De oorlog tussen de internationaal erkende regering van Jemen en de Houthi’s woedt sinds augustus 2014. Het conflict escaleert wanneer een door Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten geleide coalitie op vraag van president Abdrabbuh Mansour al-Hadi het land binnenvalt.
Binnen enkele maanden, in maart 2019 zal de oorlog tussen de Arabische coalitie en de Houthi’s al vier jaar duren. Vaak wordt de oorzaak ervan te simpel herleid tot een strijd tussen Saoedi-Arabië en Iran voor regionaal overwicht en overheersing. Vermits beide landen een andere interpretatie hebben van de islam gaat het volgens die lezing om een religieuze oorlog tussen soennieten en sjiieten.
Wapens en retoriek
Iran heeft wel degelijk wapens geleverd aan de Houthi’s maar specialisten zijn het erover eens dat deze hulp globaal gezien minder belangrijk is dan beweerd wordt. De weerstand van de Houthi’s tegen een door het Westen overbewapende coalitie kan er niet door verklaard worden. Jemen is immers niet Syrië of Irak waar Teheran effectief aanwezig is met troepen..
De Houthi’s bouwden hun militaire macht op uit het (bijna) niets. Wanneer ze in 2004 voor het eerst tegen het regime van toenmalig president Saleh in opstand komen, bestaat de Houthi-beweging uit een kleine groep dissidenten in het uiterste noorden van het land. Zelfs die specifieke eerste strijd kunnen ze niet winnen. Wanneer er vijf oorlogen later, in 2010, een staakt-het-vuren wordt bereikt is hun politieke invloed en militair kunnen sterk geëvolueerd en controleren ze belangrijke delen van hun thuisgebied in het gouvernement van Sa’dah. Ze tellen begin 2015 100.000 manschappen en hebben de hand kunnen leggen op enorme voorraden wapens via de Jemenitische zwarte markt. Een rapport van 2016 door de Zwitserse ngo Small Arms Survey stelt dat Jemen na de Verenigde Staten het land is met de meeste wapens per hoofd van de bevolking. Daarnaast profiteren de Houthi’s tussen 2004 en 2010 ook van een continue stroom moderne wapens die rechtstreeks afkomstig zijn van corrupte Jemenitische militairen uit het reguliere leger.
Washington levert tussen 2006 en 2014 voor meer dan een half miljard dollar wapens en andere militaire uitrusting aan Jemen om de autoriteiten te helpen om het land bij elkaar te houden (!). De leveringen bestaan uit Russische helikopters, meer dan 100 Humvees met de nieuwste pantserpakketten, honderden pickups, raketten, geavanceerde radio’s, nachtkijkers en miljoenen kogels. Begin 2014 sluiten de Houthi’s een alliantie met een veel grotere bron van wapens, de voormalige president Ali Abdullah Saleh. Dezelfde man waartegen ze in 2004 in opstand komen en waar, na zijn aftreden in februari 2012, een deel van het leger aan trouw is gebleven. Het is deze alliantie die hen aan het gros van hun wapens helpt en hen in september 2014 aan de macht brengt. Niet hun banden met Iran.
Het ‘Iraanse’ argument wordt door Saoedi-Arabië gebruikt om zijn oorlog aan de publieke opinie te verkopen. Iran, van zijn kant, heeft gekozen voor een opportunistische strategie. Het kijkt met genoegen toe hoe zijn rijke rivaal wegzinkt in een uitputtend conflict dat zijn imago beschadigt en financieel pijn doet. Door de Houthi’s van op een afstand te steunen, plukt Iran er op een goedkope manier de vruchten van.
Het tweede argument waarmee de Jemenitische situatie vaak verklaard wordt is religieus en verbonden met het eerste. Het zou om een conflict gaan tussen de soennitische meerderheid en de sjiitische zaïdi-minderheid (ongeveer 40% van de bevolking). Het zaïdisme is een kleinere sjiitische stroming dat in de Jemenitische hooglanden en het zuidwesten van Saoedi-Arabië door een belangrijk deel van de bevolking wordt beleden. Het zaïdisme staat echter ver van andere richtingen van het sjiisme, het is een vrij gematigde stroming die inzake geloofsleer dicht bij het soennisme staat. In Jemen hebben zaïdieten en soennieten eeuwenlang vreedzaam met elkaar samengeleefd. Ze delen zelfs vaak dezelfde gebedsplaatsen. De retoriek van Saoedi-Arabië en Iran probeert soennieten en zaïdieten tegen elkaar op te zetten. Propagandaverklaringen die niet stroken met de werkelijkheid van Jemen.
