Eindelijk is ze open voor het publiek, de tentoonstelling Mabele eleki lola in het Africa museum in Tervuren. De aarde, stralender dan het paradijs. Een dubbelzinnigere titel is nauwelijks mogelijk, want het werk van de Congolese kunstenaar, Freddy Bienvenu Tsimba (53), dat er te zien is, heeft vaak de zwartste kanten van het menselijk bestaan als thema. Oorlog en geweld zijn permanent aanwezig maar, het moet gezegd worden, af en toe zet Tsimba ons op het andere been. Een belevenis, voer voor urenlange bezinning. Guy POPPE is gaan kijken op de vernissage, de dag voor de sluiting, ruim een maand geleden.
Het valt op zo gauw je de zaal binnen komt: een beeld van een zwangere vrouw. Het treft je niet alleen omdat het uit bijzonder materiaal gemaakt is, met niets anders dan vorken en lepels, maar ook vanwege de betekenis die het uitstraalt. Tsimba heeft zich laten inspireren door wat er zich tijdens de Tweede Wereldoorlog afgespeeld heeft in het fort van Romainville, ten oosten van Parijs. De nazi’s sloten er mensen op in afwachting van hun deportatie naar kampen in Duitsland, vooral vrouwen, 3900, maar ook mannen, 3100. Eén van de vrouwen in het kamp is zwanger geworden. Dat is voor Tsimba de triomf van de liefde, door geen hek of scheiding tegen te houden. Net voor de uitgang toont een man een kind aan een vrouw aan de andere kant van het hek. Al is de tentoonstelling in grote mate een aanklacht tegen oorlog en geweld, toch sluit ze af met de boodschap dat liefde onoverwinnelijk is, zelfs uit de hel komt er nieuw leven voort. Les Amants du fort de Romainville, beelden van een ongeziene sterkte.
Recuperatie
Van de Congolese artiest, Freddy Tsimba, (beeldhouwer of smid, wat is het goede woord?) toont Mabele Eleki Lola voornamelijk zijn installaties met recuperatiemateriaal. Tsimba zijn voorouders waren smeden en hij onderhoudt de eeuwenoude traditie van smeedwerk, die even goed alledaagse gebruiksvoorwerpen voortgebracht heeft als kunstige, spirituele en rituele stukken.
Maar van recuperatiemateriaal heeft Tsimba zijn handelsmerk gemaakt. Vorken en lepels voor Les Amants du fort de Romainville (zie foto bovenaan), kroonstoppen van bierflesjes, muizenvallen, scharen, bij wijze van spreken is er niets te gek om een sprekend beeld ermee te maken. Yalesleutels bv., zoals voor I will not give them my diamond, het beeld van een vrouw, die zich met haar rechterhand beschermt tegen een aanvaller en haar linkerhand voor haar vagina houdt.
Geïnspireerd op het schilderij De verkrachting van de negerin van de 17e-eeuwse Delftse meester, Christiaen van Couwenbergh. Dat geeft een scene weer, waarin drie heren, duidelijk uit de betere kringen, twee gedeeltelijk of helemaal bloot, zich klaarmaken voor seksueel vermaak met een tegenspartelende, naakte zwarte vrouw. De tentoonstelling maakt werk ervan om Tsimba’s beelden te confronteren met de bronnen die hem bezielen. Tweeëntwintig van zijn installaties staan er oog in oog met dertig objecten uit de verzameling van het museum.
Niet meteen op het eerste gezicht herkenbaar is Encore un Effort. Alweer met vorken en lepels toont Tsimba een auto, voortgeduwd door drie mannen. De wagen heeft geen brandstof en kun je alleen op gang krijgen door de samengebundelde spierkracht van mensen. De allegorie spreekt, de auto is als het land, Congo, dat overleeft en er bovenop komt dankzij de inzet van zijn bevolking. Er is nog een duwtje nodig en we zijn er.
