Michael Axworthy, Iran – Een cultuurgeschiedenis, uitg. EPO, Berchem & uitgeverij Bulaaq, Amsterdam, 2009, 414 blz., € 29.50
Iran staat sedert de betwiste uitslag van de presidentsverkiezingen van juni weer volop in de kijker. En zal dat zeker blijven nude controversiële president Ahmadinejad herverkozen is. De Amerikaanse president Barack Obama houdt zich wel op de vlakte in de discussie over verkiezingsfraude, maar wil dat Iran tegen het einde van dit jaar bijdraait in verband met de vermeende ontwikkeling van kernwapens.
Een van de problemen met Axworthy, die zeker een expert is wat Iran betreft, is dat hij iets te intellectualistisch schrijft en heel wat kennis verondersteld. Zo gebruikt hij heel geregeld Perzische termen zonder dat er achteraan in het boek een verklarende woordenlijst te vinden is. Als men het boek niet heel snel leest moet men dikwijls terug gaan zoeken om te begrijpen waarover hij het heeft. Een tweede euvel is dat hij nogal eens met namen strooit van niet-Iraanse historische personages en van auteurs en veronderstelt dat de lezer wel weet over wie hij het heeft. Zo heeft hij het bv. het over de “victories of Clive en Wellington in India” (blz. 193). Van Wellington (maar over welke Wellington gaat het hier?) heeft iedereen al wel eens gehoord, maar de naam Clive zegt mij totaal niets. Ook de periode van hun overwinningen wordt niet genoemd. Wie mag Niall Ferguson zijn, die enige bladzijden later wordt vermeld? Op blz. 189 komen we ene Geoffrey Parker tegen, die bij historici wel bekend zal zijn wegens zijn schitterend synthesewerk over de opstand der Nederlanden tegen de Spaanse overheersing in de 16de eeuw (The Dutch Revolt) en wegens enkele werken over militaire geschiedenis. Niet iedereen weet dat en een woordje uitleg was hier wel op zijn plaats.
Een synthese in 400 blz. over ruim 3.000 jaar geschiedenis vraagt uiteraard enige selectiviteit. Maar ook hier schiet Axworthy tekort. Zo bestaat de Iraanse bevolking uit iets minder dan de helft uit niet-Perzen. Minderheden worden wel eens vernoemd, maar er wordt geen inzicht verleend in de manier waarop van de tijd van de Achaemeniden, over de Grieken, Sassaniden, Safaviden, Qajars en de huidige Iraanse mollahs met de etnische minderheden wordt omgegaan. Zelfs de uitroeping van de Koerdische republiek van Mahabad in 1946 (en van de Azeirische republiek in het noorden in dezelfde periode), onder bescherming van de Sovjet-Unie, wordt niet eens vermeld. Van de religieuze minderheden worden de joden, en ook de baha’is, overbelicht. Van de christenen worden de Armeniërs een aantal keren vermeld, maar geen woord over de Assyrische christenen, en uiterst weinig over de soennitische moslims.
Ook de economische basis van Iran komt niet uit de verf. Men krijgt geen antwoord op de vraag hoe bv. de massale krijgsexpeditie tot in Griekenland in de vijfde eeuw voor Christus werd gefinancierd, noch de latere expansiegolven van Sassaniden en Safaviden. De klassieke Iraanse literatuur, met name de dichtkunst, daarentegen wordt wel wat te uitvoerig besproken – in de Nederlandse vertaling wordt dat enigszins opgevangen in de titel: Iran – Een cultuurgeschiedenis.
Een echte hoogvlieger is het boek niet, op de reeds geciteerde hoofdstukken na. Het wordt niet gedragen door bezielende visies en ideeën. Misschien een goede inleiding voor wie weinig van Iran afweet. Het is wel positief in zijn genuanceerde beoordeling van de Iraanse revolutie.
(Uitpers, nr. 111, 10de jg., juli-augustus 2009)
U kunt dit boek via de link hieronder rechtstreeks bestellen bij:
en wie via Uitpers bestelt, helpt Uitpers!
De link:
http://www.groenewaterman.be/anne/index.dll?webpage=index.htm&inpartcode=876227&refsource=uitpers