Nu de interesse voor een boycot van Israël, waarin Jan Dreezen zeer actief is, toeneemt, is de tijd gekomen om eens terug te blikken op een vorige boycotcampagne die in 1990 met succes werd afgerond, ‘Stop Apartheid – Boycot Zuid-Afrika’.
Jan Dreezen werkt bij Oxfam-Solidariteit op de dienst Educatie. Hij is er verantwoordelijk voor het inleefatelier Zuid-Afrika en was er eerder projectbeheerder voor Zuid-Afrika. Maar we zijn meer geïnteresseerd in zijn vorige job. Van 1980 tot 1990 was hij nationaal verantwoordelijke van Oxfam-Wereldwinkels. Van daaruit was hij nauw betrokken bij de campagne ‘Stop Apartheid – Boycot Zuid-Afrika’.
Intal: Jan, kan je ons eens vertellen hoe het allemaal begonnen is?
Jan Dreezen: Al in 1973 werd door de zwarte Zuid-Afrikanen opgeroepen tot een boycot. Van in het begin waren de acties in Nederland een voorbeeld voor België. Dit begon met de BOA, de Boycot Outspan-Actie (Outspan is een Zuid-Afrikaans fruitmerk, vooral sinaasappelen, nvdr). In België werd het eerste anti-apartheidscomité opgericht in Mechelen. Een belangrijk element hierin was de aanwezigheid van de Zuid-Afrikaan Maurice Mtombene die een café in Mechelen openhield. In 1976 werd er bijvoorbeeld een alternatieve Zuid-Afrikaanse ambassade opgericht. We onderhielden nauwe banden met de Nederlandse comités. In Nederland werd de campagne gesteund door de Protestantse Kerk die de apartheid veroordeelde. Zij leidde veel Zuid-Afrikanen op in Nederland.
Intal: Van één comité in Mechelen tot een landelijke boycotcampagne is een lange weg. Welke elementen speelden hierin een rol?
Jan Dreezen: In de loop van de jaren waren in België tal van lokale comités ontstaan. Gedurende het hele jaar organiseerden ze vormingen, deden straatacties, … Ze werken onderling onafhankelijk maar haalden hun mosterd bij het VAAK, het Vlaams Anti-Apartheidskomitee. Ook veel lokale wereldwinkels waren actief in de boycotcampagne. Halverwege de jaren ’80 nam Oxfam-Wereldwinkels de beslissing om van de ‘Stop Apartheid – Boycot Zuid-Afrika’ de enige grote actie van het jaar te maken. Door het uitgebreide netwerk van winkels werd de boycot zo op zeer veel plaatsen zichtbaar. Er kwam jaarlijks een Boycot Zuid-Afrika week en de publieke opinie keerde zich stap voor stap tegen de apartheid.
Intal: Werd de Stop Apartheid campagne enkel gevoerd door lokale comités en de wereldwinkels?
Jan Dreezen: Stap voor stap werd een breder draagvlak uitgebouwd voor de campagne. Er werd gesproken met andere ngo’s en de vakbonden. In herinner me dat o.a. de LBC en BBTK meededen (de christelijke en socialistische bediendenvakbonden, nvdr). De vakbonden stelden vragen aan de werkgeversorganisatie van de grootdistributie, Fedis. Zij hielden echter de boot af met het excuus dat ze zich niet met politiek bezighielden. De Matchwinkels echter sloten zich bij de boycot aan en stopten met de verkoop van Zuid-Afrikaanse producten.
Intal: De Belgische acties kaderden in een internationale Stop Apartheid campagne. Wat gebeurde er allemaal om Zuid-Afrika te isoleren?
Jan Dreezen: In het begin werd de nadruk vooral gelegd op fruit, maar dit breidde zich al snel uit. Ook de VN legden een boycot op voor militair materieel, petroleum en onderdelen voor nucleaire installaties. En ook de EU legde een boycot op voor bvb. staal. In België vertaalde zich dit in een boycot van Shell en goud van Kruger [de Kruger-rand, nvdr]. Dit alles had tot gevolg dat 155 bedrijven uit de VS en 122 bedrijven uit andere landen zich terugtrokken uit Zuid-Afrika. Zo werd Zuid-Afrika na verloop van tijd een pariastaat. Er kwam een culturele, sportieve en wetenschappelijke boycot.
Intal: Uiteindelijk hielp de internationale campagne het verdwijnen van de apartheid bespoedigen.
Jan Dreezen: De druk werd stap voor stap opgevoerd en hield 25 jaar aan voor de blanke machthebbers overstag gingen. Naast de economische druk was er de dreiging van verzetsacties uit de buurlanden waar het ANC trainingskampen had. De rijke blanken kozen eieren voor hun geld, voor hun zelfbehoud. Ze hebben uiteindelijk hun bezittingen kunnen behouden. Indien ze nog langer hadden gewacht waren ze misschien alles kwijtgespeeld. Een ook de extreemrechtse organisaties die zeer actief waren in Zuid-Afrika zijn bijna allemaal verdwenen of ze zijn gemarginaliseerd.
De ‘Stop Apartheid – Boycot Zuid-Afrika’ campagne was uiteindelijk een groot succes.
Intal: Welke lessen kunnen we hieruit trekken voor de ‘Boycot Israël’ campagne?
