
De Palestijns-Nederlandse acteur en auteur Ramsey Nasr heeft vooral bekendheid verworven als Antwerpse stadsdichter, maar ook als essayist en polemicus is hij de voorbije jaren prominent aanwezig geweest in het Nederlandstalige medialandschap van de lage landen. In “Van de vijand en de muzikant” bundelde Nasr een aantal van zijn essays, artikelen en opiniestukken tot een tweeluik.
In het eerste deel “Van de muzikant” duikt de auteur op als iemand die – op een zeer eclectische manier – wat heeft met muziek, gaande van Guillaume de Machaut, over Sjostakovitsj tot de Woodstok coryfeeën.
In het tweede luik “Van de vijand” duikt een polemische auteur op die zijn Palestijnse achtergrond en standpunten in verband met de situatie in het Midden-Oosten niet verloochent. In “Ik laat mijn doden niet beledigen’ en ‘Vlaamse rellen’ geeft hij ongezouten maar goed geargumenteerde kritiek op de houding van Israël. Een Antwerpse stadsdichter die pro Palestijnse sympathieën ventileert? Dat is hem in het joods (Zionistisch) vriendelijke Antwerpen niet in dank afgenomen. Hij kreeg van zeer diverse zijde een storm van verontwaardiging over zich heen: zowel van het stadsbestuur, de Antwerpse VLD als van De Morgen via de pen van Walter Pauli. Het antwoord van Nasr was klaar en duidelijk: “Wie een stadsdichter een spreekverbod wil opleggen is óf de weg kwijt óf heeft een verborgen agenda. Dáármee worden conflicten geïmporteerd. Ik behoud mijn mening, niet als stadsdichter, maar als mens.” (p. 128) Uiteindelijk is de storm geluwd en heeft Nasr zijn poëtisch ding kunnen doen.
In het zeer mooie “Van vijand tot muzikant”, dat trouwens de sleutel is om deze bundel te begrijpen, vertelt Nasr over zijn uitvoerig bezoek aan het West-Eastern Divan Orchestra in het Zuid-Spaanse Pila. Muziek verzacht de zeden. Dat is de achtergrond van dit muzikale vredesinitiatief dat genomen werd door Israëlische dirigent-pianist Daniel Barenboim en de (overleden) Palestijnse intellectueel Edward Saïd. In dit bizarre muziekgezelschap spelen Arabieren en joden naast elkaar en wordt er Engels, maar ook Duits, Russisch, Frans, Arabisch, Hebreeuws en Spaans gesproken. “Als je geen jood van een Arabier kunt onderscheiden, hoe moet je dan het verschil zien tussen de druzische cellist uit Libanon en de koptische eerste violist uit Egypte, tussen de Armeens-Libanese christen-fluitiste en de Libanees-maronitische tweede viool? Waar schuilt het verschil tussen een sjiitische violist en een orthodox christelijke trompettist?” (p. 144-145)
Volgens Nasr is het project van Barenboim en Said een heldendaad, niet omdat het de vrede bewerkstelligt, maar omdat het in elk geval de geest wil bevrijden: “Het verandert de vijand in een muzikant”. (p. 154)
In de laatste essays (“Vreemde aan de poort” en “East is West, West is East” waarmee het verwijst naar de titel van een tentoonstelling in het Spaanse Valencia) gaat Nasr zeer uitvoerig en op een zeer boeiende manier in op wat hij de ‘multi-identiteit’ noemt waarvan hij zelf een inspirerend voorbeeld is. Hij waarschuwt zoals de Libanese schrijver Amin Maalouf in “Moorddadige identiteiten” en zoals ook Salman Rushdie in zijn literair en essayistisch werk voor het gevaar van de zogenaamd zuivere, enkelvoudige identiteit. “Hoe zuiver kan een mens zijn? En wat heeft dat met waarachtigheid, met echtheid te maken?” (p. 162)
Nasr pleit niet voor Eenheid in Verscheidenheid, maar voor verscheidenheid per eenheid. “Ik geloof niet in de botsing van beschavingen. Er is geen polarisatie van oost en west mogelijk, want we leven in een wereld die meer en meer gemengd is, een wereld van meervoudige identiteiten. We kunnen niet meer zeggen dat we uitsluiten Pers, Turk, Arabier zijn. We leven in gebieden van kruisingen.” (p. 181) En wie kan dat beter zeggen dan een Palestijns-Nederlands- Antwerps hybride dichter?
Terwijl ik aan deze bespreking werkte, moest ik onwillekeurig denken aan het min of meer gelijkaardig optreden van de scherpzinnige Libanees-Belgische intellectueel Dyab Abou Jahjah die zich ongeveer in dezelfde periode als Nasr profileerde met antizionistische standpunten. Wie zijn politieke biografie “Tussen twee werelden” leest (en het commentaar van Ludo De Witte in “Wie is er bang voor moslims?”), kan niet anders dan respect opbrengen voor de intellectuele integriteit en consequentie van een man die duidelijk partij kiest. Toen Abou Jahjah met de oprichting van de AEL volledig de politieke toer opging, stak dezelfde storm op tegen hem als tegen Nasr. De man werd door Jan en alleman gediaboliseerd (ook weer zeer uitdrukkelijk door De Morgen-) en – what is in a word – met alle zonden van Israël overladen. Conclusie? Het is al zo vaak gebleken: intellectuelen kunnen gevaarlijk zijn voor het establishment en zeker als ze zich op politiek terrein wagen.
(Uitpers, nr. 82, 8ste jg., januari 2007)
U kunt dit boek via de link hieronder rechtstreeks bestellen bij:
en wie via Uitpers bestelt, helpt Uitpers!
De link:
http://www.groenewaterman.be/anne/index.dll?webpage=index.htm&inpartcode=432021&refsource=uitp“