Hoe valt die oorlog te verklaren?
Daarvoor moeten we teruggaan tot 1990 toen de Jemenitische Arabische Republiek en de Democratische Volksrepubliek Jemen werden samengevoegd tot de Republiek Jemen. Sindsdien heeft Jemen bijna nooit meer een periode van vrede gekend. Clanlogica en de stammenstructuur maken het zoeken van consensus moeilijk. Geweld, wraak en weerwraak worden ingezet om aan de macht te komen en te blijven.
Van 1990 tot 2012 is Ali Abdallah Saleh president van het verenigde Jemen. Hij staat bekend als een virtuoos in het complotteren en manipuleren. Tijdens zijn tweeëntwintig jaar aan het hoofd van het land heeft hij al zijn ‘kwaliteiten’ ingezet om aan de macht te kunnen blijven. Daarbij vergaart hij een immens fortuin ten koste van de ontwikkeling van het land. Hij behoort tot de zaïdi-minderheid maar dat verhindert hem niet om nauwe relaties op te bouwen met de sectaire soennieten in Saoedi-Arabië.
In 2004 breekt de oorlog van Sa’dah uit. Sa’dah is het bolwerk van de Houthi’s. Ze voelen zich gemarginaliseerd en gestigmatiseerd door een president die nochtans tot hun gezindheid behoort. In 2011 breekt een volksopstand, de zogenaamde ‘Jemenitische Lente’, uit tegen president Saleh waar de Houthi’s zich bij aansluiten. Ze nemen formeel deel aan de transitie van de macht tussen 2012 en 2014 terwijl ze langzaam de controle van hun thuisbasis uitbreidden naar aangrenzende gebieden. Ironisch genoeg is het later, in september 2014, met de hulp van Saleh en een deel van het leger dat Saleh trouw is gebleven dat de Houthi’s de hoofdstad Sana’a veroveren. Het presidentiële paleis krijgen ze in januari 2015 in handen waardoor president Hadi in ballingschap word gedwongen. Kort daarop vallen Taiz, de haven van Mokka en uiteindelijk, in maart 2015, Aden in hun handen. Dat is net voor de Arabische coalitie op het toneel verschijnt.
Hoewel moeilijk, houdt de militaire en politieke samenwerking tussen de Houthi’s en Saleh stand tot eind 2017. Dan overspeelt de handige Saleh zijn hand wanneer de Houthi’s er lucht van krijgen dat hij geheime gesprekken voert met de Verenigde Arabische Emiraten. Er breken gevechten uit tussen de Houthi’s en Salehs aanhangers. Saleh zegt, tot grote woede van de Houthi’s, begin december open te staan voor een dialoog met de Arabische coalitie. Twee dagen later wordt zijn auto, terwijl hij probeert te vluchten naar door de Arabische coalitie gecontroleerd gebied, door de Houthi’s met een raket opgeblazen.
Aan het front
Sinds de moord op Saleh is de frontlinie niet veel veranderd. De coalitie heeft wel de controle over Aden en enkele zuidelijke steden kunnen heroveren maar buitenlandse huurlingen slagen er niet in terrein te winnen op de Houthi’s die de omgeving kennen en een guerrillastrategie voeren in het bergachtige binnenland van het land.
Hodeida, de havenstad aan de Rode Zee en de vierde grootste stad van het land is nog steeds in hun handen. Et wonen 600.000 mensen en het is het belangrijkste toegangspunt voor ongeveer 80 procent van alle voedsel en hulpgoederen voor een groot deel van het land. Volgens de Arabische coalitie is de verovering van de haven essentieel om de stroom van wapens naar de Houthi’s te stoppen. Nochtans is die bewering volgens een rapport van de VN van november 2017 ongegrond en blokkeert de coalitie opzettelijk de levering van voedsel en humanitaire hulp.
In juni 2018 begint de coalitie aan operatie ‘Golden Victory’ voor de verovering van Hodeida. Als snel veroveren Emirati-troepen en huurlingen de luchthaven van de stad en de coalitie heeft er alle vertrouwen in dat de overwinning in het verschiet ligt. Als de stad valt is het verlies ervan een echte strategische, financiële en symbolische ramp voor de militaire positie van de Houthi’s.