Jan Dreezen: Op dit moment zitten we nog maar aan het begin van de campagne. Het VPK (Vlaams Palestina Komitee) is actief rond de boycot in Vlaanderen. Er zijn een vijftal lokale groepen die vroeger meewerkten met het APP (Actieplatform Palestina). Nadat duidelijk werd dat het APP zijn boycotcampagne niet meer verder zette, sloten zij zich aan bij het VPK. Daarnaast is intal actief rond de boycot en er is ook Codip [Centrum oor Onwikkeling Documentatie en Informatie Palestijnen, zie www.codip.be] natuurlijk. In Waals-Brabant zijn er een aantal lokale groepen en dan nog enkele individuen verspreid over het hele land. Als we erin slagen om het aantal lokale groepen te doen toenemen, kan er een dynamiek op gang komen die de campagne snel kan laten groeien.
Intal: Wat moet de doelstelling van de boycotcampagne zijn?
Jan Dreezen: Een boycotcampagne is slechts een middel. Voor Zuid-Afrika was ‘Stop Apartheid’ het uiteindelijke doel. Wat Israël betreft kan ‘Stop de bezetting’ de doelstelling zijn. Dit is duidelijk. Een boycot draagt hiertoe bij. We kunnen van onze regering eisen dat ze de steun aan Israël stoppen door het ‘Associatieverdrag’ van de Europese Unie met Israël op te schorten. Daarnaast door de uitvoering van de VN-resoluties te eisen en een Palestijnse staat te erkennen.
Intal: Welke verschillen zie je tussen de campagne tegen de apartheid en de campagne tegen de bezetting van Palestina?
Jan Dreezen: Eén ding is zeker. Het is vandaag gemakkelijker om straatacties te doen dan vroeger. In de jaren ‘80 werden de Stop Apartheid acties regelmatig verstoord door extreem-rechtse organisaties zoals het VMO (Vlaams Militante Orde, ….). Er zijn zo zelfs vormingsavonden doorgegaan onder politiebescherming. Vandaag reageert de Israëlische lobby vooral met beschuldigingen van antisemitisme tegen de actievoerders. Anderzijds is er vandaag nog geen consensus over de boycot tussen de verschillende actiegroepen rond Palestina. Rond Zuid-Afrika waren er veel lokale groepen die allemaal tegen de apartheid waren. Zij behoorden niet tot één organisatie. Ze werkten het hele jaar door, maar één keer per jaar was er een gemeenschappelijke actiedag/week. Rond Israël is er nog geen consensus.
Intal: Er vertrekken jaarlijks veel groepen naar Palestina op solidariteitsreis. Was dit ook zo met Zuid-Afrika?
Jan Dreezen: De uitwisseling met Zuid-Afrika was zeer moeilijk. Ikzelf ben in 1990 voor de eerste keer geweest. Gelukkig kwam alles wat we daar zagen overeen met wat we in België wisten. Vandaag gaan er zeer veel mensen naar Palestina. Ook komt er veel meer van Palestina op tv. Dagelijks zien we de slachtoffers van de bezetting
Intal: Hoe komt het dat er rond Zuid-Afrika een breed draagvlak kon gecreëerd worden zonder veel contact met het land in kwestie, terwijl er rond Israël zoveel informatie en contacten zijn maar het moeilijker lijkt om het eens te worden over de boycot.
Jan Dreezen: Binnen de Palestijnse gemeenschap is er lange tijd verdeeldheid geweest over de boycot. Dit had zijn weerslag ook binnen de solidariteitsbeweging hier. Dit zou nu echter niet meer mogen spelen. Vorig jaar werd een oproep tot boycot gedaan door 180 Palestijnse organisaties, dus in Palestina staat iedereen achter de boycot. Daarnaast is de internationale situatie natuurlijk ook veranderd. Zuid-Afrika was een symbool van kolonialisme. De Afrikaanse landen werden na de Tweede Wereldoorlog allemaal onafhankelijk We hadden net de onafhankelijkheid van Angola en Mozambique gehad. In Latijns en Midden-Amerika waren er veel strijdbewegingen actief. Iedereen had het gevoel van hoop.
Intal: Ondanks de moeilijke internationale context in het Midden-Oosten ben je toch actief in de Boycot Israël campagne. Is het niet demotiverend als je het vergelijkt met de Stop Apartheid campagne.
Jan Dreezen: Er zijn inderdaad plezierigere dingen om mee bezig te zijn. Maar er is geen andere keuze dan verder te doen. Je weet dat het een lange strijd is als je eraan begint. In 1989 werd er nog hevig actie gevoerd tegen de apartheid, in 1990 was de apartheid voorbij. Het kan soms zeer snel gaan, je kan het niet voorspellen.
In elke strijdbeweging zijn er tegenstellingen. Ook in deze rond Palestina. Laat ons hopen dat we snel eenheid vinden, dat zal zeker een positieve rol spelen voor de boycot campagne.
Intal: Hartelijk bedankt, Jan, voor je tijd, en we zien je zeker terug op een Palestina-activiteit.
(Uitpers, nr. 82, 8ste jg., januari 2007)
Intal: International Action for Liberation
Dit interview werd eerder al gepubliceert op intal.be en 11.be