Geweld
Conflicten en het daarmee onlosmakelijk verbonden geweld obsederen Tsimba. We houden halte bij Maison machettes. Een machete, een hakmes, is uiteraard in eerste instantie een gebruiksvoorwerp voor landbouwers. Maar tijdens de genocide in Rwanda in 1994 was de machete het favoriete wapen van de volkenmoordenaars. Van die symboliek wil Tsimba af door, alleen met machetes, een huis te bouwen, een teken van hoop en opvoeding. Hij heeft zijn Maison machettes in Kinshasa ontworpen en op een dag door zestig jongeren naar de markt laten slepen, waar het tot een volkstoeloop geleid heeft. De commentaar van de marktgangers die je te horen krijgt, is grappig. “Zo’n machete kunnen we toch gebruiken op het veld”, zegt een vrouw, “je moet daarmee geen huis bouwen”. Precies ja, Tsimba heeft zijn punt gemaakt.
Tsimba was al eerder in de openbare ruimte met een installatie naar buiten gekomen die uitsluitend uit recuperatiemateriaal bestaat. In Elsene, in de wijk Matonge, staat op een straathoek Au-delà de l’espoir. Het toont een krijgsman, die met een geweer boven zijn hoofd zwaait. Tsimba heeft voor de aanmaak duizenden kogelhulzen verzameld op de slagvelden van Oost-Afrika. Al in 2007 klaagt hij zo het onstuitbare, meedogenloze geweld aan in het eindeloze conflict in die regio, dat nu al een kwarteeuw aansleept.
Romanpersonage
Die tocht van Tsimba naar Kisangani, Congo’s derde stad, in de bocht van de rivier in het oosten, is niet zonder horten of stoten verlopen. Hij valt in handen van het Oegandese leger, dat in die periode een bitter gevecht levert met dat van Rwanda om de controle van de goudvoorraden in dat gebied, en belandt in de gevangenis. Het einde nadert. In de duisternis van zijn cel komt Liwa hem opzoeken. Een minirok in zwart leder, een kont om u tegen te zeggen, een Chaneljasje over haar topje, dat nauwelijks haar uitpuilende borsten kan bevatten, een handtas van Prada op haar schoot. Is ze echt of verschijnt ze in Tsimba’s droom?
Wat dit met Tsimba’s beelden op de tentoonstelling te maken heeft? Niets, het is een passage uit de nieuwe roman van In Koli Jean Bofane, de commissaris van Mabele Eleki Lola. In Nation cannibale, dat in 2022 verschijnt, maken Tsimba’s peripetieën in Kisangani deel uit van het verhaal. Tsimba is daarin een personage, dat Liwa met zijn neus op de feiten drukt :
“Ne crois pas que ton oeuvre soit utile à quelqu’un. Je te l’ai déjà dit, elle ne vaut rien. Parce qu’elle n’aura aucune incidence sur la tournure des événements de ce monde, je serai toujours gagnante. J’ai discuté de toi avec mes partenaires. Tiens, un scoop: en 2020, pendant que ton expo se déroulera à Tervuren, il y aura plus d’un milliard d’armes légères en circulation, et entre les mains de civils seulement. Les fabricants de missiles, de croisière ou pas, vont faire rentrer des trois cents, quatre cents milliards de dollars dans leurs poches. Tu entends bien, milliards! Tu vas faire quoi? Tu vas tout souder ensemble? Pauvre con!” De hoop die Tsimba in sommige van zijn installaties tot expressie brengt, drukt Liwa vakkundig de kop in. Met één beeld, één titel, één tekst neemt Mabele eleki lola je voortdurend de grond onder je voeten weg en brengt de tentoonstelling je van hoop naar wanhoop en terug.
Ook de tekst van Bofane is er te lezen. Kruisbestuiving tussen beeldhouwwerk en literatuur van de bovenste plank. Eens te meer houdt Bofane zijn vinger op de pols van het onvatbare leven in Congo onder de oppervlakte. Zoals hij dat in 2014 gedaan heeft in Congo Inc., waarin hij de wonderlijke tocht beschrijft van Isookanga, die het Evenaarswoud achter zich laat om in Kinshasa roem en vooral fortuin te vergaren. The horror, the horror, ben je geneigd om Kurtz na te praten maar in dit geval doorspekt met onevenaarbare Congolese humor. Bofane en Tsimba zijn onnavolgbare partners in crime.
Mabele eleki lola in het Africa museum in Tervuren is te bezoeken tot 21 februari 2021. Het boek met die naam, ruimer dan een cataloog, is een regelrechte aanrader. Te koop in de museumwinkel voor 35€.