Vandaag, zes maanden later is de stad nog steeds in handen van de Houthi’s. De vraag is echter voor hoelang nog? De coalitie kan enorme middelen inzetten, tussen de 20.000 en 25.000 troepen, uitgerust met tanks en ondersteund door gevechtsvliegtuigen en Apache-helikopters. De Houthi’s kunnen op 5.000 tot 10.000 manschappen rekenen hoewel er berichten zijn dat ze de laatste weken een 7.000 nieuwe troepen naar Hodeida stuurden. Ondanks het overwicht van de coalitie kunnen de Houthi’s wel eens moeilijk uit de stad verdreven worden, ze zwoeren immers om ’tot het einde toe te vechten’. Wie herinnert zich niet de recente gebeurtenissen in Mosoel en Raqqa waar een relatief klein aantal ISIS-strijders een overmacht aan superieur bewapende troepen kon ophouden? Als dit scenario zich herhaalt in Hodeida zal de burgerbevolking er het grootste slachtoffer van zijn terwijl de stad compleet verwoest dreigt te worden.
De blunder van Saoedi-Arabië
Ondertussen zijn er al tienduizenden slachtoffers gevallen. Sinds 2015 blijven de media meestal een cijfer van 10.000 doden hanteren terwijl het reële cijfer volgens het onafhankelijke ACLED (The Armed Conflict Location & Event Data Project) minstens 5 keer hoger ligt. De ngo Save the Children dat actief is in Jemen, deelde in een persmededeling van 20 november mee dat er waarschijnlijk naar schatting 85.000 kinderen onder de vijf jaar zijn gestorven van honger of ziekte sinds de oorlog in 2015 is geëscaleerd.
Waar de dood van tienduizenden Jemenieten niet in slaagt, is de moord op één journalist in een consulaat in Istanboel voldoende om de verontwaardiging van de Westerse media en politici in overdrive te doen gaan.
Er begint langzaamaan wereldwijd, ook bij de meest trouwe bondgenoten van Saoedi-Arabië, het besef te groeien dat het zo niet verder kan. De Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk lijken de kaart van het diplomatieke overleg te willen trekken. Niet dat ze daarom de wapenleveringen aan de coalitie willen stopzetten. Zoals de Amerikaanse president Donald Trump het stelt: een land zou zichzelf ‘straffen’ door wapenleveringen aan de Saoedi’s te schrappen. Het blijft bij enkele symbolische gebaren. Zoals Washington dat aankondigt dat het de Saoedische gevechtsvliegtuigen niet meer in de lucht met brandstof zal bevoorraden of de Amerikaanse, Britse, Franse regeringen die hun plannen annuleren om eind oktober een investeringsconferentie in Riyad bij te wonen.
Maar het probleem is hoe je een eind maakt aan een oorlog die nog meer verdeeldheid heeft toegevoegd aan de al bestaande verdeeldheid?
De Verenigde Arabische Emiraten zijn ondertussen goed ingeburgerd in de zuidelijke gebieden van Jemen. Zij beheren die als quasi-protectoraten wanneer ze al niet eenvoudigweg delen van het grondgebied annexeren, zoals het eiland Socotra. Verder financieren ze de zuidelijke separatisten van de Southern Transitional Council (STC).
En wat met de Jemenitische tak van al-Qai’da (AQAP) en de Islamitische Staat die goed gedijen in een omgeving waar de staat is ineengestort, het sektarisme groeit, de allianties voortdurend wisselen en waar de bevolking overleeft op een oorlogseconomie?
Je kunt alleen maar hopen dat Jemen er zal in slagen om oplossingen te vinden. Voorlopig lijkt het land echter voorbestemd hetzelfde lot te ondergaan als Somalië, een grote buur aan de andere kant van de Golf van Aden, waar sinds 1992 een burgeroorlog woedt. De belangrijkste reden voor de huidige situatie van het land is vooral de roofzucht van sommige Jemenitische politici die de eenwording van de twee Jemen in 1992 niet hebben willen of kunnen beheren en liever voor corruptie en stammentwisten kozen dan te zoeken naar een consensus. De Arabische coalitie van zijn kant heeft zichzelf in een conflict gewerkt waarvan op dit ogenblik niemand weet hoe het kan opgelost worden en waarvan de gevolgen veel erger kunnen zijn dan ze het zichzelf hebben voorgesteld.